Wetswijziging met terugwerkende kracht bedreigt bezwaarschriften gedifferentieerde WAO-premie kleine werkgevers 2003

Wetswijziging met terugwerkende kracht bedreigt bezwaarschriften gedifferentieerde WAO-premie kleine werkgevers 2003
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2003 / 83
Vindplaats: Wijziging van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering in verband met de invoering van branchegewijze premiedifferentiatie voor kleine werkgevers, wetsontwerp nr. 29292
Uitspraak

De hierboven beschreven wetswijziging, waarmee de regering wil ?expliciteren en verduidelijken? dat er voldoende juridische grondslag is om de gedifferentieerde WAO-premie van kleine werkgevers vast te stellen op basis van per sector, zal na inwerkingtreding terugwerkende kracht hebben tot 1 januari 2003. De Minister wil daarmee ?onnodige bezwaren tegen de vaststelling van de definitieve WAO-premie over het jaar 2003 voorkomen? en merkt op dat de definitieve premievaststelling pas in 2004 plaatsvindt. Vóór
dat moment wil de Minister de grondslag voor het Besluit van 19 november 2002 (waarbij de bij vaststelling van de gedifferentieerde WAO-premie geldende toeslag of korting op het rekenpercentage voor kleine werkgevers voor 2003 werd vastgesteld op nihil) ?expliciteren en verduidelijken? door de wet met terugwerkende kracht te wijzigen. Uit een arrest van de Hoge Raad van 31 januari 2003 leidt de Minister af dat terugwerkende kracht door de Hoge Raad
is geaccepteerd.


Commentaar

Tegen de vatstelling van de gedifferentieerde WAO-premie over het jaar 2003 hebben 36.000 kleine werkgevers bezwaar gemaakt, vanwege het ontbreken van voldoende wettelijke grondslag voor de in dat jaar gekozen wijze van vaststelling van de gedifferentieerde WAO-premie. Aan die werkgevers is toegezegd dat de bezwaarschriften worden aangehouden in afwachting van de uitkomst van een aantal proefprocedures, waarna op hun bezwaarschrift overeenkomstig de uitkomst van de proefprocedure wordt beslist. Die proefprocedures worden door ons kantoor voor een tweetal cliënten gevoerd. In één zaak wordt de uitspraak van de rechtbank op zeer korte termijn
verwacht.
De Minister denkt nu zijn zaak te kunnen redden, door de wet met
terugwerkende kracht tot 1 januari 2003 te wijzigen. Voor de zaken die al onder de rechter zijn lijkt ons dat niet aanvaardbaar, terwijl alle andere werkgevers een beroep zouden moeten kunnen doen op het vertrouwen dat is opgewekt door de toezegging van het UWV om op hun bezwaren te beslissen overeenkomstig de uitkomst van de proefprocedures. Werkgevers die het niet op een beroep op het vertrouwensbeginsel willen laten aankomen, kunnen er voor kiezen het UWV te vragen alsnog op het bezwaarschrift te beslissen, en dan in beroep te gaan bij de rechtbank, zodat ook hun zaak onder de rechter
is als de wet wordt gewijzigd.
De argumenten die de Minister aanvoert overtuigen overigens allerminst. Dat het bedrag van de definitieve WAO-premie pas in 2004 wordt vastgesteld, laat onverlet dat het percentage van de gedifferentieerde WAO-premie al eind 2002/begin 2003 is vastgesteld. En in het arrest van de Hoge Raad dat de Minister noemt, wordt over terugwerkende kracht helemaal niet gesproken. In de conclusie van de Advocaat-generaal bij het arrest stelt deze wel ?verduidelijking? van de wet met terugwerkende kracht niet in strijd te achten met internationale verdragen.