Nogmaals de zorgplicht van de assurantietussenpersoon


Een assurantietussenpersoon dient de zorg te betrachten, die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend assurantietussenpersoon mag worden verwacht.

In een vorig artikel in deze nieuwsbrief ben ik al eens ingegaan op een zaak waarbij een (kleine) werkgever was overgestapt op het eigenrisicodragerschap voor de WAO nadat zijn assurantietussenpersoon -via wie ook de pensioenvoorziening van de werknemers van de werkgever was geregeld- hem daarover had geadviseerd. In die zaak was toen zo bijzonder dat de assurantietussenpersoon de vragen van het aanvraagformulier had voorgelezen, de door de werkgever gegeven antwoorden had ingevuld en aan de werkgever had gevraagd bij het kruisje zijn handtekening te zetten. Saillant details waren toen dat het aanvraagformulier vermeldde: "Deze aanvraag is alleen bestemd voor bedrijven, die sinds 1 juli 1999 geen WAO-instroom hebben (denk ook aan ex-werknemers)" en "Ziektegevallen, die ontstaan zijn voor of op de ontvangstdatum, van het aanvraagformulier zijn uitgesloten van de dekking". Vervolgens ontstond schade voor de werkgever die eigenrisicodrager werd, omdat hij een WAO-uitkering zelf moest gaan betalen die niet onder de dekking van de gesloten verzekering viel.

De rechtbank Leeuwarden was toen van mening dat de assurantietussenpersoon niet voldaan had aan de vereiste zorgplicht vanwege het enkele feit dat de assurantietussenpersoon volledig voorbij was gegaan aan het feit dat de werkgever een loonsom had, die de grens tussen kleine en grote werkgever naderde. Dit was zo ernstig dat de rechter de gang van zaken rond het invullen van het formulier niet eens meer van belang achtte.
Maar stel dat de gang van zaken rond het invullen van het formulier wel nog van belang was geweest, hoe zou het oordeel van de rechter zijn geweest?

Het feit dat deze werkgever de vragen heeft laten voorlezen zou niet in het nadeel van de werkgever zijn uitgelegd. Recent heeft de rechtbank Middelburg namelijk nog uitspraak gedaan, waarbij bovengenoemde vermeldingen op het vragenformulier uitdrukkelijk aan de orde zijn geweest. De rechter oordeelde dat de betreffende vermeldingen op het formulier de assurantietussenpersoon niet ontsloegen van zijn verplichting om uitdrukkelijk na te gaan of bij de werkgever een risico bestond wegens zieke of arbeidsongeschikte werknemers of ex-werknemers in het algemeen en wegens de situatie van een bepaalde werkneemster in het bijzonder (het zogenaamde "inlooprisico"). Ondanks deze vermeldingen hoeft het immers voor de werkgever niet duidelijk te zijn dat bij doorlopende arbeidsongeschiktheid van deze (ex-) werknemer het risico geheel bij de werkgever komt te liggen indien hij eigenrisicodrager zou worden.

In dit geval ging het om een werkneemster die eind januari 2003 ziek uit dienst is gegaan. De assurantietussenpersoon was hiervan op de hoogte c.q. werd geacht hiervan op de hoogte te zijn, omdat de ziekengeldpolis eveneens via die assurantietussenpersoon liep en de werkgever de ziekte respectievelijk de uitdiensttreding had gemeld. De rechter was van mening dat het bij uitstek de taak van de assurantietussenpersoon was om de werkgever op het risico te wijzen en naar de situatie van de werkneemster te vragen. Bovendien hadden expliciete vragen van de assurantietussenpersoon naar de situatie van de werkneemster voor de werkgever aanleiding kunnen zijn alsnog nadere informatie over diens arbeids(on)geschiktheid op te vragen.

De rechtbank Middelburg komt dan ook tot de conclusie dat de assurantietussenpersoon zijn zorgplicht had geschonden. De door de werkgever gevorderde schadevergoeding werd dan ook toegewezen.


Rechtbank Middelburg 27 januari 2010, www.rechtspraak.nl, ljn: BL3580

Deze uitspraak bevestigt nogmaals dat de zorgplicht van de assurantietussenpersoon ver gaat. De tussenpersoon moet bij wijze van spreken het gehele arbeidsongeschiktheidsdossier uit spitten en als er geen 100% zekerheid te geven is dat de betreffende werknemer volledig hersteld is en hersteld is gebleven, dan kan de assurantietussenpersoon niet anders dan wijzen op het risico en de betreffende werkgever af raden de overstap naar het eigenrisicodragerschap te maken.
Met de overstap naar het eigen risico dragen van de WGA ligt het tegenwoordig iets anders, omdat de WGA-uitkering van een werknemer die ziek uit dienst gaat, die aansluitend een Ziektewetuitkering krijgt en daarna in de WGA komt, niet voor rekening van de eigenrisicodrager komt. Maar ook dan moet voor 100% zeker zijn dat een werknemer na afloop van het dienstverband inderdaad een Ziektewetuitkering heeft gekregen. Tot 1 augustus 2009 was daarnaast ook vereist dat de betreffende werknemer tot de eerste WGA-dag een Ziektewetuitkering is blijven verkrijgen, maar dit laatste vereiste is komen te vervallen. Niettemin blijft overeind dat steeds gecontroleerd moet worden wat er is gebeurd met de werknemer, die ziek uit dienst is gegaan of die tot kort vóór het einde van het dienstverband ziek is geweest.