Faillissementscurator kan werknemer niet aan concurrentiebeding houden


Als een werkgever failliet gaat en de werknemer bij een andere werkgever wil gaan werken, kan de werknemer de kantonrechter met succes vragen het concurrentiebeding te schorsen. Die conclusie kan worden getrokken uit een kort geding vonnis van de kantonrechter te Almelo.

Wat was er aan de hand?
Een werkneemster was als chef de bureau in dienst bij een letselschadepraktijk in Deventer. In de arbeidsovereenkomst staat een concurrentie- en relatiebeding. De werkgever gaat op 1 december 2010 failliet. De curator sluit op 2 december 2010 de vestiging waar de werkneemster werkt en zegt op 3 december 2010 de arbeidsovereenkomst met de werkneemster op. Op 5 december 2010 verkoopt de curator de activa aan een partij die daarmee een doorstart van de onderneming maakt. Een aantal van haar collega"„s kan daar in dienst treden, maar de werkneemster aanvankelijk niet. Als zij dit later toch kan, weigert ze, omdat ze dan al besloten heeft met een andere ex-collega een eigen letselschadepraktijk in Deventer beginnen. Daartoe moet zij echter van haar concurrentiebeding worden ontheven, maar de curator weigert dat te doen omdat hij zich tegenover de koper van de onderneming verbonden heeft om dat niet te doen. Als onderhandelingen over matiging van het concurrentiebeding tot niets leiden, vraagt de werkneemster de kantonrechter in kort geding het concurrentiebeding te schorsen, vooruitlopend op een vernietiging die de werkneemster later in een eventuele bodemprocedure zou kunnen vorderen.

Hoe kwam de kantonrechter tot zijn beslissing?
De kantonrechter overweegt dat de curator de boedel van een lege vennootschap beheert en dat de vennootschap zal worden ontbonden. De kantonrechter ziet geen belang voor de curator bij handhaving van het concurrentie- en relatiebeding. Het door de curator genoemde belang, dat hij een relatief hoge prijs voor de activa heeft gekregen in ruil voor onder meer de toezegging om het concurrentie- en relatiebeding te handhaven, doet daaraan volgens de kan-tonrechter niet af omdat het er in feit op neerkomt dat hij het concurrentie- en relatiebeding handhaaft ten behoeve van een derde die geen partij is bij de arbeidsovereenkomst. Omdat de werkneemster door handhaving van het concurrentiebeding onbillijk benadeeld wordt, schorst de kantonrechter dat beding.

Kantonrechter Almelo 30 augustus 2011, www.rechtspraak.nl, LJN: BR6386

Bij het faillissement van de werkgever kan de curator de arbeidsovereenkomst met de werk-nemer opzeggen. Een eventueel concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst is dan in beginsel nog van kracht. Het vonnis van de voorzieningenrechter toont aan dat de werknemer zich wel gemakkelijk van dat concurrentiebeding kan bevrijden door bij de kantonrechter gehele of gedeeltelijke vernietiging te vragen (en vooruitlopend daarop in kort geding schorsing te vragen). Bij de afweging van belangen die daarbij moet plaatsvinden zal het belang van de werknemer vrijwel steeds prevaleren.



mr. J.P.M. (Joop) van Zijl.