Arbeidsovereenkomst blijft in stand als arbeidsongeschikte werknemer bij een andere werkgever gaat werken

Arbeidsovereenkomst blijft in stand als arbeidsongeschikte werknemer bij een andere werkgever gaat werken
Datum: 15-05-2022
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2022 / 466
Vindplaats: Kantonrechter Almere 30 maart 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:1183
Uitspraak

Een werkgever ging er ten onrechte van uit dat de arbeidsovereenkomst met een arbeidsongeschikte werknemer eindigde toen deze passende arbeid bij een andere werkgever ging verrichten. De werkgever moest daardoor de transitievergoeding betalen en een schadevergoeding wegens beëindiging van de arbeidsovereenkomst zonder inachtneming van de opzegtermijn. Een werkneemster die in januari 2020 arbeidsongeschikt is uitgevallen voor haar werk als productiemedewerker start in 2021 met re-integratie in het tweede spoor (zoeken van passend werk bij een andere werkgever). Een loopbaan- en re-integratiecoach begeleidt het traject. In oktober 2021 laat de werkneemster aan de coach weten dat zij met ingang van november 2021 werk heeft gevonden bij een andere werkgever voor de duur van zes maanden. Zij vraagt de coach om dit aan de werkgever door te geven. De coach bevestigt dat te hebben gedaan. In december 2021 bevestigt de gemachtigde van de werkneemster een telefoongesprek met de werkgever waarin is medegedeeld dat de werkneemster vanaf november geen aanspraak op loon maakt, omdat zij ander werk heeft. In reactie daarop verwijt de werkgever de werkneemster haar indiensttreding bij de andere werkgever te hebben verzwegen. Omdat de werkneemster geen re-integratiewerkzaamheden of passende arbeid meer kan doen, stelt de werkgever de arbeidsovereenkomst als per 1 december 2021 beëindigd te beschouwen. De werkneemster legt zich neer bij deze beëindiging van de arbeidsovereenkomst, maar vordert bij de kantonrechter de transitievergoeding en de wettelijke schadeloosstelling wegens beëindiging van de arbeidsovereenkomst zonder inachtneming van de wettelijke opzegtermijn. De kantonrechter wijst deze vorderingen toe. Daartoe stelt de kantonrechter voorop dat vast staat dat de werkneemster blijvend ongeschikt is voor haar werk bij de werkgever en dat binnen de onderneming van de werkgever geen passende arbeid voor de werkneemster voorhanden is. Dat betekent dat de werkgever gehouden is om voor de werknemer passende arbeid bij een andere werkgever te zoeken. Als daarbij ander werk wordt gevonden, blijft volgens de wet de arbeidsovereenkomst met de werkgever in stand. De wettelijke schadeloosstelling is gelijk aan het loon over de periode waarin de arbeidsovereenkomst zou hebben voortgeduurd als deze door de werkgever zou zijn opgezegd met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn. In dit geval is dat twee maanden en 24 dagen. Het karakter van gefixeerde schadevergoeding brengt met zich mee dat niet van belang is dat de werkneemster geen schade heeft geleden omdat zij elders werk had.


Commentaar

De druiven zijn in dit geval zuur voor de werkgever, maar de wet is op dit punt duidelijk: de arbeidsovereenkomst met de arbeidsongeschikte werknemer eindigt niet als de werknemer passende arbeid aanvaardt. Pas als de arbeidsongeschiktheid van de werknemer 104 weken heeft geduurd, kan de werkgever de arbeidsovereenkomst opzeggen, waarvoor hij dan eerst nog toestemming van het UWV moet vragen. Het loon dat de werknemer bij de andere werkgever verdient, kan door de werkgever worden verrekend met het tijdens ziekte door te betalen loon. De werknemer verliest de aanspraak op loon tijdens ziekte dus niet. Deze blijft op de achtergrond van belang als garantie waarop de werknemer kan terugvallen als de passende arbeid bij de andere werkgever eindigt of als de werknemer bij de andere werkgever minder verdient dan zijn oorspronkelijke werkgever als loon tijdens ziekte moet betalen.