Brief van Staatssecretaris van Financiën aan
Tweede Kamer van 18 november 2016 betreffende Tweede Voortgangsrapportage DBA, kenmerk: 2016-0000206808, Tweede Kamer
2016-2017, 34036, 40
Rapport Commissie (Model)overeenkomsten in het
kader van de Wet DBA, november 2016 (Commissie Boot), Tweede Kamer 2016-2017,
34036, 40
De Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties moest een
einde maken aan de schijnzelfstandigheid die in vele gevallen het gevolg was van
het feit dat een arbeidskracht die niet als een zelfstandige kon worden
beschouwd van de belastingdienst toch een Verklaring arbeidsrelatie (VAR) kreeg
die de opdrachtgever van deze arbeidskracht vrijwaarde van naheffing van
loonbelasting en sociale premies.
Aanvankelijk was de regering voornemens de VAR te vervangen
door een "Beschikking geen loonheffingen”, die anders dan de VAR mede zou
dienen te worden aangevraagd door de werkgever maar waaraan de werkgever geen
rechten zou kunnen ontlenen als de feitelijke situatie afweek van de situatie
op basis waarvan de beschikking was aangevraagd, althans voor zover het de
gegevens betrof ten aanzien waarvan de werkgever verantwoordelijk was voor de gegevens
in de aanvraag.
Op aandringen van de sociale partners en belangenorganisaties
van ZZP-ers werd uiteindelijk besloten de "Beschikking geen loonheffingen” niet
in te voeren. In plaats daarvan zouden aan de belastingdienst
modelovereenkomsten ter goedkeuring kunnen worden voorgelegd, waarna de
opdrachtgever gevrijwaard zou zijn van naheffing van loonbelasting en sociale
premies, indien in de praktijk gewerkt zou worden conform de bepalingen van een
door de belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomst.
Dit heeft er uiteindelijk toe geleid dat per 1 mei 2016 de
Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties in werking is getreden. Deze wet
hield niet anders in dan dat de bepalingen met betrekking tot de VAR uit de wet
zijn verwijderd. De vrijwaring tegen naheffing bij werken conform goedgekeurde
modelovereenkomst, zou uitsluitend gebaseerd dienen te worden op het
vertrouwensbeginsel.
Om deze wet tot stand te brengen, moest de Staatssecretaris
van Financiën diverse toezeggingen doen, met name aan de Eerste Kamer. Eén van
die toezeggingen was dat tijdens het eerste jaar, derhalve tot 1 mei 2017, door
de belastingdienst vooral aan voorlichting zou worden gedaan en niet aan
handhaving.
De Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties leidde
echter tot zoveel onduidelijkheid en onzekerheid, dat de Staatssecretaris zich
steeds weer opnieuw in de Tweede Kamer moest verantwoorden. Uiteindelijk leidde
deze onduidelijkheid en onzekerheid er toe dat eerst FNV en daarna VNO-NCW hun
steun aan deze wet introkken, omdat te veel ZZP-ers die niet als
schijnzelfstandige dienen te worden aangemerkt, opdrachten dreigen te verliezen
vanwege vrees bij opdrachtgevers voor naheffingen.
Eerder al had de Staatssecretaris een commissie ingesteld
die de juistheid van de beoordeling van modelovereenkomsten door de
belastingdienst moest onderzoeken (de "Commissie Boot”). Deze commissie achtte
de toetsing door de belastingdienst meestal juist, soms gebaseerd op
onvoldoende gegevens en in een enkel geval onjuist. Daarbij deed de commissie
een aantal aanbevelingen.
De eerste aanbeveling luidde om de implementatietermijn te
verlengen. In een brief aan de Tweede Kamer van 18 november 2016 zegt de
Staatssecretaris dat toe en verlengt hij deze termijn tot 1 januari 2018. De
Staatssecretaris voegde daar overigens aan toe dat deze toezegging inhoudt dat "anderen
dan evident kwaadwillenden” de gelegenheid zullen krijgen om een werkwijze
zonder boete of naheffing aan te passen, zodanig dat hun overeenkomst met de
manier van werken in overeenstemming wordt gebracht. Van een absolute
vrijwaring tegen naheffing is dus geen sprake.
Verder zegt de Staatssecretaris toe dat er een beleidsbesluit
zal komen, waaruit blijkt hoe de belastingdienst omgaat met de toetsing van
modelovereenkomst. Wel stelt de Staatssecretaris dat dit beleidsbesluit zich
zal beperken tot niet sterk wisselende factoren van de beoordeling. Meer
duidelijkheid zal ook worden gegeven over de vraag wanneer een
modelovereenkomst niet nodig is.
Verder stelt de Staatssecretaris dat een herijking dient
plaats te vinden van de criteria "vrije vervanging” en "gezagsverhouding”. Het
kabinet wil daar haast mee maken en stelt tijdig voor een volgend regeerakkoord
met resultaten te willen komen.
Tenslotte stelt de Staatssecretaris dat de Minister van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid openstaat voor suggesties van sociale
partners, om gebruik te maken van de wettelijke mogelijkheid om de
ketenregeling buiten toepassing te verklaren voor functies waarbij het bestendig
gebruikelijk is en vanwege de intrinsieke aard van de bedrijfsvoering en van de
functies noodzakelijk is om arbeid uitsluitend te verrichten op basis van
tijdelijke contracten.
Is uw werknemer bijna twee jaar arbeidsongeschikt? Dan komen veel vragen op u af. Wilt u zeker weten dat u de juiste beslissingen neemt? Neem dan tijdig contact met ons op voor een WIA-Poort Scan!
Wilt u daarbij ook concrete adviezen ontvangen waarmee u eventueel zelf gewenste acties kunt nemen? Upgrade dan uw arbeidsrecht abonnement naar een plus- of top abonnement!