De werkgever heeft er belang bij te weten of zijn werknemer
in geval van ziekte al dan niet recht heeft op een Ziektewetuitkering. Die
Ziektewetuitkering kan de werkgever namelijk op grond van het bepaalde in
artikel 7:629 lid 5 B.W. in mindering brengen op het tijdens ziekte door te
betalen loon.
Verder kan de werkgever dan ook aanspraak maken op de
premiekorting van artikel 49 en 50 Wet financiering sociale verzekeringen (in
beginsel drie jaar lang € 7.000, maar voor werkhervatting bij de eigen
werkgever één jaar en voor sommige werknemers met een Wajonguitkering maar €
3.500).
Indien de WGA-uitkering volgt op een Ziektewetuitkering komt
bovendien de WGA-uitkering niet voor rekening van de eigenrisicodrager (artikel
82 lid 4 WIA) c.q. komt die uitkering niet ten laste van de Werkhervattingskas
en beïnvloedt die dus niet de gedifferentieerde premie van de werkgever
(artikel 117b lid 3 onder c Wet financiering sociale verzekeringen).
Om aanspraak te kunnen maken op deze Ziektewetuitkering
dient de werkgever uiterlijk op de vierde dag van arbeidsongeschiktheid bij het
UWV melding te doen van de eerste dag van arbeidsongeschiktheid (artikel 38a
Ziektewet). Als de werkgever niet op de hoogte was van het bestaan van
aanspraak op Ziektewetuitkering doet de werkgever de melding alsnog binnen vier
dagen nadat de aanspraak op Ziektewetuitkering hem bekend is geworden, in welk
geval het UWV de Ziektewetuitkering met terugwerkende kracht over de bestreken
periode toekent, doch ten hoogste over een jaar (artikel 38b lid 2 Ziektewet).
Zodra de arbeidsovereenkomst twee maanden heeft geduurd
heeft de werkgever het recht bij zijn werknemer te informeren naar het bestaan
van een mogelijke aanspraak op Ziektewetuitkering (artikel 38b lid 1 Ziektewet).
Recht op Ziektewetuitkering kan voor een werknemer of
werkneemster die tijdens ziekte recht heeft op doorbetaling van loon bestaan
indien:
de arbeidsongeschiktheid wordt veroorzaakt door zwangerschap(artikel 29a lid 1 Ziektewet);
de arbeidsongeschiktheid wordt veroorzaakt door
de bevalling of de daaraan voorafgaande zwangerschap en de
werkneemster arbeidsongeschikt is aansluitend aan het bevallingsverlof(artikel 29a lid 4 Ziektewet);
de werknemer die onmiddellijk voorafgaand aan de
arbeidsovereenkomst recht had op een WIA-uitkering (artikel 29b lid 1
onder a Ziektewet);
de werknemer die onmiddellijk voorafgaand aan de
arbeidsovereenkomst een arbeidsovereenkomst had op grond van de Wet sociale
werkvoorziening of een nog geldende indicatiebeschikking daarvoor (artikel
29b lid 1 onder b Ziektewet);
de werknemer die aan het einde van de wachttijd
voor de WIA minder dan 35% arbeidsongeschikt was maar wel ongeschikt
voor het verrichten van eigen of andere passende arbeid bij de eigen werkgever,
die na 91 weken geen andere dienstbetrekking had dan die met zijn eigen
werkgever en die binnen vijf jaar na het einde van de wachttijd
werkzaamheden gaat verrichten bij de eigen werkgever (artikel 29b lid 1 onder c
Ziektewet);
de werknemer die de leeftijd van 18 jaar nog
niet heeft bereikt en in verband met ziekte of gebrek een belemmeringondervindt of heeft ondervonden bij het volgen van onderwijs en binnen
vijf jaar na afronding van dat onderwijs arbeid in die betrekking gaat
verrichten (artikel 29b lid 1 onder d Ziektewet);
de werknemer die geen Wajong-uitkering
heeft en geen recht heeft op arbeidsondersteuning op grond van de
Wajong, die 18 jaar of ouder is en die in verband met ziekte of gebrek
een belemmering ondervindt of heeft ondervonden bij het volgen van
onderwijs en binnen vijf jaar na afronding van dat onderwijs arbeid
