Niet werken als gevolg van ziekte of als gevolg van intrekking bevoegdheid?

Niet werken als gevolg van ziekte of als gevolg van intrekking bevoegdheid?
Datum: 27-06-2016
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2016 / 272
Vindplaats: Kantonrechter Utrecht 1 april 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:1751
Uitspraak

Een werknemer die de overeengekomen werkzaamheden niet meer kon verrichten omdat zijn bevoegdheid daartoe was ingetrokken, maar die ook ziek was, had recht op loondoorbetaling tijdens ziekte omdat de intrekking van de bevoegdheid had plaatsgevonden wegens omstandigheden die verband hielden met die ziekte.

Bij een particulier beveiligingsbedrijf was sinds 1988 een beveiliger in dienst. Op 30 juli 2014 viel deze uit wegens psychische klachten. Van november 2014 tot april 2015 was zelfs sprake van een gedwongen opname in een geestelijke gezondheidszorginstelling. De korpschef van de politie had bij brief van 6 januari 2016 de voor de uitoefening van de beveiligingswerkzaamheden noodzakelijke toestemming ingetrokken omdat de werknemer niet meer beschikte over de betrouwbaarheid die noodzakelijk was voor deze werkzaamheden, aangezien hij in strijd gehandeld had met een gebiedsverbod en een motorrijtuig had bestuurd terwijl hem de rijbevoegdheid was ontzegd. De werknemer had tegen deze beslissing van de korpschef bezwaar gemaakt. De brief van de korpschef was voor het beveiligingsbedrijf aanleiding om de loonbetaling aan de werknemer met ingang van 6 januari 2016 stop te zetten. De werknemer vorderde daarop in kort geding doorbetaling van het loon, stellend dat ziekte de oorzaak was van het niet verrichten van de overeengekomen werkzaamheden.
De kantonrechter overweegt dat de vraag is of de overeengekomen werkzaamheden niet worden verricht als gevolg van ziekte, in welk geval het loon moet worden doorbetaald, dan wel als gevolg van de intrekking van de toestemming van de korpschef, welke omstandigheid in beginsel in de risicosfeer van de werknemer ligt, nu deze in belangrijke mate samenhangt met zijn eigen gedrag. Als een werknemer de overeengekomen werkzaamheden niet kan verrichten als gevolg van een omstandigheid die in zijn risicosfeer ligt, dan is de werkgever geen loon verschuldigd. De werknemer had gesteld dat de reden waarom de toestemming van de korpschef was ingetrokken onlosmakelijk was verbonden met zijn psychische gesteldheid, die ook de reden van de arbeidsongeschiktheid was. Om die reden was de werknemer van mening dat hij toch recht op loon had.
De kantonrechter volgt deze redenering van de werknemer. Overwogen wordt dat de werknemer een onberispelijk arbeidsverleden heeft en dat de werknemer in het kader van zijn re-integratie nog zou kunnen worden ingezet buiten de beveiligingssector (het zogenaamde “tweede spoor”), waarvoor de toestemming van de korpschef niet vereist is. De kantonrechter acht verder van belang dat de werknemer als gevolg van ziekte niet in staat is om inkomen te verwerven.


Commentaar

Op 3 maart 2015 had het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden geoordeeld dat een werknemer die gedetineerd en ziek was geen recht had op loon tijdens ziekte, omdat de detentie de primaire oorzaak was van het niet verrichten van de overeengekomen werkzaamheden. Op die uitspraak had het beveiligingsbedrijf zich beroepen. De kantonrechter was echter van mening dat het in dit geval anders lag. De primaire oorzaak van het niet verrichten van de overeengekomen werkzaamheden was de ziekte van de werknemer, aangezien de incidenten die hadden geleid tot de intrekking van de toestemming van de korpschef ook onder invloed van die ziekte waren verricht. Het beveiligingsbedrijf moest daarom het loon tijdens ziekte toch doorbetalen, ondanks dat het vervallen van de toestemming van de korpschef in de risicosfeer van de werknemer lag.