Overeenkomst met docent taalcursus is arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd

Overeenkomst met docent taalcursus is arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2009 / 160
Vindplaats: Kantonrechter Utrecht 12 december 2008, www.rechtspraak.nl, ljn: BG9194
Uitspraak

Sinds 1990 is voor een taleninstituut een docent Italiaans werkzaam. Vanaf de zomer 2005 is hij ook taalcoördinator voor dat instituut. Daarnaast werkt hij ongeveer vier uur per week voor de Volksuniversiteit van Utrecht. Voor de perioden van september 1993 tot en met mei 1994, september 1994 tot en met mei 1995 en september 1996 tot en met mei 1997 zijn schriftelijke overeenkomsten gesloten, daarna steeds mondelinge. Voor de periode van 6 oktober 2008 tot en met 18 mei 2009 biedt het taleninstituut een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aan voor zes uur per week. De docent werkte voorheen twaalf uur per week en weigert de overeenkomst te aanvaarden. Bij de kantonrechter vordert hij in kortgeding aanbieding van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

De kantonrechter oordeelt allereerst dat het wettelijke rechtsvermoeden omtrent de aard van de arbeidsverhouding met zich meebrengt dat het taleninstituut moet bewijzen dat sprake is van een overeenkomst van opdracht en niet van een arbeidsovereenkomst. De kantonrechter acht het taleninstituut daar niet in geslaagd. Er is sprake van persoonlijk te verrichten arbeid, waaraan niet afdoet dat de docent zich mag laten vervangen mits daarbij puttend uit een specifieke lijst van mogelijke vervangers. Ook wordt loon betaald, waarbij van facturering geen sprake is. Omdat de docent al achttien jaar structureel functioneert binnen de organisatie van het taleninstituut, omdat hij gebonden is aan de lesmethode van het taleninstituut en omdat het functioneren van de docenten wordt gevolgd door middel van enquêteformulieren van studenten is sprake van de mogelijkheid van het taleninstituut om gezag uit te oefenen. Ook het feit dat een rooster bestaat, door de docent geen investeringen worden gedaan, loon tijdens ziekte wordt doorbetaald, nooit om een VAR is gevraagd en dat in 1993, 1994 en 1996 boven de overeenkomst “arbeidsovereenkomst” is vermeld, speelt een rol.

De kantonrechter oordeelt vervolgens dat niet kan worden geoordeeld dat de maximale duur van verlengde arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd is overschreden vanwege tussenliggende periodes die langer zijn dan drie maanden. Nu de docent echter al achttien jaar structureel binnen de organisatie fungeert doet zich de uitzonderingssituatie voor dat sprake is van misbruik van recht en handelen in strijd met goed werkgeverschap door de werknemer ontslagbescherming te onthouden. Omdat tussen partijen om die reden al een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bestaat, kan de werkgever niet meer worden veroordeeld die aan te bieden. Wel wordt het taleninstituut veroordeeld tot tewerkstelling gedurende twaalf uur per week gedurende 26 weken per cursusjaar.


Commentaar

Het bovengenoemde vonnis van de kantonrechter bevat geen nieuws, maar situaties als hierboven bedoeld komen wij in onze praktijk vaak tegen en het vonnis vormt daarom een goede waarschuwing voor bedrijven die zich in een dergelijke situatie bevinden.