Verzamelwet SZW 2012

Jaar en kwartaal
2011, 4e kwartaal
Nummer
5

Bronnen:

  • Voorstel van wet tot wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2012), wetsontwerp nummer 33015 d.d. 26 september 2011



In de Verzamelwet SZW 2012 worden wetten op het gebied van de sociale verzekeringswetgeving gewijzigd. Het gaat om wijzigingen die voortvloeien uit door de uitvoeringsorganen (onder meer UWV) aangedragen knelpunten in de uitvoering, technische wijzigingen, correcties, verduidelijkingen en nadere invullingen van eerdere beleidskeuzes en zaken die behoren tot wat het "klein beleid” wordt genoemd.

De wet is op 29 november 2011door de Eerste Kamer aanvaard.

Voor werkgevers zijn de volgende punten van belang.

Artikel 3:11 van de Wet arbeid en zorg wordt zodanig gewijzigd dat de werkgever bij de aanvraag van een uitkering in verband met zwangerschap of bevalling geen verklaring verloskundige meer dient te overleggen. Volstaan kan worden met opgave van de vermoedelijke datum van bevalling. De werkgever dient wel over de verklaring van de verloskundige te beschikken en dient de originele verklaring op verzoek te kunnen overleggen.

Artikel 40 van de Wet financiering sociale verzekering wordt gewijzigd door mogelijk te maken dat bij algemene maatregel van bestuur kan worden besloten dat uitsluitend per 1 januari van een kalenderjaar toestemming kan worden verleend om eigenrisicodrager te worden. Een dergelijke algemene maatregel van bestuur zal vermoedelijk nog dit jaar worden uitgevaardigd, want het voornemen om nog maar één keer per jaar de gelegenheid te geven om eigenrisicodrager te worden was al bij de evaluatie van de WIA uitgesproken. Tevens wordt mogelijk gemaakt dat bij algemene maatregel van bestuur kan worden besloten de termijn van dertien weken voor het vragen van toestemming om eigenrisicodrager te worden te bekorten. Deze mogelijkheid wordt echter gekoppeld aan het geval van "bijzondere omstandigheden”.

Artikel 47 van de Wet financiering sociale verzekering wordt zo gewijzigd dat de premiekorting oudere werknemer ook berekend kan worden over premies voor de sectorfondsen. Deze verbreding maakt het met name voor kleine werknemers gemakkelijker om (hetzelfde bedrag van € 6.500 aan premiekorting) te verzilveren.

De regeling van de termijnen zoals die geldt bij het aanvragen van de WIA-uitkering en het opleggen van een loonsanctie, zoals opgenomen in artikel 64 WIA en artikel 25 leden 10 en 11 WIA wordt gewijzigd. Het UWV moet de werknemer zodra de wachttijd 87 weken heeft geduurd (was: 20 maanden na aanvang van de wachttijd) informeren over de mogelijkheid tot het doen van aanvraag voor een WIA-uitkering. Voortaan wordt bij het bepalen van dit tijdstip daardoor ook rekening gehouden met onderbrekingen van de wachttijd. De regel dat een aanvraag niet als te laat gedaan beschouwd kan worden als het UWV deze kennisgeving aan de werknemer niet heeft gedaan c.q. als de aanvraag is gedaan binnen vier weken na deze kennisgeving, vervalt indien de werkgever de aangifte van arbeidsongeschiktheid die na 42 weken behoort te worden gedaan na 79 weken nog niet heeft gedaan. Als de WIA-aanvraag te laat gedaan wordt, loopt de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever langer door (artikel 7:629 lid 11 onder a B.W.). Door deze wijziging kunnen de leden 10 en 11 van artikel 25 WIA vervallen. Daarin was bepaald dat het UWV de loonsanctie kon opleggen tot zeven weken na indiening van de WIA-aanvraag, indien die te laat was ingediend als gevolg van het feit dat de aangifte van arbeidsongeschiktheid door de werkgever te laat was gedaan.

De in artikel 41 WIA geregelde verplichting van het UWV om een werknemer aan wie een IVA-uitkering is toegekend en die nog een geringe kans op herstel heeft (dus niet de werknemer die geen kans op herstel meer heeft) gedurende vijf jaar jaarlijks te herbeoordelen vervalt. Dit in navolging van een aanbeveling bij evaluatie van de WIA, omdat was gebleken dat bij de herbeoordeling in bijna alle gevallen een ongewijzigde vaststelling volgde. Het UWV behoudt wel de mogelijkheid om tot herbeoordeling over te gaan ("professionele herbeoordeling”).