in die betrekking gaat verrichten (artikel 29b lid 1 onder e Ziektewet);
de werknemer die onmiddellijk voorafgaand aan de
arbeidsovereenkomst naar het oordeel van het UWV en structurele functionele
beperking had en voor wiens ondersteuning bij arbeidsinschakeling de gemeenteverantwoordelijk was gedurende de eerste vijf jaren waarin hij in een
arbeidsovereenkomst tenminste het minimumloon verdiende (artikel 29 lid 2
Ziektewet);
de werknemer die voorafgaand aan de
arbeidsovereenkomst recht had of heeft gehad op een Wajong-uitkering of
op arbeidsondersteuning op grond van de Wajong en die een
arbeidsovereenkomst heeft gesloten met een werkgever in de zin van artikel 7
van de Wet sociale werkvoorziening of waarvan de arbeidsovereenkomst ontstond
voordat hij recht had op een Wajong-uitkering dan wel arbeidsondersteuning op
grond van de Wajong omdat de arbeidsovereenkomst is aangevangen voordat hij 18
jaar werd (artikel 29 lid 3 Ziektewet);
de werknemer die recht heeft op een WIA-uitkeringals de arbeidsovereenkomst bij zijn werkgever wordt voortgezet nadat het
recht op WIA-uitkering is vastgesteld indien de ziekte aanvangt binnen vijf
jaar na vaststelling van het recht op WIA-uitkering (artikel 29b lid 4
Ziektewet);
de werknemer die is geboren voor 8 juli 1954in die middellijk voorafgaand aan de arbeidsovereenkomst gedurende tenminste 52
weken recht heeft gehad op een WW-uitkering indien de
arbeidsongeschiktheid aanvangt in de eerste vijf jaar van de arbeidsovereenkomst
(artikel 29d Ziektewet);
de werknemer die wegens orgaandonatiearbeidsongeschikt is (artikel 29 lid 2 onder e Ziektewet).
Het recht op Ziektewetuitkering wordt ook wel aangeduid als
de "no-risk polis”.
In het verleden heeft de Centrale Raad van Beroep zich op
het standpunt gesteld dat de werkgever geacht moet worden op de hoogte te zijn
van de oorzaak van de ziekmelding indien en zodra de arbodienst daarvan op de
hoogte is (Centrale Raad van Beroep 21 december 2005, ECLI:NL:CRVB:2005:AU8605).
Het feit dat de arbodienst zich onder verwijzing naar een door de KNMG
gepubliceerde richtlijn beriep op een geheimhoudingsverplichting deed daaraan
volgens de Centrale Raad van Beroep niet af, omdat de werkgever in staat moet
worden geacht met de arbodienst een regeling te treffen waardoor deze
arbodienst voor de ziekmelding zou kunnen zorgdragen, zonder dat "harde
medische gegevens” tegen de wil van de werknemer aan de werkgever zouden worden
doorgegeven. Op 26 september 2007, ECLI:NL:CRVB:2007:BB4522 heeft de Centrale
Raad van Beroep deze uitspraak nog eens herhaald.
In het geval waarover de Centrale Raad van Beroep moest
oordelen in zijn uitspraak van 17 april 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:BZ7326 ging het
om een werkgever die in het kader van onderzoek naar de mogelijkheid
eigenrisicodrager te worden voor de Ziektewet en het UWV verzocht om een
overzicht te verstrekken van de arbeidsgehandicapten-statussen. Het UWV had dit
verzoek geweigerd met een beroep op het feit dat de wettelijke bepalingen
inzake informatieverstrekking door het UWV aan de werkgever (artikel 73 lid 2
onder a van de van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet
Suwi) in samenhang met artikel 5.13 van het Besluit Suwi geen grondslag bieden
om de gevraagde AGH-statussen te verstrekken. De rechtbank en de Centrale Raad
van Beroep hebben de juistheid van dit standpunt van het UWV bevestigd.
In een vonnis van 21 januari 2015,
ECLI:NL:RBNHO:2015:203, heeft de rechtbank Noord-Holland nu een arbodienst
veroordeeld tot schadevergoeding op grond van het feit dat de arbodienst
verzuimd had de werkgever te informeren over het bestaan van recht op Ziektewetuitkering.
