Ontbinding arbeidsovereenkomst zieke werknemer

Ontbinding arbeidsovereenkomst zieke werknemer
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2012 / 211
Vindplaats: Kantonrechter Amsterdam 7 mei 2012, www.rechtspraak.nl, LJN: BW5594
Uitspraak

De arbeidsovereenkomst van een werkneemster die anderhalf jaar ziek was werd zonder toekenning van een ontslagvergoeding ontbonden, ondanks dat het UWV in een deskundigenoordeel tot de conclusie was gekomen dat de re-integratie-inspanningen van de werkgever onvoldoende waren geweest.



Wat was er aan de hand?

De betreffende werkneemster was vanaf 2002 in dienst en vanaf 2003 regelmatig arbeidsongeschikt geweest. De laatste uitval wegens ziekte dateerde van oktober 2010 en duurde voort tot de datum van ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Bij de re-integratie wordt aanvankelijk gekoerst op een volledig herstel per 1 augustus 2011. Op 25 juli 2011 rapporteert de bedrijfsarts echter dat de werknemer volledig arbeidsongeschikt is. Als in oktober 2011 een gesprek tussen partijen plaatsvindt, deelt de werkneemster mede dat werkhervatting wat haar betreft een gepasseerd station is. In februari komt het toch tot een werkhervatting van twee maal twee uur per week, waarbij de werkneemster onder een andere leidinggevende komt te werken. In maart 2012 oordeelt een arbeidsdeskundige van het UWV in het kader van een door de werkneemster aangevraagd deskundigenoordeel dat de re-integratie-inspanningen van de werkgever onvoldoende zijn geweest.



Wat besliste de rechter?

De werkgever verzoekt vervolgens de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst met de werkneemster zonder ontslagvergoeding te ontbinden, omdat zij geen vertrouwen meer in de werkneemster heeft, die onredelijke voorwaarden aan de re-integratie zou stellen en de werkgever, de arbodienst en de bedrijfsarts wantrouwt en beschuldigt van liegen en bedriegen. Ondanks dat het ontbindingsverzoek verband houdt met de ziekte van de werkneemster, ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst inderdaad zonder ontslagvergoeding omdat partijen elkaar over en weer niet meer vertrouwen. Een aantal verwijten van de werkneemster aan het adres van de werkgever acht de kantonrechter niet terecht en anders dan het UWV is de kantonrechter van mening dat aan de werkgever ter zake van de re-integratie geen verwijt gemaakt kan worden. De kantonrechter stelt uitdrukkelijk vast dat ook aan de werkneemster geen verwijten gemaakt kunnen worden, omdat de achterdochtige opstelling van de werkneemster tegenover de werkgever en de arbodienst blijkens een rapport van een psychiater voortkomen uit haar ziektebeeld. Uit dat rapport blijkt dat bij de werkneemster een complex van ernstige psychiatrische ziekten is geconstateerd. Dat geen ontslagvergoeding aan de werkneemster wordt toegekend is een gevolg van het feit dat de kantonrechter van oordeel is dat de ziekte en de gevolgen daarvan voor de arbeidsverhouding wel voor rekening en risico van de werkneemster komen.


Commentaar

De kantonrechter is van mening dat de werkgever voldoende re-integratie-inspanningen heeft gepleegd, waar de arbeidsdeskundige van het UWV aanvankelijk tot een tegengesteld oordeel was gekomen. Daardoor was het risico levensgroot dat het UWV de werkgever een loonsanctie zou hebben opgelegd, zodat de werkgever verplicht zou zijn geweest om nog een jaar langer loon tijdens ziekte aan de werkneemster te betalen. Het aanvechten van deze loonsanctie is in de praktijk erg moeilijk. In bezwaar is het UWV er niet gemakkelijk toe aan te zetten om een reeds ingenomen standpunt te herzien en omdat de Centrale Raad van Beroep in loonsanctiezaken vrijwel steeds in het nadeel van de werkgever beslist, heeft beroep en hoger beroep bij de rechter doorgaans ook niet veel zin. Door de ontbinding van de arbeidsovereenkomst kan nu geen loonsanctie meer worden opgelegd, hoeft geen loon tijdens ziekte meer te worden betaald en komt zelfs een eventueel toe te kennen WGA-uitkering niet meer voor rekening van de werkgever.