Werkgever mag fout bij berekening pensioenpremie herstellen

Werkgever mag fout bij berekening pensioenpremie herstellen
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2009 / 161
Vindplaats: Kantonrechter 17 december 2008, www.rechtspraak.nl, ljn: BG8039
Uitspraak

Een bedrijf dat zich bezig houdt met de winning van ijzer en staalschroot is op grond van de wet verplicht aangeesloten bij het Bedrijfstakpensioenfonds van de Metalektro. Het pensioenreglement van het pensioenfonds bepaalt onder meer hoe hoog de pensioenpremie is die de werkgever aan het pensioenfonds moet afdragen en welk deel daarvan (tot 1 januari 2007 40% en daarna 50%) het aandeel daarin van de werknemer is. Dat deel mag de werkgever inhouden op het loon van de werknemer.

Het bedrijf komt er achter dat het in de jaren 2000 tot en met 2006 wel de juiste pensioenpremie aan het pensioenfonds heeft afgedragen maar niet de juiste pensioenpremie op het loon van de werknemers heeft ingehouden. Het bedrijf heeft 2,2% ingehouden over het pensioen-gevend salaris (loon plus toeslagen en vakantietoeslag) maar die 2,2% is het percentage waarmee voor elk jaar deelname aan het pensioen het ouderdomspensioen wordt opgebouwd en niet het percentage van de in te houden pensioenpremie. Bovendien was de grondslag voor de inhouding niet het pensioengevend salaris maar de pensioengrondslag, die wordt gevonden door het pensioengevend salaris te verminderen met de AOW-franchise. Het gevolg is dat te weinig pensioenpremie is ingehouden op het loon van de werknemers. Naarmate het loon van een werknemer hoger is profiteren werknemers meer van deze fout van de werkgever.

De werkgever wil deze fout corrigeren, uitsluitend voor de toekomst en dan nog in drie jaar-lijkse stappen, per 1 januari 2007 30% van de pensioenpremie, per 1 januari 2008 40% en pas per 1 januari 2009 de 50% die uit het pensioenreglement voortvloeit.

Er zijn echter 45 werknemers die zich verzetten tegen dit voornemen van de werkgever. Zij stellen dat de foutieve berekening van het werknemersaandeel van de pensioenpremie onderdeel is gaan uitmaken van hun arbeidsvoorwaarden en dat de werkgever deze arbeidsvoorwaarden niet eenzijdig mag wijzigen omdat hij de bevoegdheid daartoe niet heeft bedongen. Er ontstaat een geschil tussen partijen waarover de kantonrechter moet oordelen.

De kantonrechter oordeelt allereerst dat de pensioenvoorziening weliswaar een arbeidsvoorwaarde is, maar dat dat niet geldt voor de verdeling van de premie tussen de werkgever en de werknemer omdat die voortvloeit uit de wettelijk verplichte deelname aan het bedrijfspensioenfonds. Vervolgens is de kantonrechter van mening dat de werkgever door middel van een accountantsrapport heeft aangetoond dat in het verleden bij de berekening van de in te houden pensioenpremie een foutieve berekening is toegepast. Het bedrijf moet volgens de kantonrechter in staat zijn om die fout te herstellen. De werknemers mochten er niet op vertrouwen dat de wil van de werkgever er op gericht was de in te houden premies op foutieve wijze te berekenen.


Commentaar

De beslissing dat de werkgever niet gehouden is de eenmaal gemaakte fout ook in de toekomst te blijven herhalen lijkt redelijk. De vraag is welke beslissing er uit de bus gekomen zou zijn als de fout een regeling had betroffen die wel als een arbeidsvoorwaarde aan te merken zou zijn geweest, bijvoorbeeld als een werkgever verzuimd heeft om de premie voor de WGA-gatverzekering in strijd met gemaakte afspraken gedeeltelijk aan de werknemer in rekening te brengen. Het zou interessant zijn geweest om te weten of de werkgever ook in dat geval zijn beleid voor de toekomst zou mogen wijzigen, of dat dit alleen mogelijk zou zijn geweest als de werkgever in de arbeidsovereenkomst een beding zou hebben opgenomen dat hem de bevoegdheid geeft om arbeidsvoorwaarden eenzijdig te wijzigen.

Herstel van de fout voor het verleden had de werkgever in dit geval wijselijk niet gevraagd. Waarschijnlijk zou de kantonrechter het in strijd met goed werkgeverschap hebben geacht dat werknemers ontvangen loon gedeeltelijk zouden moeten terugbetalen. De werkgever heeft er in dit geval zelfs voor gekozen om het herstel van de fout voor de toekomst in drie jaarlijkse stappen door te voeren. De kantonrechter laat zich er niet over uit of dat nodig was.