Geen loonsanctie wegens belastende privé-situatie van de werknemer

Geen loonsanctie wegens belastende privé-situatie van de werknemer
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2010 / 187
Vindplaats: Rechtbank Zwolle 6 oktober 2010, www.rechtspraak.nl, ljn: BO0355

Uitspraak

Bij TNT Post werkt een werknemer die op 17 december 2006 arbeidsongeschikt uitvalt voor zijn werk als chauffeur. Op 2 oktober 2008 vraagt hij een WIA-uitkering aan. Het re-integratieverslag dat met de aanvraag wordt meegestuurd, wordt door het UWV onvoldoende duidelijk geacht. Omdat de werkgever desgevraagd zonder geldige reden geen aanvulling heeft gegeven op het re-integratieverslag, legt het UWV op 15 oktober 2008 aan de werkgever een loonsanctie op. De werkgever moet daardoor het loon tijdens ziekte tot 13 december 2009 (voor 70%) doorbetalen. Vervolgens besluit het UWV op 12 januari 2009 dat een loonsanctie wordt opgelegd, omdat de werkgever zonder deugdelijke grond heeft afgezien van het plegen van voldoende re-integratie-inspanningen.

De werkgever maakt tegen dat besluit bezwaar en stelt, na ongegrondverklaring van dat bezwaar, beroep in bij de rechtbank. Die oordeelt allereerst dat geen sprake is van een bevredigend re-integratie-

resultaat zoals dat bedoeld is in de Beleidsregels beoordelingskader poortwachter van het UWV. Daarom kon het UWV volgens de rechtbank toekomen aan de beoordeling van de re-integratie-inspanningen van de werkgever. Omdat het opleggen van de loonsanctie voor de werkgever een belastend besluit is, moet het UWV aannemelijk maken dat de werkgever zonder deugdelijke grond onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht. Het UWV hoeft daarbij niet zo ver te gaan dat aan de concreet door de werkgever te nemen stappen worden geformuleerd, maar de motivering van de oplegging van de loonsanctie moet wel zo concreet zijn dat de werkgever duidelijk kan zijn waaruit zijn tekortkoming ten aanzien van de re-integratie bestaat. De verwijten van het UWV aan het adres van de werkgever zijn dat pas na een jaar is gestart met herplaatsing toen re-integratie in het eigen werk niet mogelijk bleek, dat niet inzichtelijk is gemaakt wat de eventuele arbeidsmogelijkheden zijn bij TNT in het hele land en buiten TNT en dat TNT geen actie heeft ondernomen om de werknemer te laten meewerken aan de re-integratie toen deze dat naliet.

TNT is van mening dat de medische beperkingen en de geringe mobiliteit van de werknemer met zich meebrengen, dat de mogelijkheid tot re-integratie bij een andere werkgever beperkt is. Ook is de werkgever van mening dat het loon niet zonder meer stop gezet kan worden, omdat de werknemer al gedurende een lange periode in dienst is, ernstige medische beperkingen heeft en gebukt gaat onder een moeilijke thuissituatie. Door aan te tonen dat de werknemer niet geschikt is voor chauffeurswerk, door een re-integratiebureau in te schakelen, door begeleiding te geven bij sollicitaties, door te helpen bij het zoeken naar vacatures en door een assessment te doen, is TNT van mening voldoende re-integratie-inspanningen te hebben gedaan.

De rechtbank is van mening dat het UWV ten onrechte een loonsanctie heeft opgelegd, omdat de kans op herplaatsing van de werknemer klein is en de werknemer niet wil re-integreren. Daardoor kan in redelijkheid van de TNT niet worden gevergd zich in te spannen voor (om)scholing van de werknemer of het inzetten van voorzieningen. Ook door de belastende privé-situatie van de werknemer zijn de re-integratiemogelijkheden beperkt. Door het inschakelen van een re-integratiebureau en het uitvoeren van een assessment heeft TNT genoeg re-integratie-inspanningen gedaan. Ook mocht het onderzoek naar de herplaatsing beperkt worden tot de mogelijkheden in de regio Apeldoorn vanwege de medische beperkingen van de werknemer.


Commentaar

De werkgever mag in dit geval niet mopperen over de uitkomst van de beroepsprocedure. De meeste beroeps-procedures in loonsanctiezaken lopen slechter af, zeker nadat de Centrale Raad van Beroep op 18 november 2009 het UWV op een aantal principiële punten in het gelijk heeft gesteld. In het bijzonder is coulant van de rechtbank dat zij de werkgever niet aanrekent dat deze de onwillige werknemer niet middels de sanctie van het weigeren van loondoorbetaling tijdens ziekte gedwongen heeft tot meer medewerking aan de re-integratie. Mogelijk heeft dat iets te maken met de thuissituatie van de werknemer, waarover in de uitspraak echter niet meer te lezen is dan dat die belastend en moeilijk was.