Scheidsgerecht Gezondheidszorg 27 december 2018, KG
18/24
Antwoord van de Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid van 12 februari 2019 op Kamervragen van 25 januari 2019 van de
leden Wiersma (VVD) en Van Kent (SP) over het bericht ‘Werkgever worstelt met
transitievergoeding bij ontslag na langdurige ziekte’
De wet die regelt dat het UWV aan
werkgevers de transitievergoeding vergoedt, die moet worden betaald aan werknemers
die wegens langdurige arbeidsongeschiktheid worden ontslagen, zal op 1 april
2020 in werking treden en terugwerken tot 1 juli 2015. De wet is gepubliceerd
in het Staatsblad. Ook de inwerkingtreding per 1 april 2020 is inmiddels bij
Koninklijk Besluit geregeld.
Het nieuwe artikel 7:673e BW regelt
dat op verzoek van de werkgever door het UWV een vergoeding (compensatie) wordt
verstrekt.
Voorwaarde is dat de duur van het
opzegverbod (als bedoeld in artikel 7:670 lid 1 en lid 11 B.W.) moet zijn
verstreken. Voldoende is echter ook dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd op
een moment waarop de werknemer door ziekte niet in staat was om zijn eigen werk
te verrichten.
Het recht
op compensatie bestaat ongeacht de wijze waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd.
Ook bij een beëindiging met wederzijds goedvinden bestaat dus recht op de
compensatie, zo lang de arbeidsovereenkomst maar is beëindigd wegens de
langdurige arbeidsongeschiktheid van de werknemer.
De compensatie is gelijk aan de door
de werkgever betaalde ontslagvergoeding maar niet meer dan de
transitievergoeding op het tijdstip van het eindigen van de
loondoorbetalingsverplichting (als het ontwerp voor de Wet arbeidsmarkt in
balans wet wordt, dan wordt dit: bij het eindigen van het opzegverbod tijdens
ziekte) en niet meer dan het bedrag dat al loon tijdens ziekte is betaald.
Nadat de wet al in het Staatsblad was
geplaatst is nu ook de Regeling compensatievergoeding in de Staatscourant
gepubliceerd. Deze ministeriële regeling regelt de aanvraag en de verstrekking
van de compensatie.
De aanvraag kan pas worden ingediend
als de ontslagvergoeding is verstrekt. Uit de toelichting blijkt dat met
"verstrekken” is bedoeld: "volledig betalen”. Is de ontslagvergoeding
eenmaal verstrekt, dan moet de aanvraag binnen zes maanden daarna worden
ingediend.
Op grond
van de Regeling compensatievergoeding geldt de eis dat de aanvraag binnen zes
maanden na de verstrekking moet zijn ingediend niet voor aanvragen die vóór
1 oktober 2020 zijn ingediend, waarbij de verstrekking heeft plaatsgevondenvóór 1 april 2020. Het gaat daarbij om de transitievergoedingen die in
de periode van 1 juli 2015 tot 1 april 2020 zijn verstrekt. Voor deze aanvragen
heeft het UWV een langere termijn om op de aanvraag te beslissen. De
beslistermijn bedraagt dan zes maanden, waar normaliter een termijn van
acht weken geldt (artikel 4:13 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht).
Het UWV zal voor de aanvraag een formulier
ter beschikking stellen, op grond van het bepaalde in artikel 4:4 van de
Algemene wet bestuursrecht. Dit formulier dient online te worden ingevuld en de
aanvraag wordt dus online ingediend. Om het recht op compensatie te kunnen
beoordelen moet het UWV kunnen vaststellen:
- dat sprake was van een arbeidsovereenkomst;
- wat de duur van de arbeidsovereenkomst was;
- dat de werknemer ziek uit dienst is gegaan;
- dat de transitievergoeding volledig is betaald;
- hoe de berekening van de transitievergoeding
heeft plaatsgevonden;
- hoe hoog
de kosten van loondoorbetaling tijdens ziekte waren.
