Verhaal op werknemer van aan de werkgever in rekening gebrachte verkeersboete

Verhaal op werknemer van aan de werkgever in rekening gebrachte verkeersboete
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2001 / 48
Vindplaats: Zie: kantongerecht Delft 21 december 2000, JAR 2001/30
Uitspraak

In dezelfde procedure vechten partijen ook nog een geschil uit met betrekking tot een verkeersboete van ƒ 162,50. Ook deze heeft de werkgever verrekend met hetgeen bij wijze van eindafrekening nog aan loon en vakantietoeslag aan de salesmanager moest worden betaald. De verkeersboetes waren in rekening gebracht aan de leasemaatschappij als kentekenhouder van de auto en door de leasemaatschappij op grond van het leasecontract op de werkgever verhaald. De kantonrechter oordeelt daaromtrent dat in beginsel de wettelijke regel geldt dat de werkgever door haar geleden schade slechts op de werknemer kan verhalen als zij stelt (en bij betwisting bewijst) dat de schade een gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. De clausule in de arbeidsovereenkomst volgens welke verkeersboetes voor rekening van de werknemer blijven, is volgens deze wettelijke bepaling slechts rechtsgeldig indien deze niet alleen schriftelijk is overeengekomen, maar indien bovendien de werknemer ter zake van deze schade is verzekerd. Desalniettemin is de kantonrechter van mening dat de schade op de werknemer kan worden verhaald, omdat de Wet Administratieve Handhaving Verkeersvoorschriften blijkens artikel 5 van die wet uitgaat van het systeem dat primair de bestuurder van de auto degene is aan wie de krachtens die wet opgelegde beschikkingen moeten worden gericht en dat pas als niet aanstonds duidelijk is wie die bestuurder is, de sanctie wordt opgelegd aan de kentekenhouder. In dit verband oordeelt de kantonrechter dat het niet redelijk zou zijn als vervolgens de extra eis van opzet of bewuste roekeloosheid zou gelden voor het verhaal op de bestuurder door een werkgever.


Commentaar

Het vonnis van de kantonrechter is op dit punt voor bestrijding vatbaar. In het kader van de vraag of door de werkgever niet op de werknemer verhaalde boetes belastbaar loon vormen, heeft de (belastingkamer van de) Hoge Raad op 3 januari 2001 (VN 2001. 4.24) onlangs geoordeeld dat niet verhaalde verkeersboetes in het betreffende geval geen belastbaar loon vormden, omdat de werkgever op grond van de wettelijke bepaling inzake het verhaal van schade op de werknemer, in het algemeen niet in staat is door hem geleden schade op de werknemer te verhalen. Hoewel het een uitspraak van de belastingkamer betreft die gewezen is in een fiscale context, is er voldoende reden om aan te nemen dat de Hoge Raad in een arbeidsrechtelijk geschil niet zal toestaan dat aan de werkgever opgelegde verkeersboetes buiten het (niet snel aan te nemen) geval van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer niet op de werknemer worden verhaald. Een contractuele uitzondering daarop zal waarschijnlijk niet rechtsgeldig zijn, nu de werknemer niet kan voldoen aan de voorwaarde zich tegen dergelijke schade te verzekeren. De betreffende uitzondering in de wet is vooral bedoeld voor werkgevers die zich willen vrijwaren voor schade die een werknemer aan derden aanbrengt bij het zakelijk gebruik van de eigen auto. Voor dergelijke schade geldt voor de werknemer een verplichte WA-verzekering en om die reden mag de werkgever zich in de arbeidsovereenkomst vrijtekenen voor dergelijke schade.
De werkgever die niet de verkeersboetes van de werknemer wil voldoen, heeft nog een oplossing. Hij moet de kentekens van de auto’s van zijn werknemers op naam van de werknemer laten zetten. De werknemer berokkent dan zichzelf schade, indien hij een verkeersovertreding begaat en verhaal door de werkgever op de werknemer komt dan niet aan de orde. Verhaal door de werknemer op de werkgever (het omgekeerde geval dus) ligt veel minder voor de hand. Dat de werknemer in een dergelijk geval de schade wel zelf zou moeten dragen, is natuurlijk wel een beetje "dubbel". Misschien is het dan inderdaad redelijker dat de Hoge Raad toch een uitzondering toestaat, zoals de kantonrechter in Delft die in zijn vonnis accepteert.