Geen ontbinding arbeidsovereenkomst wegens gevangenisstraf van werknemer

Geen ontbinding arbeidsovereenkomst wegens gevangenisstraf van werknemer
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2004 / 86
Vindplaats: Kantonrechter Eindhoven 24 november 2003, JAR 2004/6
Uitspraak

Een werknemer is op 1 maart 1993 als medewerker expeditie bij een (kennelijk tamelijk grote) werkgever in dienst getreden. De werknemer is in de loop van de jaren een aantal malen schriftelijk gewaarschuwd om uiteenlopende redenen. Begin 2000 onttrekt de werknemer zich anderhalve maand aan de controle van de arbodienst. Als de werknemer alsnog op de controle verschijnt blijkt hij een gebroken arm te hebben. Die anderhalve maand is de werknemer niet bereikbaar geweest omdat hij was opgepakt door de politie. Hij wordt dan vijf dagen geschorst wegens het niet voldoen aan de controlevoorschriften.
Op 12 juni 2003 deelt de (dan 38-jarige) werknemer mede dat hij vanaf 18 augustus 2003 een gevangenisstraf van 11 maanden moet uitzitten, wegens een zedenmisdrijf waarbij een minderjarige was betrokken. De werkgever vraagt dan ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De werknemer verweert zich onder meer met de stelling dat het delict waarvoor hij is veroordeeld niets met het werk te maken heeft en dat een groot bedrijf als dat van de werkgever in staat moet zijn de tijdelijke afwezigheid van een werknemer op te vangen. Dit verweer vindt genade in de ogen van de kantonrechter, die het verzoek van de werkgever afwijst.


Commentaar

Het feit dat de werknemer door eigen toedoen gedurende langere tijd buiten staat was de overeengekomen werkzaamheden te verrichten, weerhoudt de kantonrechter er niet van het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst af te wijzen. Wij zouden toch gemeend hebben dat dit aspect zwaarder moest wegen. Dat de werkgever in staat is de afwezigheid van de werknemer op te vangen (zoals in geval van ziekte), laat naar onze mening onverlet dat deze opvang in dit geval niet van de werkgever verlangd zou mogen worden. Daarover
kan dus kennelijk anders worden gedacht.