In verband hiermee moet de werkgever
aan het UWV de volgende gegevens verstrekken:
- de arbeidsovereenkomst;
- tenzij de arbeidsovereenkomst van rechtswege is
geëindigd:
- bescheiden waaruit blijkt dat de arbeidsovereenkomst is beëindigd
wegens langdurige arbeidsongeschiktheid, zoals de ontslagvergunning van het
UWV, de ontbindingsbeschikking van de kantonrechter of de overeenkomst waarbij
de arbeidsovereenkomst is beëindigd;
- als de arbeidsovereenkomst niet met toestemming
van het UWV is opgezegd:
- een verklaring van de werkgever dat de werknemer ziek
was toen de arbeidsovereenkomst eindigde, de periode van ziekte van de
werknemer en de naam van de bedrijfsarts, tenzij het UWV een aanvraag voor een
WIA-uitkering heeft ontvangen of een beslissing omtrent de toekenning van een
Ziektewetuitkering heeft genomen;
- loonstroken betreffende de loondoorbetaling
tijdens ziekte;
- de gegevens waarmee de transitievergoeding is
berekend;
- bewijs
van betaling van de volledige vergoeding.
De regering wil bevorderen dat
werkgevers de arbeidsovereenkomsten met langdurig arbeidsongeschikte werknemers
opzeggen, zodat aan deze werknemers de transitievergoeding wordt betaald. In de
praktijk gaan werkgevers niet tot opzegging van de arbeidsovereenkomst over,
ondanks dat na twee jaar ziekte het opzegverbod is geëindigd, juist om te
voorkomen dat zij de transitievergoeding moeten betalen. Omdat de
loondoorbetalingsverplichting tijdens ziekte na 104 weken eindigt en de
re-integratieverplichting zich na die 104 weken beperkt tot het aanbieden van
passende arbeid in de eigen onderneming (waartoe de werknemer in de gevallen
waar het om gaat niet in staat is), is de arbeidsovereenkomst inhoudsloos
(althans zo lang geen sprake is van herstel van de werknemer, waardoor passende
arbeid in de onderneming van de werkgever weer mogelijk wordt) en wordt wel
gesproken van een "slapend dienstverband”.
Door de wettelijke regelingen ter zake
van de compensatie van de transitievergoeding vroegtijdig in het Staatsblad
c.q. de Staatscourant te plaatsen, hoopt de regering dat werkgevers "slapende
dienstverbanden” alsnog zo snel mogelijk beëindigen. Werkgevers moeten daardoor
het vertrouwen krijgen dat zij de compensatie ook echt gaan ontvangen.
In de praktijk houden werkgevers de
arbeidsovereenkomsten desondanks vaak slapend en gaan zij niet tot beëindiging
over. Het feit dat de ontslagvergoeding eerst moet worden betaald en dat deze
pas later door het UWV wordt gecompenseerd is daarvoor in veel gevallen een
belangrijke reden. Door liquiditeitsproblemen kan het voor een werkgever
onmogelijk zijn om de ontslagvergoeding te betalen, ook al is er het
vooruitzicht van latere compensatie door het UWV.
Een andere reden voor werkgevers om
arbeidsovereenkomsten met langdurig arbeidsongeschikte werknemers slapend te
houden en deze arbeidsovereenkomsten niet te beëindigen, is dat er toch nog gebrek
aan vertrouwen is in het feit dat de compensatie ook daadwerkelijk en
volledig zal worden verstrekt. Een reden om daaraan te twijfelen zou
bijvoorbeeld kunnen zijn dat het UWV met een beroep op de beschikking van de
Hoge Raad van 14 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1617 (Kolom) onder
omstandigheden zou kunnen stellen dat de arbeidsovereenkomst reeds eerder
gedeeltelijk is geëindigd wegens het ontstaan van nieuwe bedongen arbeid met
een verminderde arbeidsduur, zodat het bedrag van de compensatie zou moeten
worden berekend met inachtneming van het loon voor deze nieuwe bedongen arbeid
en niet over het oorspronkelijke (volledige) loon.
