Onverschuldigde betaling van loon na ontslag op staande voet

Onverschuldigde betaling van loon na ontslag op staande voet
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2010 / 178
Vindplaats: Kantonrechter Brielle 16 februari 2010, www.rechtspraak.nl, ljn: BL5251
Uitspraak

Bij een bedrijf dat zich bezig houdt met dienstverlening op het gebied van industriële reiniging werkt een werknemer op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van een jaar die op 1 oktober 2007 is ingegaan. Op 11 juni 2008 wordt de werknemer op staande voet ontslagen wegens herhaald te laat op zijn werk komen. De werknemer had aangegeven te laat op zijn werk te zijn gekomen om zijn leidinggevende te pesten. De werkgever betaalt echter abusievelijk het loon door tot de twaalfde periode (het loon werd per vier weken betaald) van 2008. Als de werkgever dat ontdekt wordt het loon als onverschuldigd betaald teruggevorderd.

De werknemer heeft tot dat moment niet tegen het ontslag geprotesteerd en zich ook niet beschikbaar gehouden voor het verrichten van arbeid. Bij de terugvordering van het loon verzet hij zich echter alsnog tegen het ontslag. Hij zegt het ontslag niet te hebben aangevochten omdat hij loon bleef ontvangen, welke loonbetalingen hij te goeder trouw zou hebben opgevat als terechte loonbetalingen met (voor wat betreft het deel dat na het einde van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd nog doorbetaald is) een redelijke ontslagvergoeding. De werknemer zegt om die reden ook geen WW-uitkering te hebben aangevraagd en dat hij door terugbetaling van het loon aldus in een ongunstigere positie zou komen. Pas bij brief van 17 december 2008 heeft de werkgever hem medegedeeld dat volgens de werkgever sprake was van onverschuldigde betaling. De advocaat van de werknemer wijst verder nog op de beperkte schoolopleiding die de werknemer heeft genoten en zijn beperkte “cognitieve vaardigheden”.

Uiteindelijk moet de kantonrechter over de zaak oordelen. Die stelt voorop dat de werknemer niet de nietigheid van het ontslag op staande voet heeft ingeroepen en ook niet heeft gesteld dat de werkgever schadevergoeding verschuldigd is als gevolg van het beëindigen van de arbeidsovereenkomst vóór het verstrijken van de overeengekomen duur. Daarmee zijn de betalingen onverschuldigd gedaan, zodat de werknemer die terug moet betalen, behalve wanneer de werknemer er op mocht vertrouwen dat de werkgever op het gegeven ontslag was teruggekomen.

De kantonrechter oordeelt vervolgens dat daarvan geen sprake is omdat de werkgever na het ontslag op staande voet geen enkele actie richting de werknemer heeft genomen en dus niets heeft gedaan waaraan de werknemer enig vertrouwen kon ontlenen. De werknemer is ook niet opgeroepen om te komen werken. De werknemer heeft niet geprotesteerd tegen het ontslag en heeft evenmin ander werk gezocht. Toen hij zelfs na het einde van de arbeidsovereenkomst nog loon ontving moet hij volgens de kantonrechter begrepen hebben dat hij daar geen recht op had, zodat de werknemer na 1 oktober 2008 het geld te kwader trouw behield.

Tenslotte toetst de kantonrechter nog of de terugvordering van het loon naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Daarbij oordeelt de kantonrechter dat de werknemer vanwege zijn bescheiden opleiding en beperkte intelligentie misschien niet overzien heeft wat de gevolgen van het ontslag op staande voet waren, omdat hij maar loon bleef ontvangen. Zou hij het loon niet hebben ontvangen, dan zou hij door geldgebrek wel naar het UWV zijn gegaan of rechtshulp hebben gezocht, waarna hij het ontslag op staande voet waarschijnlijk aangevochten zou hebben of in elk geval een bijstandsuitkering zou hebben aangevraagd. Bij volledige toewijzing van de vordering van de werkgever zou de werknemer in het geheel geen inkomen hebben, hetgeen de kantonrechter in dit geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar acht. Uiteindelijk beslist de kantonrechter dat de werknemer het loon tot het einde van de arbeidsovereenkomst voor 40% moet terugbetalen en het loon na het einde van de arbeidsovereenkomst volledig moet terugbetalen.


Commentaar

Terugvordering van onverschuldigd betaald loon is altijd lastig. Kantonrechters oordelen snel dat terugvordering in strijd komt met goed werkgeverschap, met name in gevallen waarin de werknemer niet hoefde te begrijpen dat hij te veel loon ontving. In dit geval wordt de terug-vordering niet gebaseerd op de arbeidsrechtelijke norm van het goed werkgeverschap, maar op de algemene civielrechtelijke norm van de eisen van redelijkheid en billijkheid. Dat is een uiterste instrument waarvan de rechter zich in civiele zaken kan bedienen, maar waarvoor de lat doorgaans erg hoog ligt als de rechter dat instrument wil toepassen.