Premiekorting voor kleine werkgevers

Jaar en kwartaal
2015, 1e kwartaal
Nummer
6

Bronnen:

  • Nieuwsbericht Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 6 februari 2015



De Wet financiering sociale verzekeringen voorziet in de volgende premiekortingen:

  • € 7.000 per jaar gedurende drie jaar bij het in dienst nemen van een oudere (≥ 56 jaar) werkloze werknemer (artikel 47 en 48 Wfsv);
  • € 3.500 per jaar gedurende maximaal twee jaar en tot uiterlijk 1 januari 2018 bij het in dienst nemen van een jongere (≥ 18 jaar maar < 27 jaar) werknemer (artikel 48a en 48b Wfsv);
  • € 7.000 per jaar gedurende drie jaar bij het in dienst nemen of gedurende een jaar bij het in dienst houden van een van een arbeidsgehandicapte werknemer (artikel 49 en 50 Wfsv).
Deze premiekortingen vinden plaats door verlaging van het totaalbedrag van de verschuldigde werknemers-premies dat de werkgever aan de belastingdienst moet afdragen. Kleine werkgevers die minder premie afdragen dan het bedrag van de premiekorting profiteren daarom niet volledig van de premiekorting. Om hierin verandering te brengen, zodat kwetsbare werknemers meer kans maken op het vinden van werk, zal de wijze waarop de premiekorting wordt genoten worden veranderd. Nu innen werkgevers de premiekorting nog middels de maandelijkse aangifte en zijn zij dus zelf verantwoordelijk voor de berekening en verrekening van de premiekorting. Vanaf 1 januari 2016 moet de belastingdienst het bedrag van de premiekorting in één keer aan het einde van het jaar gaan uitbetalen. Omdat daarbij dan gebruik gemaakt zal worden van gegevens uit de loonaangifte van het voorgaande jaar is de kans op fraude kleiner.