Wet van 23 december 2015, houdende tegemoetkomingen
in de loonkosten van specifieke groepen (Wet tegemoetkomingen loondomein),Staatsblad 2015, nummer 542
Besluit van 14 juni 2017, houdende vaststelling
van het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen inzake
loonkostenvoordelen in de Wet tegemoetkomingen loondomein, Staatsblad 2017,
nummer 272
Als gevolg van de inwerkingtreding
van de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) per 1 januari 2018 vervallen de
bepalingen ter zake van premiekorting in de Wet financiering sociale
verzekeringen (Wfsv).
In afdeling 6, paragraaf 1 en 2 van
hoofdstuk 3 (de artikelen 47-55) waren premiekortingen geregeld voor:
de oudere werknemer: maximaal drie jaar, € 7.000
per jaar (artikelen 47 en 48 Wfsv);
de jongere werknemer: maximaal twee jaar, €
3.500 per jaar (artikelen 48a en 48b Wfsv);
de arbeidsgehandicapte werknemer: maximaal drie
jaar, € 7.000 per jaar (artikelen 49 en 50 Wfsv).
De Wtl voorziet in een uniforme
structuur waarbinnen tegemoetkomingen kunnen worden verstrekt die het voor
werkgevers financieel aantrekkelijker moeten maken om mensen in dienst te nemen
die een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt hebben.
De Wtl vormt de bestaande premiekortingen voor oudere uitkeringsgerechtigden en
mensen met een arbeidsbeperking om tot loonkostenvoordelen (LKV’s): een
tegemoetkoming aan werkgevers voor het in dienst nemen van deze werknemers.
De Wtl kent loonkostenvoordelen
voor:
de oudere werknemer: maximaal drie jaar,
maximaal € 6.000 per jaar (artikelen 2.2 – 2.5 Wtl);
de arbeidsgehandicapte werknemer: maximaal drie
jaar (een jaar bij herplaatsing bij de eigen werkgever), maximaal € 6.000 per
jaar (artikelen 2.6 – 2.9 Wtl);
de werknemer die behoort tot de doelgroep van de
banenafspraak: maximaal drie jaar, maximaal € 2.000 per jaar (artikelen 2.10 –
2.13 Wtl);
de te herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer:
maximaal een jaar, maximaal € 6.000 per jaar (artikelen 2.14– 2.17 Wtl).
Daarnaast kent de Wtl een de introductie van het lage inkomensvoordeel
(LIV): een loonkostenvoordeel voor werkgevers die werknemers met een relatief
laag loon in dienst hebben.
In de plaats van premiekortingen, die de werkgever zelf bij de berekening van
de aangifte loonheffingen in mindering kon brengen, kent de Wtl een
tegemoetkoming die door het UWV aan de hand van aanvragen van de werkgever
wordt berekend op basis van gegevens in de polisadministratie (artikel 4.1 lid
1 Wtl). Om een aanvraag te doen moet de werkgever zorgen dat uit de
loonaangifte blijkt dat een verzoek voor een tegemoetkoming wordt gedaan
(artikel 2.1 Wtl) en moet daaruit blijken dat aan alle voorwaarden voor de
tegemoetkoming is voldaan (artikel 4.1 lid 5 Wet tegemoetkomingen loondomein).
Eén van die voorwaarden is dat de werkgever beschikt over een
doelgroepverklaring.
Het UWV verstrekt vervolgens vóór 15 maart aan de werkgever een overzicht van
alle aanvragen die de werkgever in het voorafgaande kalenderjaar heeft gedaan
tot en met 31 januari van het jaar volgend op het betreffende kalenderjaar (artikel
4.1 lid 4 Wtl). Daarna wordt de tegemoetkoming door de belastingdienst
vastgesteld in een beslissing die wordt genomen vóór 1 augustus van het
kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd
(artikel 4.2 Wtl). De uitbetaling vindt plaats door de belastingdienst binnen
zes weken na de datum van de beslissing van de belastingdienst (artikel 4.4 lid
2 Wtl).
Voor deze andere opzet heeft de regering gekozen omdat het huidige systeem voor
zowel de werkgever als de belastingdienst te complex werd geacht, waardoor het
voor werkgevers moeilijk was om de premiekortingen te verzilveren en voor de
belastingdienst moeilijk om dit te controleren.
