Verschaffen van referenties over ex-werknemer niet in strijd met privacyrecht (AVG)

Verschaffen van referenties over ex-werknemer niet in strijd met privacyrecht (AVG)
Datum: 01-09-2018
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2018 / 304
Vindplaats: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 21 augustus 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:7492
Uitspraak

Een werkgever was niet aansprakelijk voor de schade die een ex-werknemer stelde te hebben geleden als gevolg van referenties die door de werkgever over de ex-werknemer waren verstrekt omdat de werkgever niet onrechtmatig gehandeld had. Het verstrekken van de referenties was ook niet in strijd met het privacyrecht.

Bij een onderwijsinstelling had gedurende ruim een half jaar een werknemer gewerkt als invaldocent Duits. Kort na zijn indiensttreding had een ouder van een leerling bij de onderwijsinstelling geïnformeerd of het dezelfde docent was die eerder als docent op een andere school had gewerkt en daar na korte tijd ontslagen was omdat er problemen waren en omdat er geen verklaring omtrent het gedrag was ingeleverd. Navraag bij de docent had de onderwijsinstelling geleerd dat de werknemer inderdaad op de andere school had gewerkt en dat hij daar inderdaad op staande voet ontslagen was. De docent had dat niet op zijn c.v. vermeld. Over de omstandigheden waaronder dat ontslag plaatsvond meldt de docent dan dat hij door dat ontslag zeer verrast was, omdat hij door een leerling met ondersteuning van diens ouders weggepest dreigde te worden, hetgeen ook met zijn voorganger was gebeurd. Hij had dit toen met zijn teamleiders besproken en het ontslag kwam bij verrassing op een moment waarop het juist wat beter ging. De docent stemt er mee in dat de onderwijsinstelling bij die andere school navraag doet. Die navraag levert op dat het ontslag te maken had met het gedrag van de docent ten opzichte van vrouwelijke docenten en leerlingen, waardoor deze zich niet veilig voelden. Dienaangaande kon de andere school echter geen incidenten noemen. Bij het ontslag had een belangrijke rol gespeeld dat de docent geen verklaring omtrent het gedrag kon overleggen. De werknemer betwist de juistheid van deze informatie. Afgesproken wordt dat de docent in dienst van de onderwijsinstelling kan blijven maar dat dan alsnog zo snel mogelijk de verklaring omtrent het gedrag (die tot dan moment nog niet was ontvangen) moet worden overgelegd. Dat gebeurt uiteindelijk. Als er klachten van leerlingen komen die zich bij de docent niet veilig zouden voelen, worden met de docent een aantal afspraken gemaakt. Daarbij wordt afgesproken dat de onderwijsinstelling zo goed mogelijk zal proberen om te gaan met de beeldvorming die inmiddels is ontstaan.
Na het einde van het dienstverband met de onderwijsinstelling krijgt de onderwijsinstelling van een andere school het verzoek om referenties te verschaffen over de docent. De docent had de onderwijsinstelling zonder voorafgaand overleg als referentie opgegeven. De school geeft daarbij aan twijfels te hebben over het aanstellen van de docent maar bereid te zijn hem een kans te geven bij positieve referenties. De onderwijsinstelling meldt vervolgens aan de nieuwe school onder meer dat vrouwelijke collega’s en leerlingen zich bij de docente onveilig voelden en dat de docent bij de vorige school was ontslagen. Aan de docent wordt daarbij medegedeeld dat de onderwijsinstelling zich verplicht voelde deze informatie met de nieuwe school te delen omdat de belangen van kwetsbare leerlingen in het geding zijn. De onderwijsinstelling meldt daarbij ook dat aan de nieuwe school is medegedeeld dat er geen feitelijk incident is geweest, dat de problemen met de docent goed bespreekbaar waren en dat goede afspraken zijn gemaakt.
Als de docent vervolgens de onderwijsinstelling voor de kantonrechter daagt om schadevergoeding te vorderen vanwege onrechtmatig handelen van de onderwijsinstelling, wordt deze vordering afgewezen. In hoger beroep moet het gerechtshof over de zaak oordelen.
Het gerechtshof is van mening dat het verstrekken van de referenties niet in strijd was met het privacyrecht (vanaf 25 mei 2018 de Algemene verordening gegevensbescherming) omdat de werknemer met het aanwijzen van de onderwijsinstelling als referent toestemming had gegeven voor het afgeven van gegevens over zijn persoon en zijn functioneren. Als de werknemer had gewild dat de onderwijsinstelling bepaalde informatie niet met de nieuwe school zou delen, had de docent dat bij de onderwijsinstelling moeten aangeven, die dan had kunnen besluiten van het geven van referenties af te zien. Het gerechtshof wijst er op dat de onderwijsinstelling gehouden was (op straffe van aansprakelijkheid jegens de nieuwe school of de docent) om een correct beeld over de docent te verstrekken. Bij gerede twijfel over de juistheid van informatie die is verkregen van een derde dient deze niet zo maar te worden verstrekt, maar dient daarvoor naar die derde te worden verwezen of melding te worden gemaakt van twijfels aan de juistheid van de informatie. Het hof acht van belang dat de docent het dienstverband met de vorige school voor de onderwijsinstelling had verzwegen, waardoor de onderwijsinstelling onverwachts was geconfronteerd met verontrustende berichten over docent. Het verstrekken van onjuiste informatie is volgens het hof alleen onzorgvuldig als de onderwijsinstelling wist of behoorde te weten dat de verstrekte informatie onjuist was. Daarvan was geen sprake. De schadevergoedingsvordering van de docent wordt vervolgens afgewezen.


Commentaar

Het verstrekken van getuigschriften of referenties door (ex-) werkgevers gebeurt in de praktijk vaak vrij achteloos, maar dat is niet terecht. Het gaat om het verstrekken van persoonsgegevens en daarvoor moet op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) een rechtsgrond bestaan. Deze grond wordt in dit geval door het gerechtshof gezien in de toestemming die besloten zou liggen in de aanwijzing van de ex-werkgever als referent, maar de AVG eist onder meer dat de ex-werkgever die toestemming kan aantonen.
Voor wat betreft het verstrekken van getuigschriften kent de wet een uitdrukkelijke bepaling die regelt dat de werkgever de aard en duur van de verrichte arbeid en de duur van het dienstverband in het getuigschrift dient te vermelden. Uitsluitend op verzoek van de werknemer mag in het getuigschrift worden vermeld op welke wijze de werknemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan, op welke wijze de arbeidsovereenkomst is geëindigd en op welke grond de arbeidsovereenkomst is opgezegd als de opzegging door de werkgever heeft plaatsgevonden. De wet regelt uitdrukkelijk dat de werkgever aansprakelijk is voor schade die de ex-werknemer of een derde lijdt door het niet verstrekken van deze informatie of door het opzettelijk of verwijtbaar verstrekken van onjuiste informatie. De wet kent geen uitdrukkelijke bepaling over het verstrekken van referenties, maar het ligt voor de hand dat de bepaling ten aanzien van het getuigschrift dienovereenkomstig wordt toegepast. Het gerechtshof doet dat in dit geval ook.