Wijziging toepassing afspiegelingsbeginsel bij AOW-gerechtigde werknemers

Jaar en kwartaal
2014, 1e kwartaal
Nummer
3

Bronnen:

  • Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 februari 2014, 2014-0000020505 tot wijziging van het Ontslagbesluit inzake regels voor AOW-gerechtigden in geval van bedrijfseconomisch ontslag, Staatscourant 26 februari 2014, nummer 5210

In het Ontslagbesluit is aangegeven welke regels gelden bij het verlenen van een ontslagvergunning door het UWV. In geval van een ontslag wegens het vervallen van één of meer arbeidsplaatsen om bedrijfseconomische redenen bepaalt het zogenaamde "afspiegelingsbeginsel” welke werknemers voor ontslag in aanmerking komen indien meerdere werknemers een functie uitoefenen gelijk aan of vergelijkbaar met de functie ten aanzien waarvan één of meer arbeidsplaatsen vervallen (artikel 4:2 Ontslagbesluit). 

Bij toepassing van het afspiegelingsbeginsel worden per bedrijfsvestiging binnen een categorie uitwisselbare functies allereerst leeftijdsgroepen in aanmerking genomen. De leeftijdsgroepen zijn:

  • van 15-25 jaar;
  • van 25-35 jaar;
  • van 35-45 jaar;
  • van 45-55 jaar;
  • 55 jaar en ouder.
Het aantal werknemers dat per leeftijdsgroep voor ontslag in aanmerking komt wordt vervolgens zoveel mogelijk in overeenstemming gebracht met de onderlinge verhouding van het aantal werknemers in elk van de leeftijdsgroepen binnen de betreffende categorie uitwisselbare functies. In andere woorden: de ontslagen worden naar evenredigheid over de leeftijdsgroepen verdeeld. Binnen een leeftijdsgroep bepaalt de anciënniteit wie voor ontslag in aanmerking komt, aldus dat de werknemer met het minste aantal dienstjaren het eerst wordt ontslagen.

Het Ontslagbesluit wordt met ingang van 1 april 2014 gewijzigd om te voorkomen dat werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt als gevolg van de toepassing van het afspiegelingsbeginsel in dienst blijven terwijl werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt moeten worden ontslagen. Hiertoe wordt aan de leeftijdsgroep van 55 jaar en ouder een bovengrens gesteld in de vorm van de AOW-gerechtigde leeftijd. Verder wordt bepaald dat binnen een categorie uitwisselbare functies van een bedrijfsvestiging werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt voor ontslag in aanmerking moeten worden gebracht, voordat andere werknemers kunnen worden ontslagen. Indien er meerdere werknemers zijn die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, wordt de werknemer met het kortste dienstverband het eerst voor ontslag in aanmerking gebracht. 

De aanpassing geldt ook voor de schoonmaaksector en de uitzendsector, maar dan per ploeg c.q. per inleenopdracht in plaats van per bedrijfsvestiging.