Beroep op proeftijdbeding voor aanvang arbeidsovereenkomst?

Beroep op proeftijdbeding voor aanvang arbeidsovereenkomst?
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 1997 / 9
Vindplaats: Zie: kantonrechter Breda 22 januari 1997, Praktijkgids 1997, nr. 4732
Uitspraak

V. had gesolliciteerd op een vacature als constructeur-tekenaar bij N. Op 10 en 23 januari 1996 hadden sollicitatiegesprekken plaatsgevonden. Op 24 januari 1996 was V. psychologisch getest en op 26 januari 1996 deelde N. schriftelijk mede dat V. (onder voorbehoud van medische goedkeuring) tegen een bepaald salaris bij N. in dienst kon treden. Op 29 januari 1996 deelde V. telefonisch mee daarmee in te stemmen, waarna op 31 januari 1996 de medische keuring plaats vond. Op 19 februari 1996 deelt V. echter telefonisch aan N. mede van indiensttreding af te zien omdat zijn huidige werkgever hem na zijn opzegging een nieuwe aanbieding met grote voordelen heeft gedaan, welke aanbieding hij heeft aanvaard.
N. is van mening dat de opzegging onrechtmatig is en vordert van V. ƒ 4.517,55 schadevergoeding, bestaande uit advertentiekosten, de kosten van de psychologische test en de medische keuring. Het verweer van V. dat nog geen overeenkomst tot stand was gekomen wordt door de kantonrechter verworpen omdat mondelinge overeenstemming over de belangrijkste punten was bereikt. Dat de schriftelijke arbeidsovereenkomst niet was ondertekend, doet daaraan niet af. Hoewel de kantonrechter een beroep op de in de arbeidsovereenkomst opgenomen proeftijd vóór aanvang van de arbeidsovereenkomst mogelijk acht, veroordeelt hij V. in dit geval tot schadevergoeding, omdat het beroep op het proeftijdbeding wordt gedaan op gronden die in de persoonlijke sfeer liggen (de door de oude werkgever toegezegde salarisverhoging) en niet vanwege het verkregen (tegenvallend) inzicht in de aard van het werk waarvoor V. was aangenomen. Dit acht de kantonrechter onrechtmatig. De schadevergoeding wordt echter beperkt tot de kosten van de psychologische test (ƒ 985,00) en de medische keuring. (ƒ 60,00) De advertentiekosten behoeven niet te worden vergoed, omdat die niet uitsluitend ten behoeve van V. zijn gemaakt.


Commentaar

Op grond van de tekst van artikel 7:676 B.W. (voorheen: artikel 7A:1639n B.W.) staat vast dat partijen ook al voor aanvang van de arbeidsovereenkomst op de proeftijd een beroep kunnen doen. Deze bevoegdheid wordt door de kantonrechter ook niet betwist. Wel sluit de kantonrechter te Breda zich aan bij een tweetal eerdere uitspraken van de kantonrechter te Amsterdam waarin geoordeeld werd dat een dergelijk beroep op de proeftijd (in één geval zelfs één dag na aanvang van de arbeidsovereenkomst) tot een schadevergoedingsplicht leidt. De kantonrechter te Amsterdam baseerde dit op misbruik van recht en strijd met goed werkgeverschap. De kantonrechter te Breda merkte het beroep op de proeftijd als "onrechtmatig" aan.