Hoofd- en onderaannemer aansprakelijk voor schade zzp-er


Een ZZP-er zakt bij de uitoefening van zijn werkzaamheden, die hij in opdracht van een aannemer verricht, door een dak en belandt op een betonvloer, als gevolg waarvan hij ernstig letsel oploopt. De kantonrechter oordeelt dat zowel de onderaannemer als de hoofdaannemer hoofdelijk aansprakelijk is voor de schade van de ZZP-er.

Wat was er aan de hand?
Een ZZP-er raakte in 2006 ernstig gewond toen hij tijdens het werk op een dak door een golfplaat zakte en zo'„n 4,5 meter lager op een betonvloer terecht kwam. Hij heeft hierdoor ernstig neurologisch letsel opgelopen en is drie maanden opgenomen geweest in een ziekenhuis. Hij was niet verzekerd voor financiële schade.

De ZZP-er werkte in opdracht van (onder)aannemer X, die op haar beurt werkte in opdracht van aannemer Y. De laatste zou zorg dragen voor het plaatsen van veiligheidsnetten onder het dak. Dat is maar ten dele gebeurd: wel onder het nieuwe dak maar niet onder het (oude) dak waarop de ZZP-er aan het werk was. De Arbeidsinspectie heeft een onderzoek ingesteld en kwam tot de conclusie dat aannemer Y in strijd met de Arbeidsomstandighedenwet heeft gehandeld. De ZZP-er spreekt de aannemers X en Y aan voor alle door hem geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade wegens schending van hun zorgplicht voor de veiligheid van de werkomgeving van de ZZP-er. De kantonrechter oordeelt dat beide aannemers hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die het gevolg is van het bedrijfsongeval.

Hoe kwam de rechter tot zijn beslissing?
De kantonrechter overweegt dat, ondanks dat de ZZP-er zijn werkzaamheden als zelfstandige en in opdracht heeft verricht, hij toch een beroep kan doen op bepalingen in het burgerlijk wetboek die werknemers beschermen. De kantonrechter komt tot dit oordeel nadat hij had vastgesteld dat de ZZP-er ten opzichte van (onder)aannemer X een positie innam die vergelijkbaar is met eigen werknemers, dat de werkzaamheden die de ZZP-er voor X verrichtte onder de normale bedrijfsuitoefening van X vielen en dat er sprake was van een gezagsverhouding in die zin dat X zeggenschap had over de wijze waarop de ZZP-er zijn werkzaamheden uitvoerde. Dat maakt onderaannemer X hoofdelijk aansprakelijk, tenzij X alle maatregelen heeft getroffen die redelijkerwijs nodig waren om het ongeval te voorkomen of tenzij het ongeval in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de ZZP-er. Volgens de kantonrechter heeft onderaannemer X dat niet kunnen aantonen. Dat aannemer Y voor veiligheidsnetten zou zorgen neemt de zorgplicht van onderaannemer X tegenover de ZZP-er niet weg, omdat X de ZZP-er aan het werk liet gaan en de verantwoordelijkheid droeg voor de omstandigheden waaronder hij deze moest uitvoeren.

Aannemer Y werd eveneens hoofdelijk aansprakelijk geoordeeld voor schade als gevolg van het bedrijfsongeval. Er is weliswaar geen sprake geweest van een gezagsverhouding -zodat de ZZP-er tegenover aannemer Y niet de werknemers beschermende bepalingen in het burgerlijk wetboek kan inroepen- maar wel van een onrechtmatige daad. Y zou immers zorg dragen voor het plaatsen van veiligheidsnetten, op grond waarvan er op haar een vergaande verplichting en verantwoordelijkheid rustte om ervoor te zorgen dat dit goed en compleet gebeurde.

Over de hoogte van de gevorderde schade doet de kantonrechter nog geen uitspraak. Hij wil hierover, gelet op het tijdsverloop van vijf jaar na het ongeval, nader geïnformeerd worden en biedt partijen gelegenheid zich hierover en over de mogelijkheid van een schikking uit te laten.


Kantonrechter Assen, 31 januari 2012, www.rechtspraak.nl, LJN: BV7396

Uit het burgerlijk wetboek volgt dat werkgevers en inleners niet alleen tegenover hun werknemers een verregaande zorgplicht voor de veiligheid van de werkomgeving hebben, maar soms ook tegenover mensen die niet in dienst zijn, maar wel voor hen werken, zoals uitzend-krachten en ZZP-ers. Uit jurisprudentie volgt dat rechters daarbij vooral waarde lijken te hechten aan de vraag of de activiteiten ook door eigen werknemers zouden kunnen worden verricht en of er sprake is van zeggenschap over het verrichten van de werkzaamheden. De kantonrechter in deze zaak toetste ook hieraan. Laat u daarom, voordat u een overeenkomst van opdracht sluit, goed informeren over mogelijke risico"„s. Wij zullen u daarmee graag van dienst zijn.

19 maart 2012