Als de werkgever geen initiatief neemt
om te komen tot opzegging van de arbeidsovereenkomst heeft de werknemer geen
recht op transitievergoeding. Een uitzondering daarop is alleen mogelijk als de
werknemer zelf de arbeidsovereenkomst opzegt en de werkgever zich ernstig
verwijtbaar heeft gedragen (artikel 7:671c BW). Op grond van de
wetsgeschiedenis is van ernstig verwijtbaar gedrag niet snel sprake en pogingen
van werknemers om het niet opzeggen van de arbeidsovereenkomst als ernstig
verwijtbaar aan te merken zijn om die reden steeds gestrand.
Vorderingen om de werkgever te
veroordelen tot opzegging van de arbeidsovereenkomst zijn gestrand op het feit
dat artikel 7:669 BW een opzeggingsbevoegdheid aan de werkgever toekent
en geen opzeggingsplicht. In de jurisprudentie werd het slapend houden van de
arbeidsovereenkomst ook niet gezien als strijdig met goed werkgeverschapof als misbruik van bevoegdheid. Deze jurisprudentie dateert echter van
vóór de totstandkoming van de compensatieregeling. De vraag is of het
vooruitzicht van de werkgever om de te betalen compensatievergoeding
gecompenseerd te krijgen wijziging brengt in de eerdere jurisprudentie.
Op 27 december 2018 heeft het Scheidsgerecht
Gezondheidszorg in een arbitraal vonnis in kort geding echter de werkgever
bevolen om de arbeidsovereenkomst met een terminaal zieke werknemer (een
medisch specialist) op te zeggen na daartoe aan te vragen toestemming van het
UWV dan wel om met de werknemer een overeenkomst tot beëindiging van de
arbeidsovereenkomst te sluiten, met toezegging van de transitievergoeding van
ruim € 144.000. Volgens het Scheidsgerecht heeft de werkgever bij het laten
voortbestaan van de arbeidsovereenkomst geen ander belang dan te voorkomen dat
een transitievergoeding moet worden betaald en is dit belang niet meer te
respecteren nu de transitievergoeding te zijner tijd volledig zal worden
gecompenseerd. Impliciet wordt erkend dat de werknemer niet de
transitievergoeding kan krijgen door zelf de arbeidsovereenkomst op te zeggen.
De vraag is nu of het arbitrale vonnis
van het Scheidsgerecht navolging zal krijgen.
Werkgevers
die geconfronteerd zouden worden met een vordering tot opzegging van de
arbeidsovereenkomst met betaling van de transitievergoeding, zouden toewijzing
van deze vordering kunnen voorkomen als zij kunnen wijzen op reële
liquiditeitsproblemen die het "voorschieten” van de transitievergoeding
verhinderen en als zij kunnen wijzen op onzekerheden rondom (de hoogte van) de
compensatie, bijvoorbeeld in verband met een mogelijk eerder gedeeltelijk
eindigen van de arbeidsovereenkomst wegens het ontstaan van nieuwe bedongen
arbeid gedurende een deel van de oorspronkelijke werktijd. Als nog sprake is
van een kans op herstel kan de werkgever ook wijzen op de intentie om de
werknemer in de toekomst te re-integreren. Daarnaast kunnen werkgevers wijzen
op het feit dat artikel 7:669 BW geen opzegplicht maar een opzegbevoegdheid
bevat en op het feit dat het niet opzeggen van de arbeidsovereenkomst geen
ernstig verwijtbaar gedrag oplevert.
Is uw werknemer bijna twee jaar arbeidsongeschikt? Dan komen veel vragen op u af. Wilt u zeker weten dat u de juiste beslissingen neemt? Neem dan tijdig contact met ons op voor een WIA-Poort Scan!
Wilt u daarbij ook concrete adviezen ontvangen waarmee u eventueel zelf gewenste acties kunt nemen? Upgrade dan uw arbeidsrecht abonnement naar een plus- of top abonnement!