Controle van premiebesluiten 2018


Belang

Werkgevers ontvangen omstreeks 1 december 2017 een beslissing van de belastingdienst waarbij de hoogte van de gedifferentieerde premie voor de Werkhervattingskas voor 2018 wordt vastgesteld. Deze premie bestaat uit twee premiecomponenten:

  • premiecomponent WGA-lasten;
  • premiecomponent ZW-lasten.
Indien en voor zover een werkgever eigenrisicodrager is voor één van de uitkeringen waarop een premiecomponent betrekking heeft, wordt geen premie voor de betreffende premiecomponent verschuldigd.

Kleine werkgevers (dat wil zeggen: werkgevers met een premieplichtige loonsom in 2016 die kleiner is dan of gelijk aan € 328.000) betalen een premie die per sector is vastgesteld. Zij behoeven uitsluitend te controleren of zij door de belastingdienst terecht als kleine werkgever zijn aangemerkt en of het premiepercentage van de juiste sector is gehanteerd.

Voor middelgrote werkgevers (werkgevers met een premieplichtige loonsom over 2016 die groter is dan € 328.000 en kleiner dan of gelijk aan € 3.280.000) wordt de gedifferentieerde premie echter deels vastgesteld op basis van de bedragen van de ex-werknemers aan wie in 2016 een WGA-uitkering of Ziektewetuitkering is toegekend. En voor grote werkgevers (werkgevers met een premieplichtige loonsom over 2016 die groter is dan € 3.280.000) wordt de gedifferentieerde premie zelfs uitsluitend vastgesteld op basis van die uitkeringen. Teneinde te voorkomen dat de gedifferentieerde premie te hoog wordt vastgesteld, is het voor middelgrote en grote werkgevers van groot belang te controleren of niet ten onrechte uitkeringen aan de werkgever worden toegerekend. Dit geldt te meer daar sinds 2014 ook uitkeringen van zogenaamde "vangnetters” (flexwerkers) aan de werkgever worden toegerekend, waarbij het gaat om uitkeringen die in of na 2012 zijn ingegaan, terwijl in 2012 nog niet bekend was dat het voor de hoogte van de door de werkgever te betalen gedifferentieerde premie van belang zou zijn om juist te registreren bij welke werkgever de werknemer ten tijde van de ziekmelding in dienst is, of bij welke werkgever hij in de periode van vier weken voorafgaan aan de ziekmelding in dienst is geweest.

Controle

Teneinde een te hoge vaststelling van de gedifferentieerde premie te voorkomen dient controle plaats te vinden op de volgende aspecten:
  • Is de werkgever op basis van de premieplichtige loonsom van 2016 terecht aangemerkt als een kleine, middelgrote of grote werkgever?
  • Is bij middelgrote werkgevers het deel van de gedifferentieerde premie dat wordt bepaald op grond van de uitkeringen van ex-werknemers juist vastgesteld
  • Betreft het een uitkering van een (ex-) werknemer van de werkgever? Let op: het gaat om het werknemersbegrip als bedoeld in de Ziektewet en WIA en dat is deels beperkter (bijvoorbeeld: de directeur-grootaandeelhouder) en deels ruimer (bijvoorbeeld onder bepaalde omstandigheden ook: thuiswerkers, kleine handelsagenten en stagiaires) dan het begrip werknemer in het arbeidsrecht.
  • Valt de vastgestelde eerste arbeidsongeschiktheidsdag binnen het dienstverband met de werkgever? Let op: als de juistheid van de vastgestelde eerste arbeidsongeschiktheidsdag betwist moet worden, moet dat gebeuren in het kader van bezwaar tegen de beslissing tot toekenning van de Ziektewet- of WGA-uitkering.
  • Zo nee, valt de vastgestelde eerste arbeidsongeschiktheidsdag dan binnen een periode van vier weken na afloop van het dienstverband en indien dat het geval is, was de werknemer dan in die periode reeds op andere wijze verzekerd, bijvoorbeeld omdat hij elders werkte of een WW-uitkering ontving? Let op: recht hebben op WW-uitkering is onvoldoende, de werknemer moet de WW-uitkering (zo nodig met terugwerkende kracht) daadwerkelijk hebben ontvangen om te voorkomen dat de Ziektewet- of WGA-uitkering voor rekening van de werkgever komt.
  • Is sprake van een werknemer die een Ziektewetuitkering ontving omdat haar arbeidsongeschiktheid gerelateerd was aan zwangerschap of bevalling? Let op: in geval van een WGA-uitkering moet die Ziektewetuitkering op deze grond zijn verleend aan het einde van de wachttijd.
  • Is sprake van een werknemer die een Ziektewetuitkering ontving op grond van het bestaan van een structurele functionele beperking? In grote lijnen betreft het hier werknemers die bij indiensttreding een WAO-, WIA- of Wajonguitkering hadden en voor wie de zogenaamde "no riskpolis” gold. Zodra werknemers twee maanden in dienst zijn mogen werkgevers informeren naar het bestaan van dit recht op Ziektewetuitkering.
  • Is sprake van een werknemer die een Ziektewetuitkering ontving wegens orgaandonatie?
  • Is sprake van een werknemer die een Ziektewetuitkering ontving omdat hij als langdurig werkloze oudere werknemer in dienst genomen is?
  • Is sprake van een WGA-uitkering ter zake van een arbeidsongeschiktheid waarvan de eerste arbeidsongeschiktheidsdag binnen het dienstverband met een andere werkgever ligt, omdat sprake is van herleving van een eerder ontstane arbeidsongeschiktheid aangezien sprake is van dezelfde ziekteoorzaak?
  • Is de WGA-uitkering, als het een uitkering is die behoort tot het voormalige "WGA-flexrisico” (WGA-uitkeringen van werknemers die uit de dienstbetrekking waaruit de WGA-uitkering is ontstaan recht hadden op een Ziektewetuitkering omdat zij geen dienstbetrekking meer hadden) ingegaan in of na 2012?
  • Is de uitkering door het UWV deels op een derde verhaald of verhaalbaar omdat deze derde de arbeidsongeschiktheid van de werknemer heeft veroorzaakt?
  • Is rekening gehouden met herzieningen of intrekkingen van de uitkering als gevolg van bezwaar of beroep van de werkgever? Let op: vermindering wordt verleend door toerekening van een negatief uitkeringsbedrag in het jaar van herziening of intrekking van de uitkering.Is op de juiste wijze rekening gehouden met de gevolgen van een overgang van onderneming?
  • Wordt geen premie vastgesteld voor een werkgever die eigenrisicodrager is?
  • Wordt de WGA-uitkering van de gedeeltelijk arbeids(on)geschikte werknemer die voorheen volledig arbeidsongeschikt was en daarom nog gedurende een gewenningstermijn van 24 maanden een WGA-loonaanvullingsuitkering ontvangt alsof hij volledig arbeidsongeschikt is, gedurende de laatste 22 maanden aan de werkgever toegerekend op basis van de uitkering bij gedeeltelijke arbeids(on)geschiktheid?
Informatie over uitkeringen

