Geen nieuwe bedongen arbeid en daarom ook geen nieuwe verplichting tot loondoorbetaling tijdens ziekte

Geen nieuwe bedongen arbeid en daarom ook geen nieuwe verplichting tot loondoorbetaling tijdens ziekte
Datum: 19-05-2019
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2019 / 341
Vindplaats: Rechtbank Oost-Brabant 13 maart 2019, ECLI:NL:RBOBR:2019:1416
Uitspraak

Het UWV had geoordeeld dat de aangepaste arbeid die een arbeidsongeschikte werknemer gedurende drie jaar verrichtte nieuwe bedongen arbeid was geworden. Bij een nieuwe uitval wegens ziekte zou daarom loon tijdens ziekte moeten worden betaald. Het UWV wilde dat loon verrekenen met de alsnog toegekende WIA-uitkering. Maar de rechtbank was van mening dat van nieuwe bedongen arbeid geen sprake was.

Bij een werkgever werkte sinds 1988 een werknemer in de functie van chauffeur gedurende 36 uur per week. Het grootste deel van de werkzaamheden vond ’s nachts plaats: de werknemer werkte in een rooster van vijf dagen per week van 4:00 uur tot 11:00 uur. Op 7 januari 2013 viel de werknemer ziek uit voor dat werk. Na gedeeltelijk herstel werkt de werknemer gedurende 30 uur per week. Omdat hij blijvend beperkt is voor nachtdiensten en diensten in vroege uren, werkt hij in een aangepast rooster. Per 1 september 2014 worden deze werkzaamheden uitgebreid met werk gedurende zes uur per week, zodat hij dan weer 36 uur per week werkt. Bij besluit van 16 oktober 2014 legt het UWV een loonsanctie aan de werkgever op wegens het plegen van te weinig re-integratie-inspanningen. De werkgever moet daardoor het loon doorbetalen tot 4 januari 2016. De loonsanctie wordt door het UWV echter alsnog beëindigd per 13 januari 2015. De werkgever heeft dan aan een arbeidsdeskundige bevestigd dat de combinatie van 30 uur chauffeurswerk op aangepaste tijden en 6 uur ander werk, structureel aan de werknemer zal worden aangeboden. Door de opheffing van de loonsanctie moet ook de aanvraag van de werknemer voor een WIA-uitkering alsnog in behandeling worden genomen. Omdat de werknemer 36 uur werkt in structurele arbeid, wordt bepaald dat de werknemer per 13 januari 2015 geen recht heeft op een WIA-uitkering.
Op 15 augustus 2017 valt de werknemer opnieuw ziek uit als gevolg van de gezondheidsklachten waarmee hij ook al eerder uitviel. Hij wordt volledig arbeidsongeschikt geacht en het UWV kent dan alsnog een WIA-uitkering toe. Daarbij brengt het UWV echter een bedrag in mindering wegens inkomsten uit arbeid, omdat het UWV van mening is dat de werkgever opnieuw gedurende 104 weken het loon moet doorbetalen. Het UWV overweegt daartoe dat de werknemer gedurende langere tijd werkzaam is geweest in nieuwe bedongen arbeid. Nadat het UWV het bezwaar van de werkgever tegen dat besluit ongegrond heeft verklaard, moet de rechtbank over de zaak oordelen.
De rechtbank vernietigt de beslissing op het bezwaarschrift van het UWV en bepaalt dat geen inkomsten op de WIA-uitkering in mindering mogen worden gebracht. Op grond van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep beoordeelt de rechtbank of de re-integratieafspraken die de werkgever met de werknemer had gemaakt door de werknemer mochten worden opgevat als nieuwe bedongen arbeid. De (inmiddels overleden) werknemer had zelf al aangegeven dat hij die afspraken niet als zodanig had opgevat. Het UWV had zijn stelling dat sprake was van nieuwe bedongen arbeid gebaseerd op de stelling dat reguliere taken zijn samengevoegd tot een nieuwe functie, waarin de werknemer ruim drie jaar gewerkt heeft. Daarover zouden gaandeweg de re-integratie afspraken zijn gemaakt die op meerdere beoordelingsmomenten zouden zijn vastgelegd. De rechtbank stelt echter vast dat er geen enkele onderbouwing is van die gaandeweg gemaakte afspraken en ook niet van de vastlegging op meerdere beoordelingsmomenten. Dat de werkgever verklaard heeft dat de nieuwe functie structureel is, betekent volgens de rechtbank nog niet dat de bedongen arbeid is gewijzigd. Ook wijst de rechtbank er op dat partijen de bedoeling hadden de werknemer te re-integreren in full-time arbeid als chauffeur en dat de aangepaste arbeid steeds lichter gemaakt moest worden als gevolg van de medische situatie van de werknemer. Volgens de rechtbank is geen nieuwe bedongen arbeid ontstaan en dus is er ook geen nieuwe loondoorbetalingsverplichting bij de nieuwe uitval wegens ziekte.


Commentaar

Bekend is dat het UWV vaak stelt dat aangepaste arbeid die een arbeidsongeschikte werknemer in het kader van de re-integratie verricht nieuwe bedongen arbeid is. In dat geval betekent een nieuwe uitval wegens ziekte ook een nieuwe loondoorbetalingsverplichting gedurende 104 weken. Het UWV kan dat loon in mindering brengen op de WIA-uitkering die moet worden toegekend als de nieuwe uitval wegens ziekte plaatsvindt binnen vijf jaar en wegens dezelfde ziekteoorzaak als die waarmee de werknemer eerder de wachttijd van de WIA volmaakte.
De Centrale Raad van Beroep eist voor het aannemen van nieuwe bedongen arbeid dat de werknemer op grond van de gedragingen van de werkgever mocht verwachten dat de arbeidsovereenkomst zou worden gewijzigd. Bij de beoordeling van de re-integratie-inspanningen van de werkgever die plaatsvindt na het indienen van de aanvraag voor een WIA-uitkering door de werknemer, is vaak een relevante vraag of door de werkgever aan de werknemer aangeboden passende arbeid structureel (en dus ook na de beoordeling van de re-integratie-inspanningen) zal worden aangeboden. De arbeidsdeskundige van het UWV vraagt daar dan vaak naar. Als sprake is van niet structureel aan te bieden arbeid staat is het resultaat van de re-integratie niet voldoende. Het UWV moet dan de re-integratie-inspanningen beoordelen en als die niet voldoende zijn kan een loonsanctie worden opgelegd. Als de werkgever mededeelt dat de aangepaste arbeid structureel kan worden aangeboden, betekent dat echter nog niet dat sprake is van nieuwe bedongen arbeid. Dat hangt immers niet af van wat de werkgever aan het UWV mededeelt, maar van wat de werknemer op grond van het gedrag van de werkgever mag verwachten. In dit geval was sprake van structureel aangeboden passende arbeid, maar daarmee nog niet van nieuwe bedongen arbeid.