Pemba-zittingen niet achter gesloten deuren

Pemba-zittingen niet achter gesloten deuren
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 1998 / 18
Vindplaats: Zie: Centrale Raad van Beroep 25 februari 1998, USZ 1998/69
Uitspraak

Krachtens de per 1 januari 1998 in werking getreden wet Pemba is de WAO-premie een werkgeverspremie geworden en is deze premie hoger indien in de laatste jaren aan (ex-) werknemers van de werkgever een WAO-uitkering is toegekend. Werkgevers kunnen er ook voor kiezen de uitbetaling van WAO-uitkeringen aan (ex-) werknemers de eerste vijf jaren zelf te betalen (en bij een particuliere verzekeringsmaatschappij te verzekeren). In beide gevallen hebben werkgevers er belang bij of aan hun (ex-) werknemers al dan niet een WAO-uitkering wordt toegekend en tot welk bedrag. Om de privacy van de werknemer te beschermen, heeft de werkgever daarbij ingevolge de wet Pemba geen recht op kennisname van het medisch dossier van de werknemer. Omdat de werkgever toch in een eerlijk proces moet kunnen laten vaststellen of de WAO-uitkering terecht is toegekend, heeft de wetgever bedacht dat de kennisname van het medisch dossier plaatsvindt door een arts die in de procedure de plaats van de werkgever inneemt en die de werkgever alleen mag informeren voor zover dat niet in strijd is met zijn beroepsgeheim. Voor zover medische gegevens aan de orde zijn, zal de behandeling van het geding ter zitting dan achter gesloten deuren moeten plaatsvinden.
In een reeds lopende beroepszaak betreffende de toekenning van een WAO-uitkering heeft de Centrale Raad van Beroep inmiddels ambtshalve overwogen dat de behandeling van het geding ter zitting niet zonder meer achter gesloten deuren plaatsvindt. Het recht van de werkgever op een eerlijk proces brengt volgens de Centrale Raad van Beroep met zich mee dat behandeling weliswaar in beginsel achter gesloten deuren kan plaatsvinden, maar dat de rechter ambtshalve of op verzoek van één of meer partijen kan beslissen dat de behandeling in het openbaar zal geschieden.


Commentaar

De Centrale Raad van Beroep geeft met deze uitspraak aan de afweging die de wetgever in de wet Pemba heeft gemaakt tussen het belang van de werknemer op bescherming van zijn privacy (als het gaat om medische gegevens) en het belang van de werkgever op een eerlijk proces, niet zonder meer te willen volgen. De rechter is bevoegd de wet Pemba te toetsen aan internationale verdragen, waaronder de artikelen 6 (recht op eerlijk proces) en 8 (recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer) van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De kans bestaat dat de rechter tot het oordeel moet komen dat het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (privacy) van de werknemer en het recht op een eerlijk proces van de werkgever zich niet verdragen als het gaat om de afwegingen die in de wet Pemba zijn gemaakt. Dat zou dan weer kunnen betekenen dat de werkgever niet verplicht kan worden tot betaling van een hogere WAO-premie. Het zou dus de moeite kunnen lonen dat werkgevers zich mengen in lopende procedures betreffende het recht op een WAO-uitkering. Wordt vervolgens aan hen inzage in het medisch dossier van de werknemer geweigerd, dan zou dit kunnen betekenen dat aan hen ter zake van de WAO-uitkering van de werknemer later geen hogere WAO-premie kan worden opgelegd.