Gedeeltelijke beëindiging van arbeidsovereenkomst

Jaar en kwartaal
2020, 1e kwartaal
Nummer
3
De Hoge Raad heeft bepaald dat een arbeidsovereenkomst niet gedeeltelijk door de rechter kan worden ontbonden. 

Eerder had de Hoge Raad overwogen dat de mogelijkheid van een gedeeltelijk ontslag (met gedeeltelijke aanspraak op transitievergoeding) in bijzondere gevallen moest worden aanvaard.  Het zou daarbij gaan om gevallen waarin door omstandigheden gedwongen wordt overgegaan tot een substantiële en structurele vermindering van de arbeidstijd van de werknemer, met name bij het gedeeltelijk vervallen van de arbeidsplaats van de werknemer wegens bedrijfseconomische omstandigheden en bij blijvende gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van de werknemer.

De Hoge Raad geeft nu aan dat destijds slechts bedoeld was om aan te geven dat  voortzetting van een bestaande arbeidsovereenkomst in aangepaste vorm er op neer kan komen dat de bestaande arbeidsovereenkomst in feite gedeeltelijk is beëindigd en dat in dat geval een gedeelte van de transitievergoeding moet worden betaald. Destijds zou niet bedoeld zijn om de mogelijkheid van gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst uit te breiden. 

De Hoge Raad geeft aan in welke gevallen een gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst mogelijk is en in welke gevallen daarbij recht bestaat op een gedeeltelijke transitievergoeding. Anders dan eerder, is daarbij het geval van gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden uitdrukkelijk niet genoemd.

Nieuw is daarentegen dat de Hoge Raad als voorbeeld van gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst met recht op gedeeltelijke betaling van de transitievergoeding noemt, dat een werkgever ook op grond van goed werkgeverschap gehouden kan zijn om in te stemmen met een voorstel van de werknemer tot wijziging van de arbeidsduur.

De vraag is of een werknemer die langdurig gedeeltelijk arbeidsongeschikt is nu ook kan stellen dat een slapend deel van de arbeidsovereenkomst is ontstaan, dat de werkgever op verzoek van de werknemer moet beëindigen met toekenning van een deel van de transitievergoeding. 

Het antwoord op die vraag is op zijn beurt weer van belang voor de vraag of een werknemer, die na eerst 104 weken ziek te zijn geweest, aangepaste arbeid verricht en voor die aangepaste arbeid ziek uitvalt, opnieuw recht heeft op loon tijdens ziekte. Indien de werknemer namelijk na aanpassing van de arbeid kan afdwingen dat de arbeidsovereenkomst door de werkgever gedeeltelijk wordt beëindigd (met betaling van een evenredig deel van de transitievergoeding), zou daarbij tevens nieuwe bedongen arbeid ontstaan met als gevolg dat bij een nieuwe uitval wegens ziekte ook een nieuw recht op loondoorbetaling tijdens ziekte ontstaat.

Verder lezen?

De bovenstaande tekst is een beknopte versie van het artikel. De volledige inhoud van dit artikel is alleen toegankelijk voor deelnemers aan het arbeidsrecht abonnement© met een plus abonnement of top abonnement. U kunt hieronder inloggen om het artikel te lezen.

Via dit formulier kunt u zich aanmelden voor het arbeidsrecht abonnement© of kunt u uw bestaande abonnementsvorm wijzigen.

Indien u deelnemer aan het arbeidsrecht abonnement© bent, kunt u hieronder inloggen om het artikel te lezen.