Ontslag illegale werknemer

Ontslag illegale werknemer
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 1996 / 4
Vindplaats: Zie: Rechtbank Rotterdam 22 februari 1996, JAR 1996/124
Uitspraak

De Wet Arbeid Vreemdelingen verbiedt het tewerkstellen van een vreemdeling indien die niet over een tewerkstellingsvergunning beschikt. Indien werkzaamheden worden verricht zonder de gevraagde vergunning, rijst de vraag wie daarvan het risico draagt: de werkgever, de werknemer of beiden?Om een tewerkstellingsvergunning te verkrijgen, moet een vreemdeling beschikken over een werkverklaring en een verblijfsvergunning. Een werknemer (vreemdeling in de zin van de Vreemdelingenwet) had zijn werkgever (een schoonmaakbedrijf) een geldig paspoort getoond, echter zonder stempel dat aan hem een verblijfsvergunning was verleend. Hij had verder een vervalste werkverklaring getoond. Het schoonmaakbedrijf had de werknemer op staande voet ontslagen wegens het tonen van de vervalste werkverklaring. De Kantonrechter had dat ontslag nietig geoordeeld, waarop het schoonmaakbedrijf hoger beroep had ingesteld. Ook de rechtbank zag echter geen reden voor ontslag op staande voet. Het schoonmaakbedrijf had bij haar controle meer alert moeten zijn op het aanwezig zijn van de vereiste documenten. Omdat het heeft nagelaten het paspoort van de werknemer te controleren op een geldige verblijfsvergunning, heeft het schoonmaakbedrijf het in de eerste plaats aan zichzelf te wijten dat de werknemer illegaal arbeid heeft verricht.


Commentaar

De tendens in de rechtspraak is dat de arbeidsovereenkomst met illegale werknemers wel wordt ontbonden (anders zou immers de werkgever gedwongen zijn een strafbare situatie te handhaven), maar dat een ontslag op staande voet wordt afgewezen en dat bij de ontbinding aan de werknemer een vergoeding wordt toegekend, omdat de ontslagreden geacht wordt tot de risicosfeer van de werkgever te behoren.