Handelsagent in hengsten vergaloppeert zich


De in Nederland gevestigde firma VDL houdt zich bezig met de (internationale) handel in sperma, paarden en aanverwante artikelen. Pro-Sport, gevestigd te Honduras, is sinds 1997 op basis van een (mondelinge) agentuurovereenkomst als handelsagent voor VDL werkzaam in Latijns-Amerika. Pro-Sport wordt voor haar werkzaamheden door VDL betaald op provisiebasis en ontvangt daarnaast onkostenvergoedingen. Pro-Sport heeft bij de kantonrechter te Leeuwarden een verzoekschrift tot ontbinding van de met VDL bestaande agentuurovereenkomst ingediend wegens een verandering van omstandigheden welke van dien aard is dat de billijkheid eist dat de agentuurovereenkomst dadelijk of na korte tijd tot een einde wordt gemaakt. Pro-Sport betoogt in dat verzoekschrift dat er door toedoen van VDL een volstrekt onwerkbare situatie zou zijn ontstaan: VDL zou haar afspraken niet nagekomen zijn, VDL zou achter de rug van Pro-Sport om handelen, VDL zou Pro-Sport tegenover relaties voor schut zetten, VDL zou stelselmatig te kort schieten in tijdige betaling en uitblinken in slechte communicatie en planning. Omdat een en ander in de visie van Pro-Sport volledig te (ver)wijten is aan VDL verzoekt Pro-Sport de kantonrechter om aan haar bij ontbinding van de overeenkomst ten laste van VDL een ontbindingsvergoeding toe te kennen van € 350.000,--, welke vergoeding Pro-Sport heeft berekend aan de hand van de kantonrechtersformule, zoals die bij ontbinding van ar-beidsovereenkomsten geldt. In de tweede plaats verzoekt Pro-Sport om een klantenvergoeding (goodwillvergoeding) ten bedrage van € 125.000,-- omdat Pro-Sport van oordeel is dat zij VDL diverse nieuwe klanten heeft aangebracht, welke klanten VDL nog aanzienlijke voordelen zullen opleveren, terwijl Pro-Sport aan de andere kant juist inkomstenverlies heeft als gevolg van de verloren provisie uit de overeenkomsten met deze klanten. In de derde plaats vraagt Pro-Sport om een vergoeding van € 12.000,-- voor de door haar gemaakte kosten van rechtsbijstand. VDL voert inhoudelijk verweer. VDL acht de verwijten aan haar adres volstrekt onterecht. Het is naar haar mening juist Pro-Sport die er een potje van heeft gemaakt: Pro-Sport is stel-selmatig te kort geschoten in het aanleveren van de noodzakelijke informatie en facturen, heeft buitensporig op kosten van VDL privé gebeld, heeft achter de rug van VDL om zelf paarden aan derden verkocht en was juist op haar beurt een ster in slecht communiceren. Voor het geval dat Pro-Sport onverhoopt haar verzoekschrift zou intrekken dient VDL een eigen verzoekschrift tot ontbinding van de agentuurovereenkomst tussen partijen in, waarbij wordt verzocht om Pro-Sport te veroordelen tot betaling van een vergoeding van € 18.000,-- aan VDL. VDL meent dat bij het vaststellen van de hoogte van de ontbindingsvergoeding gekeken moet worden naar de lengte van de opzegtermijn en dat er geen grondslag is om aansluiting te zoeken bij de kantonrechtersformule. Omdat Pro-Sport sedert mei 2008 geen werk-zaamheden ten behoeve van VDL meer heeft verricht, vindt VDL dat de ontbindingsvergoeding op nihil gesteld moet worden en hoeft Pro-Sport hier-voor niet gecompenseerd te worden. VDL vindt tevens dat er geen redenen zijn om aan Pro-Sport een klantenvergoeding te betalen. De kantonrechter die zich daarop over deze zaak heeft mogen buigen is over de vraag of de agentuurovereenkomst al dan niet ontbonden moet worden snel klaar: omdat beide partijen om ontbinding vragen, wordt dit verzoek direct gehonoreerd. De gevraagde klantenvergoeding sneuvelt vervolgens door een processuele fout van (de gemachtigde van) Pro-Sport: deze vordering dient volgens de kantonrechter door middel van een dagvaarding bij de rechtbank aanhangig gemaakt te worden en niet middels een verzoekschrift, zodat Pro-Sport voor wat betreft deze deelvordering niet-ontvankelijk wordt verklaard. Wat de gevraagde ontbindingsvergoeding betreft vindt de kantonrechter dat Pro-Sport zonder meer een bepaalde vergoeding toegekend moet worden. De kantonrechter laat hierbij meewegen dat Pro-Sport reeds elf jaar als handelsagent voor VDL heeft gewerkt en dat Pro-Sport in belangrijke mate voor haar inkomstenvoorziening van VDL afhankelijk was. De aan het adres van Pro-Sport geuite verwijten zijn in de visie van de kantonrechter bovendien niet dusdanig ernstig dat haar op grond daarvan geen vergoeding zou toekomen. Voor het toekennen van een ontbindingsvergoeding aan VDL ziet de kantonrechter geen aanleiding. De kantonrechter verwerpt vervolgens het verweer van VDL dat bij de hoogte van de ontbindingsvergoeding de kantonrechtersformule niet als richtsnoer gebruikt zou kunnen worden. De rechter ziet in dit kader meer overeenkomsten met dan verschillen tussen een agentuurovereenkomst en een arbeidsovereenkomst. Niettemin acht de kantonrechter het onjuist indien de kantonrechtersformule één op één op de agentuurovereenkomst toegepast zou worden. De rechter vindt dat, anders dan bij de arbeidsovereenkomst, bij de vaststelling van het aantal "dienstjaren" geen leeftijdscorrectie dient te worden toegepast, maar dat slechts naar de daadwerkelijke jaren (in dit geval: elf jaar) gekeken zou moeten worden. De rechter overweegt dat de handelsagent als zelfstandig ondernemer, anders dan een oudere werknemer, geacht wordt een financiële voorziening voor zich zelf te treffen om een ondernemersrisico, zoals het nog voor de pensioengerechtigde leeftijd eindigen van de agentuurovereenkomst, af te dekken. De hoogte van het maandelijks inkomen wordt door de kantonrechter vervolgens zelf aan de hand van de door partijen in het geding gebrachte stukken naar billijkheid vastgesteld aan de hand van de gemiddeld ontvangen provisie, dit omdat tussen partijen een verschil van inzicht bestaat ten aanzien van vrijwel alle factoren met betrekking tot de wijze van vaststelling van deze provisie. Omdat beide partijen over en weer met modder naar elkaar gooien en de schuld van de verstoorde arbeidsrelatie over en weer bij de andere partij leggen, meent de rechter dat geen van beide partijen vrijuit gaat. De rechter bepaalt de correctiefactor daarom op 0,5. Uiteindelijk ontbindt de kantonrechter de agentuurovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 januari 2009 onder toekenning van een ontbindingsvergoeding aan Pro-Sport ten laste van VDL van € 40.000,--.


