Eigen risicodragen WAO toch aantrekkelijk?

Eigen risicodragen WAO toch aantrekkelijk?
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 1998 / 21
Vindplaats: Zie: Besluit Landelijk instituut sociale verzekeringen 10 juli 1998 nr. IB/AV/22313, Staatscourant 21 juli 1998; Besluit Staats-secretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 21 augustus 1998, nr. SV/AVF/98/10775, Staatscourant 25 augustus 1998
Uitspraak

Bij invoering van de wet Pemba per 1 januari 1998 leek de mogelijkheid van het eigen risicodragen (voor de betaling gedurende de eerste vijf jaren van de WAO-uitkeringen van (ex-) werknemers die op de eerste dag van arbeidsongeschiktheid bij de werkgever in dienst waren) een doodgeboren kindje. In het begin waren er problemen met de te stellen bankgarantie. Banken en verzekeraars vonden die te onbepaald en weigerden aanvankelijk borgstellingen af te geven. Bovendien bleken de eerste premieoffertes van particuliere verzekeringsmaatschappijen niet of nauwelijks voordeel op te leveren. De meeste werkgevers zijn daardoor (al dan niet op basis van een bewuste keuze) in de WAO gebleven.
Dat standpunt kon echter wel eens voor herziening vatbaar blijken te zijn. De WAO-premie voor het jaar 1999 blijkt veel hoger te zijn vastgesteld dan bij invoering van de wet Pemba door de regering in het vooruitzicht was gesteld:

1998 werkelijk 1999 voorzien 1999 werkelijk

rekenpercentage (= basis voor berekening van het individueel bepaalde deel van de WAO-premie)0,30% 0,60% 0,85%maximum gedifferentieerde premie voor grote werkgevers1,12% 2,32% 3,24%maximum gedifferentieerde premie voor kleine werkgevers0,84% 1,74% 2,43%minimum gedifferentieerde premie voor kleine werkgevers0,22% 0,50% 0,77%Grofweg komt het er op neer dat de (wegens aan de wet Pemba verbonden inloopeffecten) voorziene verdubbeling van de premiepercentages uitgelopen is op een verdriedubbeling. Een nieuwe vergelijking van WAO-premie met een particuliere verzekeringspremie kon dan ook wel eens blijken alsnog interessant te zijn. Daarbij komt dat het overstappen van de WAO naar een particuliere verzekeringsmaatschappij er met het verstrijken van de jaren niet gemakkelijker op zal worden. WAO-uitkeringen die voor 1 januari 1998 zijn toegekend behoeven door eigen risicodragers niet te worden uitgekeerd. Dat geldt echter niet voor uitkeringen die na 1 januari 1998 zijn toegekend. Deze worden door verzekeringsmaatschappijen in de regel van dekking uitgesloten, waarna een overstap zelden nog voordelig zal zijn. Bij de aanvraag van een premieofferte wordt zelfs al geïnformeerd naar ziektegevallen die langer dan drie maanden hebben geduurd. Hoe langer met een overstap wordt gewacht, hoe groter het risico dat zich onder het personeelsbestand zieke werknemers bevinden, die van de dekking worden uitgesloten. Een overstap naar een particuliere verzekeringsmaatschappij valt zeker te overwegen voor werkgevers die werknemers in dienst hebben of in dienst hebben gehad aan wie in de jaren 1993 tot en met 1997 een WAO-uitkering is toegekend. Deze werkgevers betalen nog tot maximaal 2003 een verhoogde WAO-premie, te berekenen over de totale loonsom van alle werknemers. Omdat een particuliere verzekeringsmaatschappij de betalingsverplichting van deze voor 1 januari 1998 toegekende WAO-uitkeringen niet behoeft over te nemen, kan tegenover de verhoogde WAO-premie een niet-verhoogde particuliere verzekeringspremie worden gesteld. De werkgever bevrijdt zich daardoor van de lasten die de toekenning van de WAO-uitkering aan zijn (ex-) werknemers voor hem met zich meebrengt.


Commentaar

Voor werkgevers die een verhoogde WAO-premie krijgen opgelegd bestaat wellicht nog een andere mogelijkheid om aan de premieverhoging te ontkomen. Dan moet bezwaar gemaakt worden tegen het besluit tot vaststelling van een verhoogde WAO-premie. Volgens de wet kan dat niet wegens argumenten die zijn ontleend aan de onderliggende WAO-uitkering, omdat de wet sinds 1 januari 1998 de werkgever de mogelijkheid geeft rechtstreeks tegen de toekenning van deze uitkering bezwaar en beroep in te stellen. Voor uitkeringen die voor 1 januari 1998 zijn toegekend, heeft de werkgever deze mogelijkheid echter nooit gehad en er valt veel voor te zeggen dat dan alsnog bij de premievaststelling geklaagd moet kunnen worden over de WAO-uitkering zelf. Vervolgens zou met soortgelijke argumenten als des-tijds tegen de zogenaamde "malusbeschikkingen" zijn aangevoerd, een redelijke kans van succes bestaan, zij het dat de zaak thans wel wat genuanceerder ligt dan destijds met de malusbeschikkingen het geval was. Of voor 1998 nog bezwaar kan worden gemaakt tegen de premienota is de vraag. Als vooraf een beschikking is gestuurd waarin een verhoogde WAO-premie is vastgesteld en verzuimd is en daartegen binnen zes weken bezwaar te maken, zou bezwaar tegen de hoogte van de in de premienota berekende WAO-uitkering wel eens op die grond afgewezen kunnen worden. Niettemin blijft ook een bezwaar tegen de premienota de moeite van het proberen waard.