WAO-keuring door niet-verzekeringsarts onzorgvuldig

WAO-keuring door niet-verzekeringsarts onzorgvuldig
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2004 / 89
Vindplaats: Rechtbank Almelo 23 juni 2003, USZ 2004/77
Uitspraak

Een administratief medewerkster valt in 1979 uit wegens klachten van neurologische en psychische aard. De mate van arbeidsongeschiktheid wordt vastgesteld op 80-100%. Bij besluit van 15 juli 2002 wordt de WAO-uitkering per 19 augustus 2002 vastgesteld naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 45-55%. De werkneemster komt daartegen in bezwaar en beroep op. Zij voert onder meer aan dat zij tijdens de WAO-
beoordeling nooit een arts heeft gesproken, maar alleen contact gehad heeft met een medewerker verzekeringsarts.
De rechtbank stelt vast dat de medewerker van het UWV die de beoordeling heeft gedaan geen verzekeringsarts is. Zij heeft een medische vooropleiding op HBO-niveau, aangevuld met een interne opleiding van vier maanden, een praktijkopleiding en bijscholing, maar heeft niet de studie en praktijkopleiding van een arts doorlopen. De rechtbank acht haar daardoor niet in staat om zich zelfstandig volgens de geldende kwaliteitsnormen een oordeel te vormen over de medische aspecten van de arbeidsongeschiktheid, en met name over de beperkingen van de werkneemster. Het UWV stelt daartegenover dat de medewerker onder supervisie van een verzekeringsarts werkt en dat een verzekeringsarts de beperkingen vaststelt. Dat is echter voor de rechtbank niet voldoende. Volgens de rechtbank kan de verzekeringsarts weliswaar een deel van het verzekeringsgeneeskundig onderzoek aan anderen overlaten, maar hij moet dan wel verantwoordelijk blijven voor het gehele onderzoek en uiteindelijk de beslissingen nemen, en met name de beperkingen vaststellen. Gelet op de grote rol die het beoordelingsgesprek speelt binnen het verzekeringsgeneeskundig onderzoek is de vrijheid om het beoordelingsgesprek niet zelf uit te voeren beperkt, in het bijzonder in het geval van psychische klachten. Nu in het geval van de administratief medewerkster sprake was van moeizaam te objectiveren psychische klachten had de verzekeringsarts het beoordelingsgesprek zelf moeten uitvoeren.
Dat de werkneemster toestemming had gegeven voor onderzoek door een medewerker verzekeringsarts doet daaraan niet af.


Commentaar

Het UWV heeft in 2001 voor de inschakeling van niet-verzekeringsartsen gekozen om de achterstand bij herbeoordelingen weg te werken. De daarbij te hanteren methode (zie de brief van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 november 2001, nummer SV/WV/01/80534) voorziet in waarborgen voor de werknemer, maar niet in waarborgen voor de werkgever. Als de werknemer voor 80-100% arbeidsongeschikt wordt bevonden, zal de werknemer niet protesteren. De werkgever is echter doorgaans niet op de hoogte van de wijze waarop de keuring is verlopen. Pas in beroep bij de rechtbank zal de werkgever (of in de praktijk vanwege de geheimhouding van de medische gegevens meestal alleen zijn advocaat) kennis krijgen van het feit dat de medisch keuring niet door een verzekeringsarts is verricht. De bovenstaande uitspraak van de rechtbank biedt dan mogelijkheden om de uitslag van de keuring aan te vechten. Met name de