Voor veel van de bovengenoemde controlepunten geldt dat kennis noodzakelijk is van de beslissingen van het UWV betreffende de Ziektewet- en WGA-uitkeringen die hebben geleid tot de verhoging van de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas en van de feiten die weer aan die beslissingen ten grondslag liggen. Deels kan deze kennis worden verkregen op basis van:
  • instroomoverzichten van belastingdienst
  • verhaalsbesluiten van UWV (als de werkgever eerder WGA-eigenrisicodrager was)
  • het werkgeversportaal van het UWV
  • risico-overzichten van het UWV
  • het personeelsdossier van de werkgever
  • besluiten van voorgaande jarengegevens ten behoeve van de verzekering van het ziekteverzuim of eigenrisicodragen
Voor een belangrijk deel van de gegevens die noodzakelijk zijn om te komen tot een effectieve en succesvolle controle van het premiebesluit geldt echter dat daarvan uitsluitend kennis kan worden genomen door bezwaar te maken tegen besluiten van het UWV omtrent de Ziektewet- of WGA-uitkering van de (ex-) werknemer. Als het premiebesluit komt, staan de uitkeringsbedragen echter al vast. Het premiebesluit kan niet worden aangevochten met een beroep op de onjuistheid van de eerder vastgestelde uitkeringsbedragen. Om dat te kunnen bereiken moet de werkgever eerder al bezwaar gemaakt hebben tegen de uitkeringsbesluiten.

Het is daarentegen wel mogelijk om nieuwe uitkeringsbesluiten uit te lokken en daartegen bezwaar te maken. Ook langs die weg kan informatie over de uitkeringsbesluiten worden verkregen. Soms kan die informatie leiden tot correctie van het premiebesluit, in welk geval het vaak ook mogelijk is om premiebesluiten van de vijf voorafgaande jaren nog te doen corrigeren. Dat kan leiden tot aanzienlijke premiebesparingen. In andere gevallen kan die informatie leiden tot lagere premies in de toekomst.

Resultaten

Met een controle die zich niet beperkt tot het premiebesluit maar die ook op zoek gaat naar de onderliggende uitkeringsbesluiten, behalen de advocaten en casemanagers van ons kantoor zeer aansprekende resultaten. Zie hetgeen een cliënt van ons kantoor daaromtrent verklaart in deze video.

Het laten uitvoeren van deze controle door de advocaten en casemanagers van Kantoor Mr. van Zijl zal wel duur zijn?

Dat is maar hoe je het bekijkt. Bij werkgevers die groot genoeg zijn om "de wet van de grote getallen” te laten werken, verdienen wij iedere geïnvesteerde euro gemiddeld 15-20 maal terug!

Desgewenst kunnen wij u een prijsindicatie geven. De prijs is afhankelijk van de te verrichten werkzaamheden en hangt daarmee af van het aantal te controleren dossiers van (ex-) werknemers. Op verzoek maakt mevrouw M. (Michèle) Sonneveld Rccm voor u graag een prijsindicatie.

In geval van gegrondverklaring van het bezwaar tegen het premiebesluit wordt door de belastingdienst een vergoeding van kosten van bezwaar toegekend van € 248.

Benodigde bescheiden

Om de vereiste controle bij de werkgever uit te voeren, dienen wij binnen de bezwaartermijn van zes weken de beschikking te krijgen over de beslissing van de belastingdienst tot vaststelling van de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas voor het jaar 2018.

Uitvoering

De bovengenoemde werkzaamheden zullen onder verantwoordelijkheid van één van de advocaten van ons kantoor worden uitgevoerd door één van de register casemanagers van Van Zijl Casemanagement B.V.