Ten aanzien van de premiekortingen
kent artikel 50d Wfsv de mogelijkheid van een nadere regeling voor het geval
van:
onderbreking van het dienstverband;
opeenvolgende en verschillende dienstverbanden
bij dezelfde werkgever;
overgang van ondernemingen.
Op grond daarvan is in de Regeling
Wfsv bepaald dat:
artikel 3.19a: in geval van een nieuwe
dienstbetrekking bij dezelfde werkgever alleen recht op premiekorting bestaat
als tussen het einde van een eerdere arbeidsovereenkomst en de aanvang van een
nieuwe arbeidsovereenkomst tenminste zes maanden zijn verstreken;
artikel 3.20: in geval van een nieuwe
dienstbetrekking bij dezelfde werkgever als in de eerdere dienstbetrekking
reeds volledig premiekorting is genoten alleen recht op premiekorting bestaat
als tussen het einde van de eerdere arbeidsovereenkomst en de aanvang van een
nieuwe arbeidsovereenkomst tenminste drie jaar (oudere werknemer)
respectievelijk één jaar (arbeidsgehandicapte werknemer) zijn verstreken;
artikel 3.21: in geval van een nieuwe
dienstbetrekking bij dezelfde werkgever terwijl in de eerdere dienstbetrekking
de premiekorting gedeeltelijk is genoten:
recht op premiekorting bestaat alsof de dienstbetrekking niet is onderbroken
indien de onderbreking minder dan drie maanden heeft geduurd;
recht op premiekorting bestaat voor de
resterende periode van drie jaar respectievelijk één jaar te rekenen vanaf het
moment waarop de premiekortingsperiode begon, zonder dat de periode van
onderbreking van het dienstverband daarop in mindering wordt gebracht, indien
de onderbreking drie maanden of meer maar ten hoogste drie jaar heeft geduurd;
artikel 3.22: het recht op premiekorting bij de
overgang van een onderneming ongewijzigd wordt voortgezet door de werkgever die
de onderneming overneemt, indien de werknemer waarvoor de premiekorting geldt
werkzaam was in het deel van de onderneming dat is overgenomen.
In de Wtl is geregeld dat de
werknemer ook tot de doelgroep behoort als het dienstverband tussen dezelfde
werkgever en werknemer wordt onderbroken binnen de periode van drie jaar
respectievelijk een jaar waarvoor het loonkostenvoordeel geldt (artikel 2.2 lid
4 Wtl, artikel 2.6 lid 5 Wtl, artikel 2.10 lid 3 Wtl, artikel 2.14 lid 4 Wtl).
Bovendien is bepaald dat het loonkostenvoordeel geldt voor een aaneengesloten
periode van drie jaar respectievelijk een jaar vanaf de aanvang van de eerste
dienstbetrekking waarbij aan de voorwaarden van de wet wordt voldaan (artikel
2.4 lid 1 Wtl, 2.8 lid 1 Wtl, 2.12 lid 1 Wtl, 2.16 lid 1 Wtl).
Een regeling ter zake van de
overgang van onderneming ontbreekt echter in de Wtl. In een artikel op LinkedIn
van 16 november 2017 ("Onaangekondigde kostenpost voor werkgevers bij
Loonkostenvoordeel (de oude premiekorting)”) schrijft Janthony Wielink
(Enkwest) dat hem uit contact met het Ministerie is gebleken dat deze regeling
om redenen van eenvoud is geschrapt. Bij overgang van onderneming zou daardoor
het loonkostenvoordeel vervallen.