kantonrechter Leeuwarden 9 december 2008, www.rechtspraak.nl, ljn: BI0072


Hoewel een agentuurovereenkomst veel gelijkenissen vertoont met een arbeidsovereenkomst meent de kantonrechter te Leeuwarden dat in geval van ontbinding van de agentuurovereenkomst wegens gewijzigde omstandigheden de bekende kantonrechtersformule niet zonder meer gehanteerd kan worden. De kantonrechter laat bij de A-factor de leeftijdscorrectie achterwege en neemt aldus alleen de feitelijk gewerkte jaren mee en niet de gewogen jaren. In combinatie met het feit dat de handelsagent in deze casus zelf ook in mindere of meerdere mate verwijtbaar gedrag had vertoond, levert dit uiteindelijk voor de handelsagent slechts een ont-bindingsvergoeding op van € 40.000,-- in plaats van de gevraagde € 350.000,--. De gevraagde klantenvergoeding is slechts vanwege een vormfout gesneuveld: Pro-Sport kan deze vordering alsnog bij de rechtbank aanhangig maken, maar nu middels de voorgeschreven dagvaardingsprocedure. Het Nederlandse rechtssysteem kent als uitgangspunt dat de door een (proces)partij te maken kosten van rechtsbijstand in beginsel voor eigen rekening blijven. In een rechtszaak kan de rechter de verliezende partij weliswaar in de proceskosten van de ander veroordelen, maar deze proceskosten zijn slechts bedoeld als een tegemoetkoming in de gemaakte kosten; de feitelijk gemaakte kosten zijn in de praktijk altijd (aanzienlijk) hoger. In een verzoekschrift-procedure is een proceskostenveroordeling zelfs ongebruikelijk. Wellicht dat Pro-Sport in de latere dagvaardingsprocedure nog wel kan proberen om een deel van de door hem gemaakte kosten van rechtsbijstand op VDL te verhalen, te weten voor zover het betreft redelijke kosten ter vaststelling van de schadevergoeding en buitengerechtelijke incassokosten.


juni 2009

mr. R.A.P. (Richard) Bruurs,
advocaat
N.B: mr. R.A.P. (Richard) Bruurs is op 1 september 2010 overleden.