Vervolguitkering WW wordt afgeschaft

Vervolguitkering WW wordt afgeschaft
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2003 / 79
Vindplaats: Zie: persbericht Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 11 augustus 2003, nr. 03/023

Uitspraak

De Ministerraad heeft op 8 augustus 2003 besloten dat de vervolguitkering in de WW wordt afgeschaft. Daartoe is een wetsvoorstel naar de Raad van State gevoerd. Indien het voorstel wet wordt, zal het met terugwerkende kracht gaan gelden voor werknemers die op of na 11 augustus 2003 werkloos worden.


Commentaar

De vervolguitkering is een uitkering op bijstandsniveau (70% van het minimumloon), die echter van een bijstandsuitkering verschilt doordat niet getoetst wordt of de partner van de werknemer inkomen heeft ("partnertoets") en of de werknemer over vermogen beschikt dat kan worden aangewend om in het levensonderhoud te voorzien ( "vermogenstoets"). De vervolguitkering duurt twee jaar en wordt uitgekeerd als de duur van de loon-gerelateerde uitkering (70% van het laatstgenoten loon, maximaal 70% van het maximum dagloon) verstreken is en als de werknemer dan nog steeds werkloos is. De loongerelateerde uitkering duurt tussen de zes maanden en vijf jaar, afhankelijk van het (werkelijke en fictieve) arbeidsverleden van de werknemer. Werknemers met onvoldoende arbeidsverleden krijgen in plaats van een loongerelateerde uitkering slechts zes maanden een "kortdurende uitkering" van 70% van het minimumloon. Voor werknemers die op de eerste werkloosheidsdag 57,5 jaar oud waren, bleef de vervolguitkering lopen totdat zij 65 jaar werden, zodat zij niet in de bijstand terug vielen. Voor deze groep werknemers wordt nu de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers van belang. Deze wet voorziet voor hen in een uitkering, waarbij geen vermogenstoets plaats vindt en slechts een beperkte partnertoets. De IOAW-uitkering wordt verstrekt door de gemeente. De afschaffing van de vervolguitkering zou wel nadelige gevolgen hebben voor de voortzetting van de pensioen-opbouw van oudere werknemers, zoals die plaats vindt door de Stichting Financiering Voortzetting Pensioen-verzekering. Alleen werknemers die op de eerste werkloosheidsdag 60 jaar oud zijn, zouden nu nog tot hun 65e jaar recht op pensioenopbouw hebben.
Bij de Tweede Kamer is ook nog de Wet werkgevers-bijdrage werkloosheidslasten oudere werknemers aan-hangig, welke voorziet in een bijdrage van de werkgever in de WW-uitkering van werknemers die op de eerste werkloosheidsdag 57,5 jaar oud waren. Naar verluidt wordt op het Ministerie van Sociale Zaken en Werk-gelegenheid ook nog gestudeerd op een voornemen van het kabinet Balkenende I om ontslagvergoedingen te verrekenen met de WW-uitkering.