De arbodienst had zijn aansprakelijkheid ontkend en gewezen op de geheimhoudingsverplichting
die op grond van de wet voor de bedrijfsarts geldt alsmede op richtlijnen en
publicaties van de vereniging van bedrijfsartsen, de Koninklijke Nederlandsche
Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) en het College Bescherming
Persoonsgegevens, waarin steeds is vermeld dat de bedrijfsarts zonder
toestemming van de werknemer niet aan de werkgever mag melden dat er sprake is
van een "vangnetsituatie” waarbij de no-risk polis van toepassing is. Ook had
de arbodienst gesteld dat het niet zijn taak is om bij de werknemer te
informeren naar het bestaan van recht op Ziektewetuitkering, aangezien de
werkgever op grond van de wet bevoegd is daar bij zijn werknemer naar te
informeren zodra de arbeidsovereenkomst twee maanden heeft geduurd.
De rechtbank wees daarbij allereerst
op de bedoeling van de wetgever zoals die uit de wetsgeschiedenis blijkt, waar
is vermeld dat de arbodienst doorgaans ten behoeve van de werkgever
faciliterend zal optreden bij het doen van uitvraag bij de werknemer ten
aanzien van het bestaan van recht op Ziektewetuitkering. Verder wees de
rechtbank op de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de
wetenschap van de arbodienst omtrent het bestaan van recht op
Ziektewetuitkering aan de werkgever wordt toegerekend en waarin de Centrale
Raad van Beroep heeft overwogen dat van de werkgever mag worden verlangd met de
arbodienst een zodanige regeling te hebben getroffen, dat de arbodienst tijdig
kan zorgdragen voor de ziekmelding die binnen zes weken bij het UWV moet
plaatsvinden om aanspraak te kunnen maken op de Ziektewetuitkering. Ook wees de
rechtbank op het feit dat de Centrale Raad van Beroep daarbij heeft vermeld dat
het niet gaat om "harde medische gegevens”. De rechtbank is daarom van oordeel
dat het feit dat de werknemer aanspraak heeft op Ziektewetuitkering niet onder
het medisch beroepsgeheim valt. De richtlijnen en publicaties van de vereniging
van bedrijfsartsen, de KNMG en het College Bescherming Persoonsgegevens maken
dit volgens de rechtbank niet anders.
Realiseer grote besparingen en laat ons uw premiebesluit 2024 controleren!
Op 25 november 2023 stuurde de belastingdienst aan werkgevers de beschikking gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2024. In dit besluit is vermeld hoe hoog de premie is die de werkgever in 2024 aan de belastingdienst moet betalen. Voor (middel)grote werkgevers wordt de hoogte van die premie beïnvloed door de bedragen die in 2022 als Ziektewet- respectievelijk WGA-uitkering zijn uitbetaald aan (ex-) werknemers. Uit de controles van premiebesluiten en daaraan ten grondslag liggende uitkeringsbesluiten die wij in het verleden uitvoerden blijkt dat de kans dat de premie te hoog is vastgesteld maar liefst 66% bedraagt!
U heeft nog:00days,
00hours, 00minutes en
00seconds
Vaktechnisch overleg arbeidsrecht en sociale verzekeringen
Tijdens het vaktechnisch overleg (vier maal per jaar) bespreken wij vragen van deelnemers en de actualiteiten van de voorgaande drie maanden. De eerstvolgende bijeenkomsten vinden plaats op:
- maandag 4 december 2023: Koning Willem II-stadion, Tilburg
- woensdag 6 december 2023: Van der Valk Hotel Zwolle
- donderdag 7 december 2023: Van der Valk Hotel Dordrecht
- maandag 11 december 2023: Flonk Hotel Groningen Zuid, voorheen: Best Western Plus Hotel Groningen Plaza (of online)
- dinsdag 12 december 2023: Novotel Hotel Eindhoven
- woensdag 13 december 2023: Van der Valk Hotel Middelburg (!)
- donderdag 14 december 2023: Van der Valk Hotel Akersloot (of online)
- dinsdag 19 december 2023: De Soesterduinen, Soest
Online deelname is mogelijk bij de bijeenkomsten van maandag 11 december 2023 en donderdag 14 december 2023.
Is uw werknemer bijna twee jaar arbeidsongeschikt? Dan komen veel vragen op u af. Wilt u zeker weten dat u de juiste beslissingen neemt? Neem dan tijdig contact met ons op voor een WIA-Poort Scan!
Wilt u daarbij ook concrete adviezen ontvangen waarmee u eventueel zelf gewenste acties kunt nemen? Upgrade dan uw arbeidsrecht abonnement naar een plus- of top abonnement!