Premies verschuldigd over vergoeding aan gedetacheerde zelfstandigen

Premies verschuldigd over vergoeding aan gedetacheerde zelfstandigen
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2003 / 74
Vindplaats: Centrale Raad van Beroep 20 februari 2003, nr. 00/3900
Uitspraak

Een uitzendbureau houdt zich bezig met het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (hoofdzakelijk) in de vleesindustrie. In het kader van een opsporingsonderzoek naar aanleiding van een vermoeden van fraude, zijn de twee directeuren (broers) en hun vader gehoord, alsmede 33 werknemers. Uit het onderzoek blijkt dat het uitzendbureau zowel werknemers als zelfstandigen uitzendt, waaronder enkele zelfstandigen met personeel. De zelfstandigen factureerden aan een zustermaatschappij van het uitzendbureau. Zowel de rechtbank als de Centrale Raad van Beroep oordelen dat uit het onderzoek is gebleken dat er geen verschil was tussen de inzet van de uitzendkrachten en de inzet van de zelfstandige ondernemers en dat daarom ten aanzien van allen sprake is van een privaatrechtelijke dienstbetrekking. De zelfstandigheid doet daarbij dan niet ter zake. Dat de zelfstandigen reeds door de zustermaatschappij werden ingehuurd en ter beschikking gesteld, voordat het uitzendbureau was opgericht en dat dus sprake was van een historisch gegroeide situatie, doet niet ter zake. De rechtbank en Centrale Raad van Beroep oordelen nog wel dat het UWV onvoldoende heeft aangegeven hoe rekening is gehouden met de premies die de zelfstandigen met personeel voor hun werknemers hebben ingehouden en afgedragen.


Commentaar

Opmerkelijk is dat in deze uitspraak zelfstandigen met personeel werden aangemerkt als werknemers. Omdat zij op dezelfde voet als werknemers werkzaam waren, werden zij zelf ook geacht werknemers te zijn. Bij de beoordeling van de gewone dienstbetrekking speelt, anders dan bij de fictieve dienstbetrekking, de zelfstandigheid geen rol.