Ontslagvergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid

Jaar en kwartaal
2008, 1e kwartaal
Nummer
5

Bronnen:

  • Hoge Raad 15 februari 2008, www.rechtspraak.nl, ljn: BC2206
  • Hoge Raad 25 juni 1999, JAR 1999, 149 (Boulidam) 
 De Hoge Raad heeft meer duidelijkheid gegeven over zijn  standpunt ten aanzien van de vraag wanneer een werknemer die wordt ontslagen omdat hij langer dan twee jaar arbeidsongeschikt is, recht heeft op een ontslagvergoeding.

In het Boulidam-arrest had de Hoge Raad overwogen dat niet van belang was dat de werknemer arbeidsongeschikt was geworden doordat hij het werk zo lang had gedaan, maar dat voldoende was nadat hij het werk zo lang had gedaan. De Hoge Raad liet daaraan echter een overweging voorafgaan waarin hij aangaf dat de rechtbank in het betreffende geval kennelijk van oordeel was geweest dat de heer Boulidam door zijn werkgever werd afgedankt omdat hij te oud en te zwak geworden was om het werk nog te doen en dat het in die omstandigheden niet aanging om hem zonder een behoorlijke financiële vergoeding weg te sturen, en plaatste zijn beslissing uitdrukkelijk in die gedachtegang van de rechtbank. 

De overweging van de Hoge Raad riep de vraag op of voor de toekenning van een ontslagvergoeding in een geval van ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid niet vereist was dat een verband bestond tussen het ontstaan van de arbeidsongeschiktheid en het werk.

In een arrest van 15 februari 2008 stelt de Hoge Raad uitdrukkelijk dat de enkele omstandigheid dat een werknemer na een langdurig dienstverband wegens arbeidsongeschiktheid wordt ontslagen op zichzelf beschouwd geen grond oplevert voor het toekennen van een vergoeding.

De Hoge Raad gaat daarbij uitdrukkelijk in op het Boulidam-arrest en wijst er op dat daar ook nog andere omstandigheden aan de orde waren zoals het te oud en te zwak zijn om het zware werk nog langer te verrichten, de leeftijd van de werknemer, de beperkte mogelijkheden voor de werknemer om ander werk te vinden en de zeer beperkte vergoeding die de werkgever had aangeboden.

Na het arrest van de Hoge Raad kan worden gesteld dat aan een werknemer die na een langdurig dienstverband wegens arbeidsongeschiktheid wordt ontslagen vooral dan een ontslagvergoeding toe kan komen als er een verband is tussen de arbeidsongeschiktheid en het werk. Is dat verband er niet, dan zal aan de werknemer slechts in uitzonderingsgevallen een vergoeding toekomen.