Wel arbeidsongeschikt, niet ziek: geen loondoorbetalingsverplichting

Wel arbeidsongeschikt, niet ziek: geen loondoorbetalingsverplichting
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2006 / 122
Vindplaats: Gerechtshof
Uitspraak

Een werknemer is op 15 mei 1981 bij een werkgever in dienst getreden als Marketing & Sales/Customer Service Manager tegen een salaris van € 5.364,27 bruto per maand. Op 14 maart 2005 meldt hij zich ziek. De bedrijfsarts oordeelt dat de werknemer reële klachten heeft die leiden tot beperkingen in zijn functioneren, maar oordeelt ook dat die klachten niet berusten op een ziekte of gebrek. Er is sprake van een conflictsituatie op het werk. De bedrijfsarts adviseert een time-out van 8 tot 10 dagen, waarna partijen bij elkaar zouden dienen te komen om constructieve afspraken te maken, onder inzet van mediation. Voor het geval de problemen op 25 maart 2005 niet zullen zijn opgelost, adviseert de bedrijfsarts "een en ander buiten de ziektewet om te regelen". De werkgever schort op 29 maart 2005 de loonbetalingsverplichting op. De werkgever vraagt het UWV daarop om een deskundigen-oordeel, waarna ook het UWV oordeelt dat geen sprake is van een ziekte of gebrek en dat de werknemer volledig arbeidsgeschikt is voor zijn eigen werk, als het arbeidsconflict voor beide partijen tot een acceptabele oplossing gekomen is.

De werknemer vordert daarop in kort geding doorbetaling van loon, welke vordering door de kantonrechter wordt afgewezen. Het gerechtshof is van mening dat de werknemer niet ziek is. Waar partijen twisten over de vraag aan wie het te wijten is dat het niet tot mediation is gekomen, legt het gerechtshof de schuld daarvan bij de werknemer. Het hof stelt verder voorop dat de hoofdregel is dat de werknemer geen recht heeft op loon als hij geen arbeid verricht. Een uitzondering op die regel geldt indien de werknemer geen arbeid heeft verricht door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werkgever behoort te komen. De wettelijke bepaling die zegt dat de werkgever het loon tijdens ziekte moet doorbetalen is van die laatste uitzondering volgens het gerechtshof slechts een uitwerking. Daarom moet volgens het hof worden nagegaan of de reden waarom de werknemer niet gewerkt heeft, in redelijkheid voor rekening van de werkgever behoort te komen. Het gerechtshof oordeelt dat dat niet het geval is, omdat de werknemer niet de bereidheid heeft getoond om arbeid te verrichten. De werkgever heeft de werknemer namelijk opgeroepen om het werk te hervatten en deze heeft aan die oproep geen gehoor gegeven.


Commentaar

Het oordeel "arbeidsongeschikt, maar niet ten gevolge van ziekte of gebrek" wordt steeds vaker door bedrijfsartsen uitgesproken, indien sprake is van een arbeidsconflict. In zekere zin gaan die bedrijfsartsen daarmee hun boekje te buiten, omdat zij moeten aangeven of er beperkingen zijn bij het verrichten van arbeid die voortvloeien uit een ziekte of gebrek, en niet of er anderszins beperkingen zijn. Wat bij het oordeel van belang is, is echter vooral dat er geen sprake is van ziekte of gebrek. Daarna kan de werknemer alleen nog loon vorderen over de periode waarin hij geen arbeid heeft verricht, indien de oorzaak van het niet verrichten van arbeid in redelijkheid voor rekening van de werkgever behoort te komen. Dat kan nog steeds het geval zijn als de werkgever in belangrijke mate schuldig is aan het arbeidsconflict. Bereidheid om de overeengekomen arbeid te verrichten is ook dan echter een vereiste, zij het dat niet duidelijk is of die bereidheid ook moet worden uitgesproken om recht op loon te hebben.