Recht op verzoek tijdelijke aanpassing arbeidstijden na ouderschapsverlof

Jaar en kwartaal
2012, 1e kwartaal
Nummer
1

Bronnen:

  • Voorstel van wet Wijziging van de Wet arbeid en zorg en de Arbeidstijdenwet ter implementatie van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad van 8 maart 2010 (PbEU 2010, L 68) tot uitvoering van de door BUSINESSEUROPA, UEAPME, het CEEP en het EVV gesloten herziene raamovereenkomst en tot intrekking van Richtlijn 96/34/EG, wetsontwerp nr. 33107 d.d. 30 november 2011



Ter uitvoering van een Europese Richtlijn is door de regering bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel aanhangig gemaakt, dat de werknemer het recht geeft om na afloop van het ouderschapsverlof zijn werkgever te verzoeken om aanpassing van zijn arbeidstijdpatroon. Die aanpassing moet dan gaan gelden gedurende een periode van een jaar na het einde van het ouderschapsverlof, dan wel een andere overeen te komen periode. Het verzoek moet worden ingediend drie maanden vóór afloop van het ouderschapsverlof. De werkgever moet een beslissing op het verzoek nemen uiterlijk vier weken voor afloop van het ouderschapsverlof.

De betreffende bepaling zal worden opgenomen in art. 4:1b van de Arbeidstijdenwet.

De werkgever zal op het verzoek moeten beslissen met inachtneming van de bestaande bepaling van artikel 4:1a Arbeidstijdenwet. Deze bepaling houdt in dat de werkgever rekening moet houden met persoonlijke omstandigheden van de werknemer, voor zover dat redelijkerwijs van werkgever kan worden gevergd.

Bij de Tweede Kamer zijn nu vier wetsvoorstellen aanhangig ten aanzien van de verschillende verlofvormen:

  • 32659: babyverlof (Groen Links)
  • 32855: modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden
  • 32889: bevorderen flexibel werken (Groen Links en CDA)
  • 33107: recht op verzoek tijdelijke aanpassing arbeidstijden na ouderschapsverlof