Hoger loon in plaats van toekomstige verhogingen CAO-loon?

Hoger loon in plaats van toekomstige verhogingen CAO-loon?
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2011 / 190
Vindplaats: Kantonrechter Hoorn 22 november 2010, www.rechtspraak.nl, ljn: BO7906
Uitspraak

Bij een automobielbedrijf treedt in december 2006 een werknemer in dienst als automonteur en verkoopmedewerker. In de arbeidsovereenkomst wordt de CAO voor het Motorvoertuig- en Tweewielerbedrijf van toepassing verklaard.

Op 1 oktober 2009 valt de werknemer ziek uit en in december 2009 stuurt de werknemer het bedrijf een brief waarin hij aanspraak maakt op 1 april 2008 (3,5%) en 1 februari 2009 (3%). Later komt daar ook nog een verhoging per 1 juli 2010 (0,7%) bij. De werkgever bestrijdt die vordering met de stelling dat bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst met de werknemer een hoger loon is afgesproken dan het CAO-loon en dat daarbij ook is overeengekomen dat de werknemer twee jaar lang zou afzien van de loonsverhogingen waarop hij op grond van de CAO aanspraak zou kunnen maken. Voor wat betreft de loonsverhoging per 1 februari 2009 stelt de werkgever daarnaast dat met het voltallige personeel is afgesproken dat van loonsverhoging zou worden afgezien vanwege de slechte bedrijfseconomische situatie bij de werkgever. De werknemer betwist met de werkgever een afspraak te hebben gemaakt over het afzien van CAO-loonsverhogingen.

Als de werknemer een loonvordering bij de kantonrechter instelt, laat deze in het midden of een afspraak is gemaakt over het afzien van de loonsverhogingen, omdat de werknemer volgens de kantonrechter terecht stelt dat niet van de CAO kan worden afgeweken. Dat de CAO in de arbeidsovereenkomst van toepassing is verklaard, is voor de kantonrechter daarbij niet beslissend omdat daarvan bij latere overeenkomst ook weer kan worden afgeweken. Omdat het automobielbedrijf lid is van de BOVAG en de werknemer lid is van het FNV, welke beide verenigingen de CAO zijn aangegaan, zijn het automobielbedrijf en de werknemer aan de CAO gebonden. Elk beding dat strijdig is met die CAO is nietig. Hetzelfde geldt (ten overvloede) in de perioden waarin de CAO algemeen verbindend is verklaard. Omdat de CAO bepaalt dat steeds het geldende salaris wordt verhoogd en omdat een hoger salaris dan op grond van de salarisgroep en de functiejaren geldt niet in strijd is met de CAO, wordt de vordering van de werknemer toegewezen. Daarbij moet de werkgever ook vakantietoeslag, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten aan de werknemer betalen. De wettelijke verhoging van het loon wegens te late betaling (normaliter 50%) wordt echter gematigd tot 10% omdat de werkgever op grond van informatie van de BOVAG meende te mogen handelen zoals hij gedaan heeft en omdat de werknemer ook pas in december 2009 om de loonsverhoging heeft verzocht.


Commentaar

De kantonrechter motiveert het vonnis keurig. Afspraken in strijd met de CAO zijn nu eenmaal niet rechtsgeldig, tenminste niet als deze ten nadele van de werknemer zijn. De kantonrechter refereert ook nog aan een arrest van de Hoge Raad waarin is uitgemaakt dat de CAO per onderdeel correct moet worden toegepast en dat daarbij niet tussen verschillende onderdelen gecompenseerd mag worden.