Verhaal gedifferentieerde WGA-premie

Verhaal gedifferentieerde WGA-premie
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2008 / 153
Vindplaats: Rechtbank Haarlem 6 mei 2008, www.rechtspraak.nl, ljn: BD1359; artikel 34 Wet financiering sociale verzekeringen; Toelichting op de Regeling Wfsv, Staatscourant 13 december 2005, nr. 242
Uitspraak

Volgens de wet is de gedifferentieerde WGA-premie een werkgeverspremie. Anders dan bij andere werkgeverspremies kent de wet echter aan de werkgever de bevoegdheid toe om de door hem verschuldigde gedifferentieerde WGA-premie onder bij ministeriële regeling te bepalen voorwaarden voor ten hoogste de helft op de werknemer verhalen. Voor andere werkgevers-premies bestaat een dergelijke bevoegdheid niet.

In de betreffende ministeriële regeling staat echter over het verhaal van de gedifferentieerde WGA-premie op de werknemer niets, behalve dan hoe dat in zijn werk moet gaan als de werkgever eigenrisicodrager is (dan mag de betaalde verzekeringspremie voor de helft worden ver-haald). In de toelichting op de Regeling staat echter wel dat het verhaal zou moeten geschieden op het netto loon van de werknemer. Dat is een ongebruikelijke en voor de werknemer dure methode omdat werknemerspremies bij het herleiden van het bruto loon naar het netto loon in aanmerking worden genomen en derhalve op het bruto loon in mindering komen.

Een werknemer die het daarmee niet eens was maakte bij de belastingdienst bezwaar tegen die inhouding. De rechtbank Haarlem heeft deze werknemer in het gelijk gesteld. Volgens de recht-bank maakt de WGA-premie deel uit van het door de werkgever aan de werknemer betaalde loon (negatief loon) omdat de mogelijkheid tot verhaal van de premie zijn oorzaak vindt in de dienstbetrekking en het verhaal een direct nadeel voor de werknemer betekent, waar niets te-genover staat (de WIA-uitkering krijgt een werknemer ook als de gedifferentieerde WGA-premie niet voor de helft op de werknemer wordt verhaald).


Commentaar

Te verwachten valt dat de Belastingdienst hoger beroep (eventueel gevolgd door cassatiebe-roep) zal instellen. Gelet op het risico dat de uitspraak geen stand houdt, doen werkgevers er verstandig aan voorlopig uit te gaan van verhaal op het netto loon. Indien de uitspraak van de rechtbank Haarlem wordt vernietigd, zou immers naheffing dienen plaats te vinden, in welk geval geen verhaal op de werknemer meer mogelijk is (artikel 20 lid 2 Wfsv). Eventueel kan de werknemer bij de belastingdienst bezwaar maken tegen de inhouding van de gedifferenti-eerde WGA-premie op het netto loon, waarbij verzocht zou moeten worden het bezwaar auto-matisch ook te laten gelden voor latere inhoudingen. Een eenvoudigere methode is wellicht dat de werknemer de op hem verhaalde gedifferentieerde WGA-premie als negatief loon opvoert bij de aangifte inkomstenbelasting, maar deze methoude zal alleen werken als ook in hoger beroep en cassatie van negatief loon wordt uitgegaan. Werkgevers kunnen eventueel ook nog het bruto loon verlagen in ruil voor de afspraak af te zien van verhaal van de gedifferentieerde WGA-premie. Deze verlaging heeft dan wel gevolgen voor bijvoorbeeld de hoogte van de va-kantietoeslag en werkt door in de pensioengrondslag. Een dergelijke verlaging van het loon mag niet leiden tot een loon lager dan het wettelijk minimumloon of het CAO-loon.