Loondoorbetaling tijdens vakantiedagen kan niet in uurloon worden opgenomen

Loondoorbetaling tijdens vakantiedagen kan niet in uurloon worden opgenomen
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2006 / 120
Vindplaats: Hof van Justitie EG 16 maart 2006, Robinson-Steele/R.D. Retail Services (C-131/04) en Clarke/Frank Staddon alsmede Caulfield en Barnes/Hansonn Clay Products(C-257/04)
Uitspraak

Het Europese Hof van Justitie heeft in een prejuduciële beslissing, gevraagd door twee Britse rechters, moeten oordelen over de vraag of het in overeenstemming met Richtlijn 93/104/EG (Richtlijn van de Europese Raad van Ministers van 23 november 1993 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd) is als betaling van loon tijdens vakantie is opgenomen in het uurloon of dagloon (in Engeland aangeduid als "rolled-up holiday pay").

De heer Robinson-Steele was van 19 april 2002 tot 19 december 2003 in dienst van R.D. Retail Services Ltd., welke onderneming de diensten van zijn werknemers aanbiedt aan grote ondernemingen in de detailhandel. De werknemers van Retail Services verrichten werkzaamheden op het gebied van winkelinrichting en het vullen van schappen. De heer Robinson-Steele werkte in die periode per week vijf dagdiensten van twaalf uur of vier nachtdiensten van twaalf uur, met uitzondering van één week kerstvakantie in 2002. Die werd niet apart doorbetaald. In zijn arbeidsovereenkomst stond dat het recht op doorbetaling van loon tijdens vakantie opgebouwd werd naarmate de werknemer werkte en dat de betaling van het loon tijdens die vakantie samen met en in aanvulling op het uurloon betaald wordt op basis van 8,33% van het uurloon. Op de loonstrook werd vermeld dat in het loon een vergoeding voor verlof- en ziektedagen was begrepen.

De heer Clark is vanaf 2 april 2001 in dienst van Frank Staddon Ltd. werkzaam als opperman/steenhouwer. Van 23 juni 2001 tot 24 juli 2001 werkt hij niet in verband met vakantie. Hij krijgt tijdens die vakantie niet betaald. In de arbeidsovereenkomst en op de loonstrook staat dat het loon tijdens vakantie- en feestdagen is begrepen in het dagloon.

Bij Marshalls Clay Products tenslotte, een bedrijf dat producten van klei vervaardigt voor de bouwnijverheid, zijn drie werknemers (de heren J.C. Caufield en C.F. Caulfield en de heer Barnes) in dienst als algemene machinebedieners. Sinds 1984 werken zij in een twee-ploegendienst "vier dagen op en vier dagen af". Bij ondernemings-CAO was bepaald dat het vakantieloon was opgenomen in het uurloon en dat de vakantiedagen werden opgenomen tijdens de rustdagen in het werkrooster. Om langere vakantieperioden mogelijk te maken waren er twee perioden van "acht dagen op en acht dagen af" en één periode van "zestien dagen op en zestien dagen af". Ook hier werd alleen loon betaald over gewerkte dagen.

Het Europese Hof oordeelt dat de hierboven genoemde Europese Richtlijn er zich tegen verzet dat een deel van het loon dat aan de werknemer wordt betaald voor verrichte arbeid, de betaling van het vakantieloon vertegenwoordigt, zonder dat de werknemer tijdens de jaarlijkse vakantie een betaling ontvangt bovenop die voor de verrichte arbeid. Het Hof oordeelt tevens dat van dit recht niet bij overeenkomst kan worden afgeweken. Ook betaling van het vakantieloon verspreid over het jaar tegelijk met het loon voor de verrichte arbeid (en niet als uitbetaling voor een opgenomen periode van vakantie) is volgens het Hof in strijd met de Richtlijn. Het Hof acht daarentegen wel een systeem van verrekening (mits transparant en begrijpelijk) mogelijk waarbij vakantieloon verspreid over het jaar wordt uitgekeerd samen met het loon voor verrichte arbeid en waarbij periodiek een verrekening wordt gemaakt voor het vakantieloon dat de werknemer in een bepaalde periode opneemt.

Het Hof is van mening dat het moment van de betaling van vakantieloon zo moet worden gekozen, dat de werknemer tijdens zijn vakantie in een situatie wordt geplaatst die qua beloning gelijk is aan de situatie tijdens gewerkte periodes.


Commentaar

Ook de Nederlandse wetgeving moet aan de Europese Arbeidstijdenrichtlijn voldoen. Artikel 7:639 van het Burgerlijk Wetboek geeft dan ook recht op loon tijdens vakantie. De uitleg van die bepaling zal door de Nederlandse rechter moeten geschieden overeenkomstig het bovengenoemde arrest van het Europese Hof. Situaties waarbij het loon tijdens vakantiedagen (en de vakantietoeslag) is begrepen in het loon voor de verrichte arbeid komen ook in Nederland voor, met name bij werknemers die onregelmatig (bijvoorbeeld op oproepbasis) werkzaamheden verrichten. Werkgevers doen er goed aan de arbeidsovereenkomst met deze werknemers aan te passen, omdat zij thans behalve het vakantieloon dat is begrepen in het loon voor de verrichte arbeid nog separaat vakantieloon kunnen vorderen over de periode waarin zij vakantie hebben. Waarschijnlijk kan het vakantieloon dan zelfs worden berekend over het loon inclusief het vakantieloon, zodat dan niet alleen voor de tweede maal vakantieloon moet worden betaald, maar dit vakantieloon ook wordt berekend over een te hoge grondslag.