Vereenvoudigde beoordeling WIA-claim bij 60-plussers na loonsanctie

Voor werknemers die bij het einde van de wachttijd van 104 weken een aanvraag voor een WIA-uitkering indienen en op dat moment de leeftijd van 60 jaar bereikt hebben, geldt tijdelijk een buitenwettelijke regeling die tot gevolg heeft dat de werknemer zonder verzekeringsgeneeskundig onderzoek een WGA-uitkering krijgt op basis van een mate van arbeidsongeschiktheid van 80-100%. Deze WGA-uitkering is vervolgens niet voor rekening van de werkgever. Dat wil zeggen dat de werkgever de uitkering als eigenrisicodrager niet zelf hoeft te betalen en dat de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas van de (middel)grote werkgever die geen eigenrisicodrager is, niet verhoogd wordt vastgesteld als gevolg van deze WGA-uitkering. Deze tijdelijk regeling is getroffen om iets te doen aan de gevolgen van het tekort aan verzekeringsartsen van het UWV. 

Volgens deze buitenwettelijke regeling komt de werknemer niet voor de regeling in aanmerking als hij het einde van de wachttijd van de WIA bereikt voordat de tijdelijke regeling is gaan gelden (1 oktober 2022), maar door het opleggen van een loonsanctie aan de werkgever alsnog na die datum de aanvraag voor de WIA-uitkering moet worden behandeld.  

De rechtbank Midden-Nederland heeft geoordeeld dat dat niet in strijd is met het evenredigheidsbeginsel of het gelijkheidsbeginsel.

---

Verder lezen?

De bovenstaande tekst is een beknopte versie van het artikel. De volledige inhoud van dit artikel is alleen toegankelijk voor deelnemers aan het arbeidsrecht abonnement© met een plus abonnement of top abonnement. U kunt hieronder inloggen om het artikel te lezen.

Via dit formulier kunt u zich aanmelden voor het arbeidsrecht abonnement© of kunt u uw bestaande abonnementsvorm wijzigen.