Compensatieregeling transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid

Jaar en kwartaal
2018, 3e kwartaal
Nummer
5

Bronnen:
  • Wet van 11 juli 2018, houdende maatregelen met betrekking tot de transitievergoeding bij ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden of langdurige arbeidsongeschiktheid, Staatsblad 2018, nummer 234
  • Concept Regeling compensatie transitievergoeding,Tweede Kamer 2018-2019, 34699, bijlage bij nummer 6
  • Brief van Minister van Sociale Zaken aan de Eerste Kamer van 15 augustus 2018
  • artikel 7:673e B.W. (nieuw)


Het wetsvoorstel dat regelt dat het UWV aan werkgevers de transitievergoeding vergoedt, die moet worden betaald aan werknemers die wegens langdurige arbeidsongeschiktheid worden ontslagen, is op 5 juli 2018 door de Tweede Kamer aanvaard, vervolgens al op 10 juli 2018 door de Eerste Kamer aanvaard en direct daarna op 11 juli 2018 in het Staatsbladgepubliceerd. Om het wetsvoorstel nog voor het zomerreces van de Eerste en Tweede Kamer in het Staatsblad te kunnen publiceren heeft de regering wel toe moeten zeggen om nog enkele vragen van leden van de Eerste Kamer van Groen Links nadien bij brief te beantwoorden. Dat heeft de regering gedaan bij brief van 15 augustus 2018.

De regering wilde graag vaart maken met de plaatsing van deze wet in het Staatsblad, in de hoop dat dan meer werkgevers dan bereid zouden zijn om de arbeidsovereenkomsten met werknemers die langer dan twee jaar arbeidsongeschikt zijn op te zeggen (en het dienstverband niet slapend te houden), omdat er nu "zekerheid” is dat het UWV de door de werkgever bij opzegging van de arbeidsovereenkomst te betalen transitievergoeding zal vergoeden. Hoewel de datum van inwerkingtreding nog bij Koninklijk Besluit moet worden bepaald, is inmiddels duidelijk dat de wet op 1 januari 2020 in werking treedt en dan terugwerkt tot 1 juli 2015, zodat alle arbeidsovereenkomsten die wegens langdurige arbeidsongeschiktheid zijn geëindigd en waarbij de werkgever de transitievergoeding heeft betaald, voor compensatie door het UWV in aanmerking komen. De nieuwe bepaling van artikel 7:673b B.W., die de compensatie door het UWV regelt, treedt in elk geval pas op 1 januari 2020 in werking.

Toch kunnen er nog redenen zijn waarom de werkgever de arbeidsovereenkomst met de langdurig arbeidsongeschikte werknemer niet zou opzeggen en te dienstverband toch nog slapend zou houden. Zo eist de (op dit moment nog: concept-) Regeling compensatie transitievergoeding dat de transitievergoeding moet zijn betaald voordat de aanvraag voor de compensatie bij het UWV wordt ingediend. Liquiditeitsproblemen kunnen werkgevers er van weerhouden om de arbeidsovereenkomst op te zeggen, aangezien de werkgever het bedrag van de transitievergoeding dan moet voorfinancierentotdat het UWV de compensatie daarvoor betaalt. De aanvragen voor "oude” transitievergoedingen kunnen pas vanaf 1 april 2020 worden ingediend en het UWV heeft voor die "oude” gevallen een termijn van zes maanden om op de aanvraag te beslissen. Werkgevers moeten er dus rekening mee houden dat zij de transitievergoeding moeten voorfinancieren tot minimaal ongeveer 1 oktober 2020.

Werkgevers die om deze reden er voor kiezen om de arbeidsovereenkomst pas op een later tijdstip op te zeggen, dienen er rekening mee te houden dat de transitievergoeding dan inmiddels hogerkan zijn omdat dan meer dienstjaren zijn verstreken. De compensatie van het UWV wordt berekend op basis van het aantal dienstjaren aan het einde van de loondoorbetalingsverplichting tijdens ziekte (104 weken). Het verschil zou dan alsnog voor rekening van de werkgever zijn. Een oplossing daarvoor zou kunnen worden gevonden door de arbeidsovereenkomst met de langdurig arbeidsongeschikte werknemer niet op te zeggen maar met wederzijds goedvinden te beëindigen met betaling van een ontslagvergoeding gelijk aan het bedrag van de transitievergoeding dat het UWV wel compenseert. Bij een beëindiging met wederzijds goedvinden is geen transitievergoeding verschuldigd. De werknemer zou met een beëindiging met wederzijds goedvinden met betaling van slechts dat bedrag als ontslagvergoeding kunnen instemmen omdat het alternatief (slapend houden van het dienstverband) hem helemaal geen ontslagvergoeding oplevert.

In het concept-wetsvoorstel "Wet arbeidsmarkt in balans” is een verlaging van de transitievergoeding opgenomen. Aangekondigd is dat er dan ook overgangsrecht komt voor wat betreft de compensatie van de transitievergoeding.

De wetswijziging heeft als doel om te bewerkstelligen dat langdurig arbeidsongeschikte werknemers de transitievergoeding krijgen waarop zij in de ogen van de wetgever recht hebben en dat deze hen niet wordt onthouden als gevolg van het enkele feit dat de werkgever de arbeidsovereenkomst niet opzegt en het dienstverband slapend houdt. Dit doel zal de wetgever echter niet in alle gevallen bereiken. Niet alleen vanwege de bovengenoemde problemen met het voorfinancierenvan de transitievergoeding zou de werkgever af kunnen zien van het opzeggen van de arbeidsovereenkomst. Denkbaar is ook dat werkgevers dit zouden nalaten uitsluitend uit rancune. Niet ondenkbaar is dat de werknemer dan een vordering tegen de werkgever zou kunnen instellen gebaseerd op goed werkgeverschap.