Geen ontslag op staande voet wegens niet gehoor geven aan oproepen van bedrijfsarts

Geen ontslag op staande voet wegens niet gehoor geven aan oproepen van bedrijfsarts
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2002 / 65
Vindplaats: Zie: kantonrechter ´s-Gravenhage 24 juli 2002, JAR 2002/190
Uitspraak

Een netwerkbeheerder wordt door zijn werkgever op 6 oktober 2000 op non-actief gesteld. Omstreeks eind 2000/ begin 2001 meldt hij zich ziek, omdat de artsen keelkanker bij hem hebben vastgesteld. De netwerkbeheerder heeft de werkgever daarvan op de hoogte gesteld. Vanaf begin juni 2001 tot begin augustus 2001 verblijft de netwerkbeheerder in verband met zijn gezondheidstoestand niet op zijn eigen huisadres, maar op het adres van zijn ex-echtgenote. De werkgever noch de bedrijfsarts worden daarover geinformeerd en ook worden geen maatregelen getroffen om de aan het huisadres verzonden post door te sturen. Bij brief van 18 juni 2001 wordt de netwerkbeheerder door de arbodienst vergeefs opgeroepen voor het spreekuur van 28 juni 2001. Bij brief van 16 juli 2001 wordt hij vervolgens vergeefs (onder bedreiging met ontslag op staande voet) opgeroepen zich bij de werkgever te melden, teneinde te verklaren waarom hij niet op zijn werk is verschenen. Vervolgens wordt de netwerkbeheerder bij brief van 16 juli 2001 op staande voet ontslagen. Bij brief van zijn gemachtigde van 5 september 2001 wordt de nietigheid van het ontslag ingeroepen.De kantonrechter overweegt dat de netwerkbeheerder in juni en juli 2001 ernstig ziek was en dat aannemelijk is dat deze ziekte hem ook in psychisch opzicht heeft aangegrepen. Dat hij niet heeft gezorgd dat zijn post hem zou bereiken, kan de netwerkbeheerder daardoor niet ten volle worden aangerekend. Verder had de werkgever naar het oordeel van de kantonrechter pogingen kunnen en moeten ondernemen om de werknemer te bereiken op zijn mobiele telefoonnummer (dat bij de werkgever bekend was). De kantonrechter veroordeelt de werkgever daarom tot loondoorbetaling.


Commentaar

De wettelijke regeling voorziet in de sanctie van opschorting van het loon, voor het geval een werknemer niet voldoet aan redelijke en schriftelijke instructies van de werkgever, die ertoe strekken om vast te stellen of de werknemer inderdaad ziek is en (ondanks niet werken) recht op loon heeft. Indien achteraf blijkt dat de werknemer ziek is, moet het loon alsnog worden voldaan. De netwerkbeheerder in het bovenstaande geval, zou dus reeds recht op loon hebben vanwege het simpele feit dat hij nu eenmaal (onbetwist) ziek was. Dat betekent nog niet per se dat een werknemer de in het kader van de controle van het ziekteverzuim gegeven instructies van de werkgever straffeloos kan negeren, omdat hij nu eenmaal ziek is en toch (uiteindelijk) recht op loon heeft. Maar in dit geval kon het negeren van de instructies verband houden met de ziekte van de werknemer, reden waarom dit hem niet zo zwaar kon worden aangerekend, dat een ontslag op staande voet daardoor gerechtvaardigd werd. Werkgevers die een werknemer ontslaan wegens het negeren van de controlevoorschriften ziekteverzuim dienen dan ook steeds rekening te houden met de mogelijkheid dat dit negeren onder omstandigheden verklaard kan worden door de ziekte van de werknemer.