Geen loondoorbetaling tijdens ziekte bij verkeersongeval door alcoholgebruik

Geen loondoorbetaling tijdens ziekte bij verkeersongeval door alcoholgebruik
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2002 / 58
Vindplaats: Zie: kantonrechter Amersfoort 12 december 2001, JAR 2002/34
Uitspraak

Aan een junior accountmanager is door zijn werkgever een lease-auto ter beschikking gesteld. Op de avond van 28 februari 2001 veroorzaakt de werknemer met deze auto een verkeersongeval nadat hij alcoholhoudende drank (bier en whisky) heeft genuttigd. In het bloed van de werknemer werd een alcoholpromillage van 1,98% vastgesteld, terwijl 0,50% is toegestaan. Bij het ongeval is voor ruim Euro 23.000 schade aan de auto toegebracht, die de leasemaatschappij vanwege het alcoholgebruik niet van de verzekeraar vergoed krijgt en daarom aan de werkgever in rekening brengt. Bovendien is bij het ongeval een laptop computer met een aanschafwaarde (medio 2000) van bijna Euro 8.000 verloren gegaan. Door de strafrechter is de werknemer veroordeeld tot een boete van Euro 3.500 en een onvoorwaardelijke rijontzegging van acht maanden. De werknemer is door het ongeval arbeidsongeschikt geraakt, welke arbeidsongeschiktheid heeft voortgeduurd tot de arbeidsovereenkomst eindigde´
De werkgever heeft vanaf 1 september 2001 geen salaris meer betaald, stellend dat de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van bewuste roekeloosheid en dat de werknemer als hij niet arbeidsongeschikt was ook geen recht op loon zou hebben omdat hij door het verlies van zijn rijbewijs niet zou kunnen werken. Tenslotte beroept de werkgever zich op verrekening van de schade die zij heeft geleden en die zij op de werknemer wil verhalen. De werknemer zou op die gronden al vanaf 1 maart 2001 geen recht op loon meer hebben.
De kantonrechter overweegt dat de werknemer geen recht heeft op loon als het verkeersongeval en de daaruit voortvloeiende arbeidsongeschiktheid is veroorzaakt door de opzet van de werknemer. In de onderhavige procedure (waarin loondoorbetaling bij wijze van voorlopige voorziening wordt gevorderd en waarin de kantonrechter dus nog maar een voorlopig oordeel hoeft te geven) oordeelt de kantonrechter dat de kans groot is dat de rechter in de bodemzaak zal oordelen dat met opzet gelijk moet worden gesteld het geval waarin de werknemer de aanmerkelijke kans aanvaardt dat een verkeersongeval plaats vindt door uit vrije wil met een auto aan het verkeer te gaan deelnemen met een aanmerkelijk hoger alcoholpromillage in zijn bloed dan wettelijk is toegestaan. Voor de kantonrechter speelt daarbij een rol dat (anders dan bijvoorbeeld bij opzettelijk risicovol gedrag bij sportbeoefening) op dit gedrag door de wet straf is gesteld.Ook in het feit dat de werknemer bij arbeidsgeschiktheid zijn werk niet zou kunnen doen, omdat hem de rijbevoegdheid is ontnomen door een oorzaak die voor zijn rekening komt, ziet de kantonrechter een feit dat voor de rechter in de bodemzaak reden zou kunnen zijn om de werknemer het recht op loon te onthouden.


Commentaar

Gelet op het verwijtbare karakter van de reden van het ontstaan van de arbeidsongeschiktheid komt het vonnis van de kantonrechter billijk over. Een andere uitkomst was evenwel zeer wel denkbaar geweest. Voor het vervallen van het recht op loondoorbetaling tijdens ziekte eist de wet dat de arbeidsongeschiktheid door de opzet van de werknemer is ontstaan. De stelling dat de opzet van de werknemer niet gericht was op het doen ontstaan van de arbeidsongeschiktheid zou zeker niet kansloos zijn geweest. Meer kans maakt de vordering tot vergoeding van schade. De wet eist daarvoor dat de schade is ontstaan door opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Volgens de jurisprudentie is daartoe voldoende dat de werknemer van het ontstaan van de schade een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Dat lijkt hier wel het geval, maar daarbij speelt dan wel een rol dat de vordering tot schadevergoeding maar met een deel van het loon verrekend mag worden.