In beginsel is de werkgever die een
onderneming overneemt een nieuwe werkgever die een nieuw verzoek voor de
tegemoetkoming van één van de in artikel 2.1 Wtl genoemde loonkostenvoordelen kan doen en dan
moet voldoen aan dezelfde voorwaarden als elke andere werkgever. Voor het
loonkostenvoordeel oudere werknemer zal deze werkgever inderdaad niet in
aanmerking komen omdat niet voldaan wordt aan de eis van artikel 2.2 lid 1
onder a Wtl dat de werknemer in de maand voorafgaand aan de aanvang van de
dienstbetrekking recht had op een uitkering. Voor het loonkostenvoordeel
herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer komt de werkgever eveneens niet in
aanmerking omdat niet kan worden voldaan aan de voorwaarde van artikel 2.14 lid
1 onder a Wtl dat sprake moet zijn van werkhervatting bij dezelfde werkgever
als waar hij recht op WIA-uitkering heeft gekregen.
Daar staat echter tegenover dat
mogelijk is dat voldaan wordt aan de voorwaarden van artikel 2.6 Wtl voor het
loonkostenvoordeel arbeidsgehandicapte werknemer respectievelijk van artikel
2.10 Wtl voor het loonkostenvoordeel arbeidsgehandicapte werknemer. In dat
geval zal zelfs een nieuwe periode van drie jaar aanvangen. Ook kan de nieuwe
werkgever in aanmerking komen voor het loonkostenvoordeel arbeidsgehandicapte
werknemer waar de oude werkgever hooguit in aanmerking kwam voor het
loonkostenvoordeel herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer.
Realiseer grote besparingen en laat ons uw premiebesluit 2025 controleren!
Op 27 november 2024 stuurde de belastingdienst aan werkgevers de beschikking gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2025. In dit besluit is vermeld hoe hoog de premie is die de werkgever in 2025 aan de belastingdienst moet betalen. Voor (middel)grote werkgevers wordt de hoogte van die premie beïnvloed door de bedragen die in 2023 als Ziektewet- respectievelijk WGA-uitkering zijn uitbetaald aan (ex-) werknemers. Uit de controles van premiebesluiten en daaraan ten grondslag liggende uitkeringsbesluiten die wij in het verleden uitvoerden blijkt dat de kans dat de premie te hoog is vastgesteld maar liefst 74% bedraagt!
U heeft nog:00days,
00hours, 00minutes en
00seconds
Realiseer grote besparingen en laat ons uw premiebesluit 2025 controleren!
Op 25 november 2024 stuurde de belastingdienst aan werkgevers de beschikking gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2025. In dit besluit is vermeld hoe hoog de premie is die de werkgever in 2025 aan de belastingdienst moet betalen. Uit de controles van premiebesluiten en daaraan ten grondslag liggende uitkeringsbesluiten die wij in het verleden uitvoerden blijkt dat de kans dat de premie te hoog is vastgesteld maar liefst 74% bedraagt! En deze werkgevers verdienden iedere geïnvesteerde euro gemiddeld 22 maal terug.
Vaktechnisch overleg arbeidsrecht en werknemersverzekeringen
Tijdens het vaktechnisch overleg (vier maal per jaar) bespreken wij vragen van deelnemers en de actualiteiten van de voorgaande drie maanden. De eerstvolgende bijeenkomsten vinden plaats op:
- maandag 2 december 2024: Koning Willem II-stadion, Tilburg
- dinsdag 3 december 2024: De Soesterduinen, Soest
- woensdag 4 december 2024: Van der Valk Hotel Zwolle
- maandag 9 december 2024: Flonk Hotel Groningen Zuid (of online)
- dinsdag 10 december 2024: Van der Valk Hotel Best
- woensdag 11 december 2024: Van der Valk Hotel Middelburg (of online)
- donderdag 12 december 2024: Van der Valk Hotel Akersloot (of online)
- donderdag 19 december 2024: Van der Valk Hotel Dordrecht
Online deelname is mogelijk bij de bijeenkomsten van maandag 9 december, woensdag 11 december 2024 en donderdag 12 december 2024.
Is uw werknemer bijna twee jaar arbeidsongeschikt? Dan komen veel vragen op u af. Wilt u zeker weten dat u de juiste beslissingen neemt? Neem dan tijdig contact met ons op voor een WIA-Poort Scan!
Wilt u daarbij ook concrete adviezen ontvangen waarmee u eventueel zelf gewenste acties kunt nemen? Upgrade dan uw arbeidsrecht abonnement naar een plus- of top abonnement!