Waak- en slaapdiensten geen arbeid

Waak- en slaapdiensten geen arbeid
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 1999 / 33
Vindplaats: Zie: kantongerecht Groningen 30 juni 1999, JAR 1999/220
Uitspraak

Een coöperatieve vereniging beheert een appartementencomplex met service voor senioren, die zelfstandig wonen in eigen koopappartementen. In 1992 besluit de coöperatieve vereniging om een service in het leven te roepen, waarbij bewoners door middel van een alarmknop eerste hulp in kunnen roepen. Voor de weekenden en vanaf 1995 ook voor ’s avonds en ’s nachts worden studenten en scholieren geworven om deze service te kunnen verlenen. Onder de naam ’arbeidsovereenkomst functie huisbewaarder’ worden met hen overeenkomsten gesloten, volgens welke hun werkzaamheden bestaan uit: het bewaken van de telefooncentrale; het bewaken en beantwoorden van alarmoproepen van appartementen c.q. bewoners; het ’s avonds sluiten en ’s morgens openen van toegangsdeuren; het bewaken van de technische installatie; het bezorgen van post, medicijnen en bestellingen uit de keuken en eventuele andere voorkomende lichte werkzaamheden.
Diensten duren 15 uur, in de weekenden en op feestdagen 17 uur, waarvoor een vergoeding wordt betaald van ƒ 75,00 respectievelijk ƒ 90,00, vermeerderd met 8% vakantietoeslag. Daarnaast wordt een warme maaltijd en ontbijt verstrekt. Tijdens de diensten staat aan de dienstdoende student een eigen kamer met bed, televisie en radio ter beschikking, waarin privé-activiteiten kunnen worden ontplooid, bezoek mag worden ont-vangen, gestudeerd en geslapen mag worden. Op enig moment eist een aantal studenten betaling conform de Wet Minimumloon en Minimum-vakantiebijslag, alsmede op de wettelijke ver-hoging daarvan wegens te late betaling. Omdat de coöperatieve vereniging als verweer voert dat niet sprake is van een arbeidsovereenkomst, maar van een overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten, moet de kantonrechter te Groningen zich uitspreken over de aard van de overeenkomst.De kantonrechter acht daarbij de benaming van de overeenkomst niet van belang, omdat de feitelijke verhouding tussen partijen doorslaggevend is. De kantonrechter acht van belang dat de studenten zelf voor vervanging konden zorgen, mits dit gebeurde uit een pool van studenten. De studenten bepaalden aldus zelf wie wanneer en hoe vaak dienst had. Bij het uitvoeren van de werkzaamheden hadden zij zich te houden aan een boekje met instructies waarin de te nemen maatregelen en de in te lichten personen vermeld stonden. Daaruit leidt de kantonrechter echter geen gezagsverhouding af. Hoewel het zich beschikbaar houden als arbeid kan worden gezien, acht de kantonrechter dat niet het geval, omdat de studenten konden doen waar zij zin in hadden en per dienst minder dan 60 minuten werkelijk werkzaamheden verrichtten. De enige structurele werkzaamheden waren het bewaken en beantwoorden van alarm-oproepen en het openen en sluiten van ramen en deuren. Op grond van deze overeenkomsten komt de kantonrechter uiteindelijk tot het oordeel dat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. De vorderingen van de studenten worden op die grond afgewezen.


Commentaar

Dat waak- en slaapdiensten een arbeidsovereenkomst kunnen opleveren, is door de Hoge Raad vastgesteld in zijn arresten van 20 maart 1987, NJ 1988, 4 en 15 maart 1991, NJ 1991, 417. De kantonrechter te Utrecht kwam op 7 januari 1998, JAR 1998/87 desalniettemin tot een ander oordeel. Dat geldt thans ook voor de kantonrechter te Groningen. Deze baseert het oordeel dat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst echter niet (of niet uitsluitend) op het feit dat waken en slapen geen arbeid is die kwalificeert voor het aannemen van een arbeidsovereenkomst, maar baseert dat oordeel kennelijk mede op andere aspecten zoals de mogelijkheid van vervanging (geen verplichting tot persoonlijk verrichten van arbeid?) en het feit dat de coöperatieve vereniging (buiten een instructieboekje) feitelijk geen instructies aan de studenten geeft (geen gezagsverhouding?). Dat betekent dat in een andere feitelijke constellatie waak- en slaapdiensten mogelijk wel kunnen kwalificeren als een arbeidsovereenkomst. Opmerkelijk is dat de coöperatieve vereniging stelde dat sprake is van een overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten. Deze overeenkomst is een aantal jaren geleden namelijk uit de wet verdwenen en vervangen door de overeenkomst van opdracht.