Nieuw besluit doorbetaald loonregeling

Jaar en kwartaal
2008, 1e kwartaal
Nummer
9

Bronnen:

  • artikel 87 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001
  • Besluit van de directeur-generaal van de Belastingdienst namens de minister van Financiën van 29 januari 2007, nummer CPP2007/72M, Staatscourant 2007, nr. 25, blz. 12
  • Besluit Staatssecretaris van Financiën 17 december 2007, Staatscourant 3 januari 2008, nummer 2, bladzijde 21 
 Probleem: verplichting tot inhouding en afdracht premies werknemersverzekeringen voor verzekeringsplichtige directeur-minderheidsaandeelhouder, die voor werkmaatschappij werkt op basis van managementovereenkomst met persoonlijke beheermaatschappij (holding). Verzekeringsplicht wordt beoordeeld vanuit de vennootschap waar de werkzaamheden feitelijk worden verricht, zodat de verzekeringsplicht tot de werkmaatschappij bestaat en deze de premies moet inhouden en afdragen. Tegelijkertijd is gewenst dat de holding de loonheffing inhoudt en afdraagt, zodat de directeur-minderheidsaandeelhouder zelf kan beslissen welk deel van de managementvergoeding hij als loon wil ontvangen en zelf kan beslissen over pensioenopbouw, auto van de zaak e.d.

Op grond van de zogenaamde "doorbetaald loon-regeling” van artikel 87 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 kon de werkmaatschappij de premies werknemersverzekeringen inhouden en afdragen, maar kon de inhouding en afdracht van loonheffing door de holding plaatsvinden. De "doorbetaald loon-regeling” is bedoeld voor commissarissen die namens een werkgever tot commissaris in een andere vennootschap zijn benoemd en hun commissarisloon moeten afdragen aan hun werkgever. De regeling houdt in dat de "hoofdwerkgever” de loonheffing inhoudt en afdraagt. De regeling werd ook toegepast op de situatie van de directeur-minderheidsaandeelhouder die via een holding voor een werkmaatschappij werkt.

Door het samenvoegen van de loonheffing en premieheffing werknemersverzekeringen per 1 januari 2006 en door de invoering van de verplichting om een per werknemer geïndividualiseerde aangifte te doen kwam de "doorbetaald loon-regeling” op gespannen voet te staan met de wettelijke bepalingen ter zake van inhouding en afdracht van loonheffing. Daarom is artikel 87 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 per 1 januari 2007 zodanig gewijzigd, dat de "doorbetaald loon-regeling” niet meer geldt voor de werknemer die in de hoofddienstbetrekking niet verplicht verzekerd is voor de werknemersverzekeringen. Deze wijziging treft de directeur-minderheidsaandeelhouder die immers in verhouding tot de werkmaatschappij verplicht verzekerd is, maar in verhouding tot de holding (waar hij directeur-enig aandeelhouder is) niet.

Het Besluit van 29 januari 2007 hield in dat de "doorbetaald loon-regeling” in 2007 toch nog mag worden toegepast. Reden hiervan was om de werkgevers in de gelegenheid te stellen zich in te stellen op de wijzigingen, mede gelet op het feit dat verlegging van de inhoudingsplicht naar de holding vanaf (toen nog) 1 januari 2008 toch niet meer mogelijk zou zijn, omdat dan de vennootschap met de directeur-grootaandeelhouder als enig werknemer niet langer inhoudingsplichtig voor de loonheffing zal zijn.

Met ingang van 1 januari 2008 zou de werkmaatschappij derhalve voor de directeur-minderheidsaandeelhouder niet alleen premies werknemersverzekeringen maar ook loonbelasting moeten afdragen. Afspraken over het deel van de managementvergoeding dat als loon moet worden uitbetaald en over pensioen, auto van de zaak en het deel van de managementvergoeding dat niet als loon moet worden uitbetaald zouden dan met de werkmaatschappij gemaakt moeten worden.

Middels het besluit van 17 december 2007, dat het besluit van 29 januari 2007 vervangt, kan de doorbetaaldloonregeling na 1 januari 2008 toegepast blijven worden zoals in 2006 en 2007. Heffing van premies werknemersverzekeringen van de directeur-minderheidsaandeelhouder blijft echter bestaan. Het besluit hangt samen met de verschuiving naar 1 januari 2009 van de ingangsdatum van het vervallen van de inhoudingsplicht voor de loonbelasting van B.V.’s tot wie alleen directeuren-grootaandeelhouders in dienstbetrekking staan.

Tekst artikel 87 Uitvoeringsregeling Loonbelasting 2001:

Doorbetaald loon uit tegenwoordige dienstbetrekking

1. De in Nederland wonende of gevestigde inhoudingsplichtige wordt geacht als onderdeel van het door hem verschuldigde loon van een in Nederland wonende werknemer ter beschikking te stellen het loon dat de werknemer zonder toepassing van dit artikel zou hebben genoten als werknemer van een andere inhoudingsplichtige indien:a. de werknemer uit hoofde van zijn dienstbetrekking tevens werkzaam is als werknemer van die andere inhoudingsplichtige onder de verplichting het hem toekomende loon en de bijbehorende vrije vergoedingen af te staan aan de inhoudingsplichtige,b. die andere inhoudingsplichtige het bedoelde loon en de bijbehorende vrije vergoedingen rechtstreeks afdraagt aan de inhoudingsplichtige en aan de werknemer geen vrije verstrekkingen verstrekt die niet vooraf aan de inhoudingsplichtige zijn medegedeeld, enc. de werknemer uit hoofde van zijn dienstbetrekking bij de inhoudingsplichtige verplicht verzekerde is ingevolge een of meer van de werknemersverzekeringen, genoemd in artikel 2, onderdeel c, van de Wet financiering sociale verzekeringen.

2. De in het eerste lid, onderdeel c, opgenomen voorwaarde geldt niet ingeval de werknemer zonder toepassing van dit artikel uit hoofde van zijn dienstbetrekking bij die andere inhoudingsplichtige geen verplicht verzekerde ingevolge een of meer van deze werknemersverzekeringen zou zijn.

3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een niet in Nederland wonende werknemer ingeval het aan de inhoudingsplichtige afgestane loon voor de toepassing van regelingen ter voorkoming van dubbele belasting niet anders zou worden behandeld dan het door deze inhoudingsplichtige aan de werknemer uit te betalen loon.

4. De vorige leden zijn slechts van toepassing als de inspecteur onder wie degene ressorteert die zonder toepassing van deze leden belasting had moeten inhouden op gezamenlijk verzoek van de bedoelde personen bij voor bezwaar vatbare beschikking, die te allen tijde bij nadere, voor bezwaar vatbare, beschikking kan worden herroepen, heeft vastgesteld dat aan de gestelde voorwaarden is voldaan.