In arbeidsovereenkomst kan volmacht besloten liggen om werkgever te vertegenwoordigen

In arbeidsovereenkomst kan volmacht besloten liggen om werkgever te vertegenwoordigen
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 1999 / 25
Vindplaats: Zie: HR 9 oktober 1998, JAR 1998/238
Uitspraak

Op of omstreeks 5 oktober 1993 heeft een chauffeur van transportbedrijf B. op een bouwterrein een berg grond afgegraven en naar een stortterrein afgevoerd. Een werknemer van bouwbedrijf H., die op het bouwterrein aanwezig was, heeft daarbij een handtekening gezet onder een door de chauffeur geschreven briefje, dat (voor zover van belang) vermeldt: "vracht grond van bouwterrein naar stortterrein". Het bouwbedrijf laat vervolgens de facturen van het transportbedrijf onbetaald, aanvoerend dat geen van de twee op het bouwterrein aanwezige werknemers gemachtigd was om voor het bouwbedrijf opdrachten te verstrekken en dat ook niet de schijn gewekt was dat de werknemers bevoegd waren het bouwbedrijf te vertegenwoordigen. Met dit verweer heeft het bouwbedrijf succes bij de rechtbank, maar in hoger beroep wordt het vonnis van de rechtbank door het gerechtshof vernietigd.
De Hoge Raad is van mening dat het gerechtshof terecht kon oordelen dat het transportbedrijf er in de gegeven omstandigheden van uit mocht gaan dat in de aanstelling door het bouwbedrijf van de betreffende werknemer tot "degene die op uitvoeringsniveau leiding geeft aan de werkzaamheden" (welk leiding geven zich volgens het gerechtshof ook uitstrekte tot werkzaamheden door anderen dan werknemers van het bouwbedrijf) besloten ligt dat aan deze werknemer een toereikende volmacht is verleend om die overeenkomsten aan te gaan, die "naar verkeersopvattingen" uit de vervulling van die functie voortvloeien. Nu het in dit geval om vervuilde grond ging, terwijl het gerechtshof had geoordeeld dat het ging om een eenvoudige transactie, die wat betreft inhoud en kostprijs niet van zodanige zwaarte was dat de chauffeur van het transportbedrijf reeds daarom had moeten begrijpen dat de werknemer van het bouwbedrijf niet bevoegd kon zijn, was de Hoge Raad van mening dat het gerechtshof dit oordeel beter had moeten motiveren, omdat de kosten van het afvoeren van vervuilde grond aanzienlijk hoger zijn dan het afvoeren van schone grond. Ook had het gerechtshof moeten ingaan op de stelling van het bouwbedrijf, dat het transportbedrijf aanvankelijk meende de overeenkomst te hebben gesloten met de eigenaar van het bouwterrein. Om die redenen werd het arrest van het gerechtshof uiteindelijk toch vernietigd en werd de zaak naar een ander gerechtshof verwezen, om daar verder te worden behandeld.


Commentaar

Iemand is uitsluitend bevoegd een ander te vertegenwoordigen als hij daartoe een volmacht heeft gekregen. In geval van onbevoegde vertegenwoordiging, kan de vertegenwoordigde toch gebonden zijn, als de schijn is opgewekt dat de onbevoegde vertegenwoordiger wel tot vertegenwoordiging bevoegd was. Of dat laatste het geval is moet aan de hand van de omstandigheden van elk afzonderlijk geval worden bepaald. Het feit dat iemand op een bouwplaats leiding geeft aan de werkzaamheden kon volgens de Hoge Raad betekenen dat een transportbedrijf er van uit mocht gaan dat deze persoon ook bevoegd was om opdracht te geven tot het afvoeren van grond. Dat die opgewekte schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid zo ver ging, dat het transportbedrijf er van uit mocht gaan dat de betreffende werknemer ook opdracht mocht geven voor het afvoeren van vervuilde grond, was voor de Hoge Raad kennelijk wat minder voor de hand liggend, want het gerechtshof had dat naar het oordeel van de Hoge Raad onvoldoende gemotiveerd.In welke gevallen een werkgever ten opzichte van derden gebonden kan zijn aan onbevoegde vertegenwoordiging door zijn werknemers, is steeds afhankelijk van de feiten en omstandigheden van elk afzonderlijk geval. De werkgever die wil voorkomen dat hij gebonden wordt aan handelingen van zijn werknemers, kan weinig anders doen dan zijn werknemers goed instrueren en eventueel zijn potentiële wederpartijen vooraf duidelijk maken waartoe zijn werknemers wel en niet bevoegd zijn.