Billijke vergoeding voor statutair bestuurder wegens opzegging arbeidsovereenkomst zonder redelijke grond

Billijke vergoeding voor statutair bestuurder wegens opzegging arbeidsovereenkomst zonder redelijke grond
Datum: 15-04-2018
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2018 / 298
Vindplaats: Rechtbank Amsterdam 7 december 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:9104
Uitspraak

Een winkelketen waarvan de aandelen in maart 2015 zijn overgenomen door een buitenlandse vennootschap, neemt op 13 september 2016 een manager in dienst op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Hij wordt benoemd als “chief operating officer” (coo) en krijgt de opdracht om de winkelketen, die zich in slechte financiële omstandigheden bevindt, weer winstgevend te maken zodat deze na twee jaar kan worden verkocht. De manager wordt daarbij benoemd als statutair bestuurder, naast twee buitenlandse aandeelhouders. De manager formeert een nieuw managementteam en stelt samen met dit managementteam een plan op, dat op 7 februari 2017 wordt gepresenteerd aan de aandeelhouders. In dat plan wordt een winstgevende situatie voorzien, maar de aandeelhouders eisen dat deze winstgevendheid al in mei 2017 wordt bereikt. De leden van het managementteam worden daarop verzocht de zaal te verlaten en alleen terug te keren als zij alsnog vertrouwen uitspreken in een positief resultaat in de maand mei. De helft van het managementteam keert na de pauze terug, maar de coo niet. Het plan van het managementteam wordt desondanks op 24 maart 2017 wel gepresenteerd tijdens een filiaalmanagersdag. Op 3 april 2017 krijgt de coo echter te horen dat hij per direct uit zijn functie van statutair bestuurder wordt ontheven. Kort daarna wordt het voltallige personeel en de ondernemingsraad geïnformeerd over het vertrek van de coo en over een nieuwe koers voor de winkelketen, die buiten de coo om is ontwikkeld. Op 20 april 2017 besluiten de aandeelhouders tot ontslag van de coo als statutair bestuurder, waarbij wordt bepaald dat zijn arbeidsovereenkomst per 1 juni 2017 zal eindigen.
De werknemer wendt zich daarna tot de rechtbank met het verzoek om een billijke vergoeding toe te kennen. De rechtbank oordeelt dat geen sprake is geweest van disfunctioneren van de werknemer omdat de kritiek op het functioneren niet met de werknemer is besproken. Voor het bestaan van een verstoorde arbeidsverhouding acht de rechtbank onvoldoende dat de werknemer de tussentijds verscherpte ambitie om al in mei 2017 winstgevend te zijn, niet heeft onderschreven. Hoewel de rechtbank aangeeft dat bij een statutair bestuurder vrij snel sprake zal zijn van ontslag op basis van de “rest-grond” in de wet, oordeelt de rechtbank dat het gestelde verlies aan vertrouwen in dit geval niet de toepassing van de “rest-grond” rechtvaardigt, omdat de beide andere gronden onvoldoende onderbouwd waren en de “rest-grond” niet mag worden gebruikt voor het effectueren van een op andere gronden onvoldragen ontslag. De te betalen billijke vergoeding werd uiteindelijk door de rechtbank op grond van diverse omstandigheden berekend op twee jaarsalarissen.


Commentaar

De arbeidsovereenkomst met de statutair bestuurder kan worden opgezegd zonder dat toestemming van het UWV of instemming van de werknemer vereist is. Opzegging zonder dat is voldaan aan één van de acht redelijke gronden in de wet of als gevolg van ernstig verwijtbaar gedrag van de werkgever, leidt echter tot de verplichting van de werkgever om een billijke vergoeding aan de werknemer te betalen.
Of de statutair bestuurder de ontslagvergoeding nog heeft ontvangen is overigens twijfelachtig. Op 23 januari 2018 is namelijk het faillissement van de winkelketen uitgesproken.