Evaluatie WIA

Jaar en kwartaal
2011, 2e kwartaal
Nummer
7

Bronnen:

  • Brief van de Staatssecretaris van Sociale zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer van 25 maart 2011, Kamerstuk 32716, nummer 1 + bijlagen (Evaluatie Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA))
  • Brief van de Minister van Sociale zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer van 25 maart 2011, Kamerstuk 32464, nummer 12


Bij invoering van de WIA op 29 december 2005 is afgesproken dat de wet na vijf jaar geëvalueerd zou worden. Daartoe heeft de regering een aantal onderzoeken laten doen. In een brief aan de Tweede Kamer van 25 maart 2011 heeft de regering aangegeven tot welk standpunt die onderzoeken de regering brengen.

In het algemeen is de regering vooral tevreden over de vergaande beperking van de WIA-instroom ten opzichte van de veel hogere instroom die in het verleden in de WAO plaatsvond. Wat opvalt is dat de regering daarbij maar weinig oog heeft voor de hogere lasten die werkgevers daardoor ondervinden (loonsancties, hoge WGA-lasten gedurende tien jaar) en de problemen die arbeidsongeschikte werknemers ondervinden die geen uitkering meer krijgen (minder dan 35% arbeidsongeschikt) of een veel lagere uitkering krijgen (WGA-gat).

Vangnetters
De regering stelt vast dat een onevenredig deel van de WIA-instroom (bijna de helft) afkomstig is van zieke uitzendkrachten, werknemers die ziek worden in een tijdelijk dienstverband en zieke werklozen (de "vangnetters”). In verband hiermee heeft de regering in een brief van 8 maart 2011 al maatregelen voorgesteld, waaronder:

  • aanscherping van het arbeidsongeschiktheidscriterium (na één jaar niet meer  "zijn arbeid”  maar "passende arbeid” met toetsing of daarbij sprake is van een loonverlies van >35%);
  • aanscherping van de re-integratie- en sollicitatieverplichtingen voor ZW-gerechtigden;
  • invoering van een periode van twee weken loondoorbetaling voor uitzendbureaus en in dat verband: aanpassing van het uitzendbeding in het Burgerlijk Wetboek;
  • onderzoeken van de mogelijkheid om werkgever meer financiële prikkels te geven waarmee ziekte- en arbeidsongeschiktheidslasten van uitzendkrachten en werknemers met een tijdelijk dienstverband meer worden toegerekend aan de individuele werkgever;
  • verruiming van de mogelijkheid tot proefplaatsing tot maximaal zes maanden.
 Eigenrisicodragen
Het huidige systeem waarbij werkgevers kunnen kiezen tussen het betalen van gedifferentieerde WGA-premie aan het UWV of het zelf betalen van WGA-uitkeringen en het verzekeren van dit risico bij private verzekeraars, blijft bestaan. Wel worden maatregelen getroffen om de concurrentie tussen UWV en private verzekeraars te verbeteren, te weten:
  • verhoging van de minimum gedifferentieerde WGA-premie voor grote werkgevers (om eigenrisicodragen interessanter te maken voor grote werkgevers zonder werknemers met een WGA-uitkering), waartegenover de mate van premiedifferentiatie dan geringer kan worden;
  • aanpassing van de correctiefactor bij de berekening van de gedifferentieerde WGA-premie waardoor de premie van grote werkgevers meer geleidelijk zal gaan stijgen;
  • bieden van meer tijd aan werkgevers om te besluiten of zij eigenrisicodrager willen worden door de parameters van de gedifferentieerde WGA-premie voor het nieuwe jaar eerder bekend te maken (nu 1 september) en de termijn voor het aanvragen van toestemming om eigenrisicodrager te worden (nu 1 oktober) te verlengen;
  • vervallen van de mogelijkheid om per 1 juli van het kalenderjaar eigenrisicodrager te worden;
  • mogelijkheid verkennen om werknemers de mogelijkheid te geven om verzekeraars rechtstreeks aan te spreken op re-integratie-inspanningen.
Volledige maar niet duurzame arbeidsongeschiktheid
De regering laat (omdat pas dan een stabiel beeld van de situatie bestaat: in 2012) nader onderzoek doen naar het grote aantal werknemers dat volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt is. De regering acht het wenselijk dat er meer doorstroom vanuit deze groep plaatsvindt, maar wenst te weten of deze werknemers nog arbeidsmogelijkheden hebben dan wel duurzaam volledig arbeidsongeschikt zijn.

Tijdigheid herbeoordelingen
Het UWV zal werk gaan maken van het tijdig doen van herbeoordelingen. Omdat prioriteit werd gegeven aan "wettelijke beoordelingen” en "beoordelingen op verzoek van de cliënt”, werden met name te weinig "professionele herbeoordelingen” (dat wil zeggen: herbeoordelingen die eerder door verzekeringsartsen noodzakelijk werden geacht) uitgevoerd. De jaarlijkse herbeoordeling (gedurende vijf jaren) van werknemers die met een nog niet meer dan geringe kans op herstel een IVA-uitkering hebben gekregen wordt afgeschaft omdat die te weinig zin heeft (in 97% van de gevallen volgde ongewijzigde vaststelling).

Bezwaarprocedure eigenrisicodragers
Het komt maar weinig voor dat werkgevers die eigenrisicodragers zijn bezwaarprocedures moeten voeren omdat werknemers bezwaar maken tegen opgelegde maatregelen in het kader van de WGA-uitkering of gepleegde re-integratie-inspanningen. Van problemen daarbij is niet gebleken.