Verlenging loondoorbetalingsverplichting tijdens ziekte wegens te late ziekmelding bij het UWV

Verlenging loondoorbetalingsverplichting tijdens ziekte wegens te late ziekmelding bij het UWV
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2004 / 96
Vindplaats: Centrale Raad van Beroep 8 september 2004, 02/6534 ZW (LJN-nummer: AR 2980)
Uitspraak

Een vrouw is als administratief medewerkster werkzaam bij het automaterialenbedrijf van haar echtgenoot, en is daar kennelijk op zodanige basis werkzaam dat zij verzekerd is ingevolge de werknemersverzekeringswetten. Op 17 juli 2001 wordt zij bij de arbodienst ziek gemeld wegens zwangerschapsklachten. Op 19 juli 2001 wordt zij daaraan behandeld. Daarna hervat zij haar werkzaamheden gedeeltelijk. Op 8 januari 2002 wordt de werkneemster bij het UWV ziek gemeld. Die weigert vervolgens het ziekengeld tot 8 januari 2002 te betalen, omdat niet voldaan is aan de verplichting dat met betrekking tot een werkneemster die vanwege zwangerschapsgerelateerde arbeidsongeschiktheid recht heeft op 100% ziekengeld vanaf de eerste arbeidsongeschiktheidsdag, uiterlijk op de tweede dag van arbeidsongeschiktheid bij het UWV aangifte van arbeidsongeschiktheid (ziekmelding) moet worden gedaan.

De werkneemster maakt tegen de weigering van het ziekengeld bezwaar, stellend dat de te late melding haar niet kan worden verweten, gelet op de omstandigheden waaronder zij als enige administratieve kracht in een kleine onderneming, de melding zelf had moeten verzorgen. Zij is pas later op de hoogte geraakt van het feit dat haar klachten zwangerschapsgerelateerd waren en wist niet dat zij in dat geval ziekmelding bij het UWV moest doen, terwijl haar echtgenoot zich te veel zorgen om haar en haar ongeboren kind maakt, om van hem te kunnen verlangen dat hij de ziekmelding zou verzorgen. Bovendien acht de werkneemster de sanctie niet evenredig tot de geconstateerde nalatigheid.

Met dit verhaal krijgt de werkneemster echter noch bij het UWV, noch bij de rechtbank, noch bij de Centrale Raad van Beroep voet aan de grond. De sanctie is volgens de Centrale Raad van Beroep dwingendrechtelijk van aard, en het feit dat op 17 of 19 juli 2001 pas werd ontdekt dat de klachten zwangerschapsgerelateerd waren zou tot een latere ziekmelding aanleiding mogen geven, maar dat verklaart dan nog steeds niet waarom dat pas op 8 januari 2002 gebeurt.


Commentaar

De Centrale Raad van Beroep kan met het hoger beroep van de werkneemster niet zo veel. De wet legt het UWV dwingend de verplichting tot weigering van het ziekengeld op, en een ieder wordt geacht die wet te kennen. Daarbij blijft het wel zo