Voortgang werkzaamheden Commissie regulering van werk

Jaar en kwartaal
2019, 3e kwartaal
Nummer
7

Bronnen:
  • Brief van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer van 20 juni 2019 (Discussienota commissie regulering van werk), Tweede Kamer 2018-2019, 29544, 920
  • "In wat voor land willen wij werken?” Discussienota van de Commissie regulering van werk over toekomstbestendig arbeidsrecht, sociale zekerheid en fiscaliteit van 20 juni 2019, Tweede Kamer 2018-2019, 29544, 847
  • Wetboek van werk 2025, VAAN-VvA expertgroep, concept design juni 2019 
In november 2018 heeft de regering de Commissie regulering van werk (Commissie Borstlap) ingesteld. Deze Commissie moet onderzoek doen naar fundamentele vragen over de toekomst van de regulering van werk. Hoe gaat werk er in de toekomst uitzien? En met wat voor wetten en regelgeving kan de overheid daar het beste bij aansluiten? Zijn er aanpassingen nodig, en zo ja, welke? Te denken valt aan de juridische regels rondom arbeidscontracten, de verdeling van vast en tijdelijk werk, arbeidsongeschiktheid, belastingen en zzp. De commissie moet uiterlijk op 1 november 2019 een advies aan de regering uitbrengen.

De Commissie geeft aan het eerst over de "grote vragen” te willen hebben en niet over concrete maatregelen voor arbeidsmarktbeleid. Met die "grote vragen” doelt de Commissie op het onderscheiden van de verschillende sociale, economische en maatschappelijke aspecten van arbeid en de doelen die daarmee worden nagestreefd. De Commissie wil daarover eerst consensus bereiken voordat een toekomstbestendig stelsel van regels rond werk kan worden ontwikkeld. In een discussienota geeft de Commissie aan welke waarden van werk worden onderscheiden en geeft het voorlopige denkrichtingen aan voor het te ontwerpen stelsel van regels. Uitdrukkelijk wordt gevraagd om een reactie op de nota.

Als hoofddoel voor het stellen van regels voor de arbeidsmarkt noemt de Commissie:
  • de sociale waarde van arbeid, waarbij regels moeten zorgen voor:o      bescherming vanwege ongelijke onderhandelingspositie;
o      bescherming tegen inkomensrisico’s door risicodeling;
o      bevordering van participatie.
  • het creëren van economische waarde, waarbij regels moeten zorgen voor:
o      het ordenen van arbeidsrelaties, het verlagen van transactiekosten en het bevorderen van innovatie door het bieden van rechtszekerheid;
o      het behouden en door ontwikkelen van menselijk kapitaal en organisatiekapitaal;
o      een toegankelijke arbeidsmarkt waarop vraag en aanbod zo goed mogelijk bij elkaar worden gebracht;
  • het normeren van de manier waarop wij samenleven door regels rondom werk (doorwerking van regels rondom werk op andere gebieden). Als voorlopige denkrichtingen formuleert de Commissie:
  • regels meer richten op een meer gelijk speelveld voor alle werkenden door:
o      een vergelijkbare arbeidsrechtelijke status te creëren voor werkenden met een ongelijke onderhandelingspositie;
o      bescherming tegen risico’s van inkomensderving te laten gelden voor alle werkenden;
o      verschillen in de fiscale behandeling van verschillende categorieën werkenden weg te nemen;
  • wendbaarheid en duurzame inzetbaarheid van alle werkenden bevorderen door:
o      het onderhouden van noodzakelijke kennis en vaardigheden;
o      te zorgen voor duurzame arbeidsrelaties waardoor partijen in elkaar kunnen investeren;
o      flexibiliteit binnen arbeidsrelaties voor werkenden en werkgevenden te bevorderen;
o      tijdelijke arbeidsrelaties mogelijk te laten zijn indien de aard van de werkzaamheden dat vereist, maar dan tegen een hogere prijs in verband met de daaraan verbonden risico’s voor werkenden;
  • volwaardige participatie op de arbeidsmarkt stimuleren door te zorgen dat (meer) werken loont;
  • regels robuust, uitlegbaar, uitvoerbaar en handhaafbaar maken;
  • nieuwe regels afstemmen op de verantwoordelijkheid voor goed werkgeverschap/opdrachtgeverschap en goed werknemerschap/opdrachtnemerschap.
Het toewerken naar een meer gelijk speelveld voor alle werkenden wordt door de Commissie daarbij urgent genoemd, omdat gevreesd wordt dat een verdere toename van het aantal flexibele arbeidsverhoudingen (inclusief zzp) er toe zou kunnen leiden dat een blijvende scheiding op de arbeidsmarkt ontstaat.

Als bijdrage aan de discussie hebben de Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Nederland en de Vereniging voor Arbeidsrecht in juni 2019 een eerste opzet gemaakt voor een "Wetboek van Werk 2025”. Ook daarin worden een aantal uitgangspunten, maar deze zijn soms iets meer concreet, bijvoorbeeld:
  • gelijke rechtsbescherming, inspraak, ondersteuning en fiscale behandeling voor alle werkenden;
  • individuele scholings- en ontwikkelingsbudgetten voor alle werkenden;
  • voor de beëindiging van een arbeidsovereenkomst is een redelijke grond vereist, die achteraf door de rechter wordt getoetst;
  • een verhoogde werkloosheidsuitkering bij niet verwijtbare werkloosheid;
  • vervallen van de transitievergoeding;
  • inkomensderving door arbeidsongeschiktheid is gedurende de eerste zes weken voor rekening van de werkverschaffer en daarna door een collectieve private verzekering;
  • voldoende inkomen vanaf de pensioenleeftijd voor alle werkenden.