Een gebrek gebrekkig afdekken: het zal maar om uw pensioen gaan!


Het opbouwen van een pensioen van een werknemer bij de werkgever is een project van vele jaren. Dat werkgever en werknemer daarbij na het aangaan van de pensioenverplichting niet lui achterover kunnen gaan zitten, blijkt wel uit de volgende uitspraak.

De heer Vrolijk is werkzaam bij Happy B.V. In de periode vanaf 1979 tot 1985 is bij de opgave van het pensioengevend salaris van de heer Vrolijk aan de verzekeraar, Delta Lloyd, ten onrechte uitgegaan van een te hoog salaris, namelijk dat van thans wijlen de heer Triest. Om dit recht te trekken en het pensioengevend salaris van de heer Vrolijk in overeenstemming te brengen met zijn daadwerkelijke salaris is bij de opgave van het salaris aan Delta Lloyd het pensioengevend salaris bevroren. Happy B.V. is vervolgens vergeten dit tijdig weer in te trekken en de heer Vrolijk heeft daar ook niet bij stil gestaan.

Waarschijnlijk was het daadwerkelijke vaste salaris van de heer Vrolijk al in 1992 hoger dan het aan Delta Lloyd opgegeven salaris. Dit werd echter pas eind 1998 ontdekt.

Happy B.V. heeft dit gebrek willen afdekken met een pensioen bij Aegon. Zij heeft zich daarbij laten bijstaan door een deskundige. Partijen hebben op 14 januari 1999 getekend voor de polis bij Aegon, welke per 1 december 1998 inging. De heer Vrolijk is vervolgens op 1 april 2008 met pensioen gegaan. Bij brief van 30 mei 2008 laat hij Happy B.V. weten dat er sprake is van een pensioentekort en stelt hij Happy B.V. aansprakelijk voor de schade die hij lijdt doordat Happy B.V. de pensioenverplichtingen ten aanzien van de heer Vrolijk niet is nagekomen.

De heer Vrolijk krijgt gelijk van de rechter omdat Happy B.V. toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen als werkgever. Happy B.V. viel namelijk met haar werknemers onder de verplichte deelneming van het Bedrijfspensioenfonds voor de Bouwnijverheid. Zij had echter voor de haar getroffen pensioenverzekering voor haar werknemers bij Delta Lloyd vrijstelling gekregen van het Bedrijfspensioenfonds voor de Bouwnijverheid. Deze vrijstelling gold echter niet voor het pensioen bij Aegon. Daarnaast bleek het pensioen bij Aegon niet gelijkwaardig te zijn aan de regeling van het Bedrijfspensioenfonds voor de Bouwnijverheid: het pensioen was namelijk afhankelijk van het beleggingsresultaat en zonder gelijkwaardige garantie.
Happy B.V. wordt veroordeeld om de schade ad € 9.798,- over de periode van 1 april 2008 tot 1 februari 2011 te vergoeden. Daarnaast dient Happy B.V. de schade vanaf februari 2011 te vergoeden in de vorm van een koopsom van € 68.046. Deze koopsom dient bij Delta Lloyd te worden ondergebracht, omdat Happy B.V. ingevolge de(vroegere) arbeidsovereenkomst met de heer Vrolijk verplicht is een pensioenregeling te treffen die minimaal gelijkwaardig is aan de regeling van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Bouwnijverheid en zij bij Delta Lloyd een gedispenseerde pensioenregeling heeft. Wel dient de waarde van de polis bij Aegon in mindering te worden gebracht op hetgeen de heer Vrolijk zou hebben gekregen als het pensioentekort wel bij Delta Lloyd zou zijn recht getrokken.

Happy B.V. heeft nog onder de vordering uit willen komen met onder meer een beroep op verjaring en op de eigen schuld van de heer Vrolijk. Het beroep op verjaring slaagde echter niet, omdat partijen in 1999 ervan uitgingen, naar later blijkt ten onrechte, dat het pensioentekort bij Delta Lloyd, met de polis bij Aegon teniet werd gedaan. In de procedure komt vast te staan dat de heer Vrolijk in 1999 en ook later tot 2007 en 2008 geen wetenschap of bekendheid met het pensioentekort had. Ook het beroep op eigen schuld slaagt niet. De heer Vrolijk is en was niet deskundig op pensioengebied. Uit de getuigenverhoren blijkt dat hij de polis bij Aegon heeft getekend, zich daarbij geheel verlatend op Happy B.V. en de kennis die Happy B.V. heeft opgedaan bij door haar ingeschakelde deskundigen.


Rechtbank Almelo 17 mei 2011, www.rechtspraak.nl, LJN: BQ5187

Uit bovengenoemde zaak blijkt dat een werkgever, maar ook een werknemer voor zover dat binnen zijn mogelijkheden ligt, er verstandig aan doen met enige regelmaat na te gaan of de pensioenverplichtingen wel correct worden nagekomen. En als er dan een gebrek wordt ge-constateerd is het verstandige de juiste deskundigen daarvoor te raadplegen. Happy B.V. is van het gebrekkige herstel van het gebrek niet vrolijk geworden. De heer Vrolijk aanvankelijk ook niet, maar na deze uitspraak natuurlijk weer wel.